Rijksregels vellen houtopstand, herbeplanten, verhandelen en bezit van hout(producten)
Om bossen te beschermen en vanwege internationale regels geeft het Rijk regels voor het vellen van houtopstanden, herbeplanten, het verhandelen en bezit van hout(producten). Degene die zo'n activiteit uitvoert, moet voldoen aan die regels, zoals de specifieke zorgplicht. Ook kan een meldingsplicht gelden.
Wanneer gelden de rijksregels over vellen en herbeplanten
De rijksregels gelden als sprake is van het (deels) vellen van houtopstanden. Bij het vellen hoort een herbeplantingsplicht. Er zijn uitzonderingen. De rijksregels over vellen en herbeplanten gelden niet in een van de volgende gevallen (artikel 11.111, Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)):
- houtopstanden binnen de bebouwingscontour houtkap. Dat komt er ongeveer op neer dat de rijksregels alleen gelden voor houtopstanden buiten stedelijk gebied
- houtopstanden op erven of in tuinen
- bomen en struiken die specifiek voor het oogsten van fruit, noten of vruchten zijn geteeld
- houtopstanden die windschermen om boomgaarden vormen
- naaldbomen die duidelijk bedoeld zijn als kerstbomen én niet ouder zijn dan 20 jaar
- kweekgoed
- populieren of wilgen van:
- wegbeplantingen
- beplantingen langs waterwegen, of
- eenrijige beplantingen langs landbouwgronden
- het dunnen van een houtopstand om de groei van de overblijvende houtopstand te bevorderen. Bijvoorbeeld als onderdeel van het reguliere onderhoud van de houtopstand.
- beplantingen die bestaan uit populieren, wilgen, essen of elzen en duidelijk bedoeld zijn voor de productie van houtige biomassa onder de volgende voorwaarden:
- Het oogsten vindt minstens 1 keer per 10 jaar plaats.
- De beplantingen bestaan uit minstens 10.000 stoven per ha per beplantingseenheid.
- Een beplantingseenheid moet bestaan uit aaneengesloten beplanting zonder doorsnijding door meer dan 2 m brede onbeplante stroken.
- De beplantingen zijn aangelegd na 1 januari 2013.
-
houtopstanden met een oppervlakte van minder dan 10 are. Het gaat hier om de oppervlakte van de totale houtopstand dus niet alleen van het te vellen deel.
-
houtopstanden die bestaan uit een rijbeplanting van maximaal 20 bomen (gerekend over het totaal aantal rijen). Het gaat hier om het aantal bomen in rijbeplanting van de totale houtopstand dus niet alleen het aantal te vellen bomen.
Voorbeeld vellen bij kleine oppervlakte en zonder rijbeplanting
Iemand wil een boom vellen die op een oppervlakte van 0,5 m2 staat. De boom maakt deel uit van een houtopstand van 9 are en er is geen sprake van rijbeplanting. De rijksregels gelden niet voor het vellen van de boom. De boom maakt namelijk deel uit van een houtopstand die kleiner is dan 10 are.
Stel dat de boom deel uitmaakt van een houtopstand van 11 are. Dan gelden de rijksregels wel voor het vellen van de boom. De boom maakt namelijk deel uit van een houtopstand die niet kleiner is dan 10 are.
Voorbeeld vellen bij rijbeplanting
Iemand wil een boom vellen. De boom maakt deel uit van een houtopstand van 20 bomen in rijbeplanting. De rijksregels gelden niet voor het vellen van de boom. De boom maakt namelijk deel uit van een houtopstand in rijbeplanting van niet meer dan 20 bomen.
Stel dat de boom deel uitmaakt van een houtopstand in rijbeplanting van 21 bomen. Dan gelden de rijksregels wel voor het vellen van de boom. De boom maakt namelijk deel uit van een houtopstand die uit meer dan 20 bomen in rijbeplanting bestaat.
Meldingsplicht voor vellen
Gelden de rijksregels over vellen? Dan is het verboden om een houtopstand (deels) te vellen zonder eerst een melding te doen. Behalve voor de uitzonderingen op de meldingsplicht. Het indienen van een melding moet uiterlijk 4 weken én niet eerder dan 1 jaar vóór het vellen gebeuren (artikel 11.126, Bal). De melding moet minstens bevatten:
- handtekening
- aanduiding van de activiteit
- naam en adres van degene die de activiteit verricht
- adres, kadastrale aanduiding of coördinaten van de locatie waar de activiteit plaatsvindt
- dagtekening
Gaat iemand anders dan de eerdere melder de activiteit verrichten? Dan moeten gegevens die daardoor wijzigen ook naar het bevoegd gezag. Bijvoorbeeld een bedrijf dat wisselt van eigenaar, maar wel onder dezelfde bedrijfsnaam en hetzelfde adres doorgaat. De gewijzigde gegevens moeten uiterlijk 4 weken voor het wijzigen naar het bevoegd gezag.
Als naam, adres, kadastrale aanduiding of coördinaten wijzigen (maar degene die de activiteit verricht blijft wel dezelfde), dan moet die wijziging ook naar het bevoegd gezag toe. Dat moet gebeuren vóórdat de wijziging plaatsvindt (artikel 11.122, Bal).
Extra gegevens bij melding als minister LVVN bevoegd gezag is
Is de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) het bevoegd gezag? Dan moeten ook de volgende gegevens naar die minister (artikel 11.127, Bal):
- startdatum van het vellen
- toelichting waarom het vellen van de houtopstand nodig is
- de oppervlakte in vierkante meters van de te vellen houtopstand
- het aantal te vellen bomen
- om welke te vellen boomsoort(en) het gaat
- de leeftijd van de bomen
- de onderlinge plantafstand in de rij (in meters) als sprake is van rijbeplanting
- afschrift van de aanvraag om een maatwerkvoorschrift of van een gesteld maatwerkvoorschrift. Dit geldt alleen als herbeplanting op andere grond plaatsvindt dan het vellen
- een plan dat aangeeft hoe de initiatiefnemer aan de herbeplantingsplicht zal voldoen. In dat plan moet minstens staan:
- de oppervlakte (in vierkante meters) van de aan te planten houtopstand
- het aantal aan te planten bomen
- om welke aan te planten boomsoort(en) het gaat
- de kwaliteit van de aan te planten bomen
- een toelichting over de geplande uitvoering van de herbeplanting
Het verstrekken van deze gegevens moet plaatsvinden bij het indienen van de melding. Als de gegevens wijzigen, moeten die gewijzigde gegevens ook naar de minister van LVVN. Dat moet uiterlijk 4 weken voor het wijzigen gebeuren.
Extra gegevens bij melding als provincie bevoegd gezag is
Als provincie het bevoegd gezag is, kan de provincie in de omgevingsverordening aangeven welke extra gegevens naar de provincie toe moeten.
Maatwerk
Met maatwerk kan het bevoegd gezag afwijken van de meldingsplicht, de meldingstermijn of aan te leveren informatie. Zo kan het bevoegd gezag met maatwerk bijvoorbeeld:
- een meldingsplicht opnemen voor de gevallen die het Bal uitzondert van de meldingsplicht.
- aangeven dat een meldingsplicht voor het vellen niet nodig is. Bijvoorbeeld als het vellen plaatsvindt als voorwaarde voor subsidieverlening voor natuurbeheer of -ontwikkeling in het kader van actief soortenbeleid. Of als het vellen plaatsvindt bij de inrichting van of het beheer in het natuurnetwerk Nederland.
Met maatwerk afwijken van wat minstens bij een melding moet zitten (zoals aanduiding van de activiteit), kan niet.
Herbeplantingsplicht
Is de houtopstand (deels) geveld of is de houtopstand op een andere manier verloren gegaan, zoals door brand of storm? Dan moet herbeplanting plaatsvinden (artikel 11.129, Bal). De herbeplantingsplicht geldt in alle gevallen voor de rechthebbende van de houtopstand. Dus bijvoorbeeld ook als een derde de houtopstand onrechtmatig heeft geveld. Er gelden uitzonderingen op de herbeplantingsplicht.
Herbeplantingsplicht blijft gelden bij overdracht grond of rechten
Het komt voor dat een eigenaar (bepaalde rechten op) zijn grond overdraagt aan een ander, terwijl op die grond nog herbeplanting moet plaatsvinden. In dat geval blijft de herbeplantingsplicht gelden voor de nieuwe eigenaar of rechthebbende van de grond. De oude eigenaar moet de nieuwe eigenaar of rechthebbende op de hoogte brengen van de herbeplantingsplicht. Ook moet de herbeplantingsplicht expliciet in de akte van levering komen te staan.
Bosbouwkundig verantwoord
Herbeplanting moet op een bosbouwkundig verantwoorde wijze plaatsvinden. Dat betekent dat herbeplanting zich moet richten op:
- een duurzame instandhouding en ontwikkeling van houtopstanden
- een adequate vervulling van de functies van die houtopstanden
- de bodem, het water en de lucht in de omgeving van die houtopstand
Het is aan degene met een herbeplantingsplicht zelf om met eigen of andermans deskundigheid te bepalen wat hiervoor nodig is. Het is ook mogelijk dat het bevoegd gezag met maatwerk aangeeft wat onder 'bosbouwkundig verantwoorde wijze' valt.
Binnen 3 jaar en op dezelfde grond als het vellen
Bij een herbeplantingsplicht moet het herbeplanten binnen 3 jaar na het vellen plaatsvinden. Het is verplicht om beplanting die niet binnen 3 jaar gaat groeien, te vervangen. Verder moet het herbeplanten op dezelfde grond als het vellen plaatsvinden.
Maatwerk
Het is mogelijk om maatwerk op te stellen over de regels. Zo is maatwerk mogelijk:
- om aan te geven wat onder ‘bosbouwkundig verantwoorde wijze’ valt
- om af te wijken van de herbeplantingstermijn. Dat kan voor een specifiek geval (maatwerkvoorschrift) of bepaalde categorieën van gevallen (maatwerkregels).
- om af te zien van de herbeplantingsplicht. Bijvoorbeeld als het vellen plaatsvindt als voorwaarde voor subsidieverlening voor natuurbeheer of -ontwikkeling in het kader van actief soortenbeleid. Of als het vellen plaatsvindt bij de inrichting van of het beheer in het natuurnetwerk Nederland.
- om herbeplanting toe te staan op andere grond dan waar het vellen plaatsvindt. Dit is bijvoorbeeld denkbaar als het vellen plaatsvindt om het aanleggen van een weg of bouwwerk mogelijk te maken. Maatwerk is ook denkbaar als het herbeplanten op een andere plaats tot een betere inrichting van het gebied leidt dan als het zou plaatsvinden op de plaats van het vellen.
Er gelden wel voorwaarden voor maatwerk.
Uitzonderingen meldingsplicht vellen en herbeplantingsplicht
De meldingsplicht voor het vellen en de herbeplantingsplicht gelden niet in een van de volgende gevallen:
- Het periodiek vellen van griend- of hakhout.
- Het vellen is voor het uitvoeren van een instandhoudingsmaatregel of passende maatregel.
- Het vellen is voor het uitvoeren van maatwerk dat preventieve of herstelmaatregelen voorschrijft die nodig zijn om de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied te bereiken.
- Het vellen is voor het uitvoeren van een maatwerkvoorschrift dat verbonden is aan een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit of flora- en fauna-activiteit.
- Het vellen is voor het uitvoeren van regels over vergunningvrije Natura 2000-activiteiten of flora- en fauna-activiteiten in de Omgevingsregeling of omgevingsverordening.
- Het vellen is voor de aanleg en het onderhoud van brandgangen op natuurterreinen.
- Het vellen en herbeplanten vindt aantoonbaar plaats volgens een gedragscode.
- Het vellen dat voldoet aan alle volgende voorwaarden:
- Het is een activiteit van nationaal belang of hangt daarmee samen. Het Omgevingsbesluit geeft aan welke activiteiten van nationaal belang zijn (artikel 4.12, Omgevingsbesluit).
- Het gaat om een houtopstand die niet is aangeplant vanwege een herbeplantingsplicht (van het Bal, de Wet natuurbescherming of de Boswet).
- De minister van LVVN heeft in het verleden een kennisgeving ontvangen (en dat bevestigd) voor het aanleggen van de houtopstand. Die kennisgeving moet het tijdstip en de plaats van de (destijds aan te leggen) houtopstand aangeven. Uit de kennisgeving moet ook blijken dat het om tijdelijke houtopstand gaat waarvan het vellen (in z’n geheel) zal plaatsvinden binnen 40 jaar na dat tijdstip.
Dit staat in artikelen 11.126, 11.129 en 11.131 van het Bal.
Handel en bezit hout(producten)
Het is verboden om te handelen in strijd met de Europese FLEGT-verordening en houtverordening over de handel in hout(producten). FLEGT staat voor Forest Law Enforcement, Governance and Trade.
FLEGT-verordening
De Europese FLEGT-verordening verbiedt het om houtproducten uit een partnerland de EU in te voeren zonder een zogenoemde FLEGT-vergunning van het partnerland. Dit staat in artikel 4, eerste lid van de FLEGT-verordening. Partnerlanden zijn houtproducerende landen buiten de EU waarmee de EU een overeenkomst heeft waarin afspraken staan over duurzaam bosmanagement, betere handhaving van de eigen boswetgeving en over de invoering van een vergunningsysteem (het FLEGT-vergunningenstelsel). Het Bal verbiedt het om te handelen in strijd met dat verbod (artikel 11.132, Bal). De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) geeft meer informatie over de FLEGT-vergunning voor de import van hout.
Houtverordening
De Europese houtverordening is van toepassing op hout en houtproducten uit alle landen (inclusief EU-landen). Artikelen 4 en 5 van die verordening bevatten:
- een verbod op het op de interne markt brengen van illegaal gekapt hout en daarvan vervaardigde producten
- een verplichting voor bedrijven om zich in te spannen om het risico op illegaal gekapt hout te minimaliseren
- een verplichting voor bedrijven over de traceerbaarheid van hout(producten) in de handelsketen
Het Bal verbiedt het om te handelen in strijd met deze bepalingen (artikel 11.132, Bal). De NVWA geeft meer informatie over voldoen aan de Europese houtverordening (EUTR).
Maatwerk
De minister van LVVN kan alleen maatwerkvoorschriften stellen onder de voorwaarden van de FLEGT-verordening of houtverordening.
Specifieke zorgplicht, ongewone voorvallen, gelijkwaardige maatregel
Naast bovenstaande regels zijn er regels van toepassing over:
Maatwerk
Er zijn maatwerkregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en maatwerkvoorschriften Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) mogelijk. Ze kunnen gaan over:
- de specifieke zorgplicht (artikel 11.116, Bal)
- het informeren over een ongewoon voorval (artikel 11.123, Bal)
- de te verstrekken gegevens en bescheiden bij een ongewoon voorval (artikel 11.124, Bal)
- de regels die deze pagina hiervoor beschrijft, zoals maatwerk over de wijze van herbeplanten.
Voorwaarden maatwerk
Er gelden voorwaarden voor maatwerk:
- Alleen provincies en de minister van LVVN kunnen maatwerk stellen (artikelen 11.113, 11.114, 11.117 en 11.118, Bal). Gemeenten dus niet.
- Maatwerkregels in de omgevingsverordening zijn mogelijk voor dezelfde doelen als die van de rijksregels, zoals natuurbescherming (artikel 11.117, Bal).
- Provincies kunnen geen maatwerkregels of maatwerkvoorschriften stellen als de minister van LVVN bevoegd gezag is voor maatwerkvoorschriften (artikelen 11.113, 11.114 en 11.118, Bal).
- Maatwerk mag de regels over ongewone voorvallen niet versoepelen. Zo mag maatwerk niet de informatieplicht bij een ongewoon voorval opheffen. Verscherpen van de regels mag wel.
- Maatwerk mag de specifieke zorgplicht niet versoepelen. Invullen van de specifieke zorgplicht mag wel. Bijvoorbeeld de wijze van kappen, zoals voorwaarden over het in te zetten materieel of de aan- en afvoerroute van gevelde bomen.
- Voor maatwerk bij herbeplanten op andere grond dan het vellen, gelden aanvullende voorwaarden.
- Voor maatwerk bij de handel in hout of houtproducten gelden aanvullende voorwaarden.
-
Een maatwerkvoorschrift kan vellen verbieden. Dit mag alleen als dat nodig is voor de bescherming van bijzondere natuurwaarden of landschappelijke waarden. Dit geldt steeds voor maximaal 5 jaar (artikel 11.128, Bal). Bij maatwerkregels zijn ook andere redenen mogelijk voor een kapverbod en gelden deze beperkingen niet.
Aanvullende voorwaarden bij maatwerkvoorschrift voor herbeplanting op andere grond
De provincie kan het herbeplanten op andere grond toestaan (dan waar het vellen plaatsvindt) met een maatwerkvoorschrift. Maar dan moet het herbeplanten wel voldoen aan de eisen in de omgevingsverordening. Zo kunnen die eisen betrekking hebben op de kwaliteit en oppervlakte van de grond voor herbeplanting of op de te compenseren natuurwaarden van de gevelde houtopstand. Als de provincie het herbeplanten op andere grond wil regelen met een maatwerkregel dan gelden deze beperkingen niet.
Als de minister van LVVN het herbeplanten op andere grond wil toestaan met een maatwerkvoorschrift dan gelden alle volgende voorwaarden:
- De grond voor herbeplanting en de grond waar het vellen plaatsvond, liggen in hetzelfde gebied. De Omgevingsregeling geeft aan wat onder ‘hetzelfde gebied’ valt (artikel 2.44, Omgevingsregeling).
- De grond voor herbeplanting heeft dezelfde of een betere kwaliteit dan de grond waar het vellen plaatsvond.
- De grond voor herbeplanting heeft een oppervlakte die minstens zo groot is als de grond waar het vellen plaatsvond.
- De gevelde houtopstand maakte geen deel uit van een boskern. De boskern is een min of meer aaneengesloten houtopstand met een totale oppervlakte van circa 5 hectare bos.
- De belangen van de landbouw en de bosbouw ondergaan geen schade.
Artikel 11.130 van het Bal regelt dit.
Overgangsrecht melding, ontheffing onder Wet natuurbescherming
Onder de Wet natuurbescherming kon de provincie een individueel of algemeen kapverbod instellen of een ontheffing verlenen van regels over vellen of herbeplanten. De minister van LVVN kon ontheffing verlenen van regels over het bezit of het verhandelen van hout(producten).
Zo’n ontheffing van de provincie of minister van LVVN of individueel kapverbod blijft onder de Omgevingswet gelden als maatwerkvoorschrift. Een algemeen kapverbod van de provincie blijft onder de Omgevingswet gelden als maatwerkregel. Verder blijft een melding voor het vellen van houtopstand die onder de Wet natuurbescherming is ingediend, gelden als melding onder de Omgevingswet.
Dit overgangsrecht staat in artikel 2.8 van de Aanvullingswet natuur.
Bevoegd gezag maatwerk, melding, gelijkwaardigheid, handhaving
De provincie is het bevoegd gezag voor:
- handhaving en toezicht van de regels over houtopstanden, zoals over de herbeplantingsplicht of de specifieke zorgplicht.
- een maatwerkvoorschrift, ongewone voorvallen, melding of verzoek om een gelijkwaardige maatregel die met Bal-regels over houtopstanden te maken hebben.
In sommige gevallen is niet de provincie maar de minister van LVVN het bevoegd gezag. Dat is het geval als het vellen van houtopstand of herbeplanten een activiteit van nationaal belang is of daarmee samenhangt. Het Omgevingsbesluit geeft aan welke activiteiten van nationaal belang zijn (artikel 4.12, Omgevingsbesluit). De minister van LVVN is ook het bevoegd gezag voor het verhandelen, niet-commercieel bezit, importeren of exporteren van hout(producten).
Dit volgt uit artikelen 11.113, 11.114, 11.123 en 11.124, van het Bal en 18.2, lid 1, van de Omgevingswet.
Omgevingsvergunning
Er kan een FLEGT-vergunning verplicht zijn voor de handel in hout(producten).
Voor het vellen van houtopstanden en herbeplanten geeft het Rijk geen vergunningplicht. Wel kan de provincie of gemeente een vergunningplicht opnemen in hun decentrale regelgeving.
Bebouwingscontour houtkap
De gemeente moet in het omgevingsplan de bebouwingscontour houtkap aanwijzen (artikel 5.165b, Besluit kwaliteit leefomgeving). Zo’n gebied omvat in ieder geval stedelijk gebied. Het gebied dat grenst aan stedelijk gebied, kan er ook onder vallen. Het is aan de gemeente om te bepalen hoe groot dat aangrenzende gebied is. Het is overigens niet de bedoeling dat de bebouwingscontour houtkap uit grote stukken onbebouwd gebied met een landelijk karakter bestaat.
Met het aanwijzen van de bebouwingscontour houtkap bepaalt de gemeente in feite wanneer de rijksregels over het vellen van houtopstanden gelden. Die gelden namelijk alleen buiten de bebouwingscontour houtkap. Binnen de bebouwingscontour houtkap gelden eventuele regels in het omgevingsplan over het vellen van houtopstanden. De bebouwingscontour houtkap kan overeenkomen met de 'bebouwde kom', maar dat hoeft niet per se.
Overgangsrecht
De bebouwingscontour houtkap is in feite de opvolger van artikel 4.1, onderdeel a, van de Wet natuurbescherming. Dat artikel maakte het voor de gemeente mogelijk om grenzen van de bebouwde kom aan te wijzen waarvoor de rijksregels over houtopstanden niet golden.
Er geldt overgangsrecht voor zo’n aanwijzing van de bebouwde kom (artikel IV, Aanvullingsbesluit natuur). Zo’n aanwijzing geldt onder de Omgevingswet als bebouwingscontour houtkap zolang het omgevingsplan geen bebouwingscontour houtkap aanwijst. Het overgangsrecht is nodig om te kunnen bepalen of de regels over houtopstanden in het Bal van toepassing zijn.
Als gemeente geen bebouwde kom heeft aangewezen onder de Wet natuurbescherming dan geldt het overgangsrecht niet. En dan zijn de regels over houtopstanden in het Bal aan de orde.
Decentrale regels gemeente
Buiten bebouwingscontour houtkap
De gemeente kan regels stellen over het (deels) vellen van houtopstanden of herbeplanten buiten de bebouwingscontour houtkap. Dat geldt in één van de volgende gevallen:
- De gemeentelijke regels hebben een ander doel dan natuurbescherming, het behoud van het Nederlandse bosareaal of het beschermen van landschappelijke waarden. Een ander doel is bijvoorbeeld het behoud van cultureel erfgoed. Denk aan het beschermen van groene (aangelegde) monumenten. Zo’n ander doel kan bijvoorbeeld ook veiligheid zijn, zoals het vellen van houtopstand dicht bij gebouwen of de openbare weg.
- Er zijn geen rijksregels over. Het doel van de gemeentelijke regels mag dan ook om bijvoorbeeld natuurbescherming gaan. Er gelden bijvoorbeeld geen rijksregels over:
- het aanplanten van houtopstanden zonder dat daarvoor een houtopstand is geveld
- het opslaan en afvoeren van hout na kap
- uitgezonderde gevallen.
Binnen bebouwingscontour houtkap
De rijksregels over het (deels) vellen van houtopstanden of herbeplanten gelden niet binnen de bebouwingscontour houtkap. Een gemeente kan zelf bepalen of ze regels in het omgevingsplan wil voor houtopstanden binnen de bebouwingscontour houtkap en voor welk doel van de Omgevingswet. Zo kunnen die regels voor natuurbescherming, veiligheid of een ander doel van de Omgevingswet zijn.
Decentrale regels provincie
De provincies kunnen in hun omgevingsverordening regels opnemen over houtopstanden. Dat geldt voor dezelfde gevallen als waarin gemeenten dat kunnen doen. Als de provincie regels wil opnemen in plaats van dat aan de gemeente over te laten, moet dat wel passen binnen het subsidiariteitsbeginsel (decentraal, tenzij).
Provincies kunnen verder – anders dan gemeenten – maatwerk vaststellen voor het invullen of afwijken van de rijksregels over het vellen van houtopstanden of het herbeplanten buiten de bebouwingscontour houtkap.
Relaties met andere activiteiten
Het vellen van houtopstand of herbeplanten kan relaties hebben met andere activiteiten, zoals een bouwactiviteit.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Maatwerkregel
Maatwerkregel als bedoeld in artikel 4.6, Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Artikel 4.6, Omgevingswet bepaalt dat een maatwerkregel in aanvulling op of in afwijking van een algemene regel van het Rijk of de provincie kan worden gesteld.
Maatwerkvoorschrift
Maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5, Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Artikel 4.5, Omgevingswet bepaalt dat het bevoegd gezag met een maatwerkvoorschrift een algemene regel voor een activiteit in een concrete situatie specifiek kan maken.