Immissietoets van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) in de lucht
Het bevoegd gezag toetst de immissie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) aan het maximaal toelaatbaar risico (MTR). Het bevoegd gezag kan hiervoor vragen dat het bedrijf een immissieberekening aanlevert.
Wanneer de regels van toepassing zijn
Hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) geeft aan wanneer voorschriften uit hoofdstuk 4 en 5 van het Bal gelden (richtingaanwijzer).
Toetsen aan het maximaal toelaatbaar risiconiveau (MTR)
Het MTR is de immissiegrenswaarde voor ZZS in de lucht. Het bevoegd gezag toetst de jaargemiddelde waarde van de immissie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) aan het maximaal toelaatbaar risico (MTR). Dit volgt uit artikel 5.25 van het Bal. Bij een vergunningplichtige activiteit zal het bevoegd gezag dit toetsen tijdens de vergunningaanvraag. Bij een niet vergunningplichtige activiteit zal het bevoegd gezag de immissietoets doen in het kader van toezicht.
Hieruit kan volgen dat technieken nodig zijn die meer bescherming bieden dan BBT. Zo nodig beoordeelt het bevoegd gezag dan opnieuw de inspanningen van het bedrijf bij de bronaanpak en de minimalisatieaanpak.
Voor veel ZZS is nog geen vastgesteld MTR beschikbaar. Het is wel belangrijk dat de vergunningverlener bij de beoordeling van een aanvraag ook de effecten van de ZZS op de leefomgeving meeweegt. Om daarvoor een inschatting te kunnen maken kan het bevoegd gezag een indicatief MTR opvragen bij het RIVM.
Het zoeksysteem risico's van stoffen op de website van RIVM geeft onder andere aan of er een MTR is voor die stof. Ook een indicatieve MTR staat in dit overzicht.
Plaats immissiebepaling: toetspunt
Bepaling van de immissie van ZZS moet plaatsvinden vanaf de grens van de locatie van de activiteit (artikel 5.25 lid 2 Bal). De plaats waarop het bevoegd gezag toetst is afhankelijk van de eigenschappen van de ZZS en het emissiepatroon. Dit bepaalt het bedrijf in overleg met het bevoegd gezag.
De meeste stoffen zullen niet alleen van invloed zijn op de mens, maar zullen ook effect hebben op het milieu. Denk bijvoorbeeld aan depositie op het oppervlaktewater. Ook kan de piek van een immissie zich ver buiten het bedrijf bevinden. Dit is onder meer afhankelijk van de hoogte van de schoorsteen en de gemiddelde windrichting. Bij de beoordeling van de luchtkwaliteit moet het bevoegd gezag hier rekening mee houden.
Bevoegd gezag: beperkte immissietoets
De zogenoemde beperkte immissietoets is bedoeld voor het bevoegd gezag. Hiermee kan het bevoegd gezag zelf toetsen of een bedrijf mogelijk het MTR overschrijdt. Als uit deze toets een mogelijke overschrijding volgt, dan is uitvoering van een uitgebreidere toets alsnog nodig. Het bevoegd gezag kan dan vragen dat het bedrijf een immissieberekening aanlevert.
Voor het vaststellen van het verwachte immissieniveau naar de lucht heeft het RIVM een hulpmiddel ontwikkeld. In 2024 heeft het RIVM deze toets geactualiseerd en is deze verplaatst naar de site van het RIVM. Dit online rekenprogramma beperkte immissietoets maakt een globale berekening van de mate van verdunning van de stof in de buitenlucht: een verspreidingsberekening. Dit hulpmiddel is bedoeld voor situaties waar ZZS vrijkomen.
Immissieniveau lager dan het MTR
Als het immissieniveau in de lucht lager is dan het MTR, dan is het niet nodig om onmiddellijk (extra) maatregelen te nemen. Wel gaat het bij het MTR om het maximaal toelaatbaar risico. Daarom moet een bedrijf streven naar een lager niveau: minimalisatie. Het bevoegd gezag kan ook in het belang van de bescherming van het milieu strengere emissiegrenswaarden of andere voorschriften vaststellen dan op basis van de MTR-toets nodig zou zijn (Bal, artikel 2.13 lid 5 en Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), artikel 8.30).
Overschrijding van het MTR
Uit toetsing aan het MTR kan blijken dat er een overschrijding is. Er zijn dan de volgende situaties mogelijk:
- Het bedrijf neemt aanvullende maatregelen
- Het bedrijf levert geen relevante bijdrage aan de immissie
- Het bevoegd gezag staat de activiteit niet toe
- Meerdere bedrijven dragen bij aan de overschrijding
Het bedrijf neemt aanvullende maatregelen
Het kan zijn dat het bedrijf een relevante bijdrage levert aan de overschrijding van het MTR. Dan zijn de getroffen maatregelen onvoldoende om de risico's te beperken. Het bedrijf moet dan aanvullende maatregelen nemen, ook al past zij al de beste beschikbare technieken toe. Het bedrijf geeft uitdrukkelijk aan hoe het bedrijf het emissieniveau terugbrengt zodat het immissieniveau tot in ieder geval onder het MTR komt. Het bevoegd gezag kan een strengere emissiegrenswaarde of andere voorschriften vastleggen in een vergunning of maatwerkbesluit, waarmee het bedrijf onder het MTR blijft (Bal, artikel 2.13 lid 5 en Bkl, artikel 8.30).
Het bedrijf levert geen relevante bijdrage aan de emissie
Het kan zijn dat het bedrijf geen relevante bijdrage aan de immissie levert. Een andere bron is dan de oorzaak van de overschrijding van de immissie, bijvoorbeeld scheepvaart. Door deze andere bronnen kan de achtergrondconcentratie dichtbij of zelfs boven het MTR liggen. In dat geval is het nemen van extra maatregelen door het bedrijf niet zinvol. Deze extra maatregelen zullen er dan niet voor kunnen zorgen dat de immissieconcentratie voor die stof in de lucht onder het MTR komt.
Als het bedrijf geen relevante bijdrage levert aan de immissie, dan hoeft het bevoegd gezag geen strengere emissie-eis op te leggen dan geldt vanuit het Bal. Ook in dat geval moet het bedrijf een vermijdings- en reductieprogramma opstellen om zo de emissie zoveel mogelijk te verminderen.
Het bevoegd gezag staat de activiteit niet toe
Het is ook mogelijk dat het bevoegd gezag de activiteit niet toestaat.
Meerdere bedrijven dragen bij aan de overschrijding
Afhankelijk van de lokale omstandigheden, kan het bevoegd gezag erop sturen álle puntbronnen in een bepaald gebied aan te pakken. Het gevolg hiervan is dat het bevoegd gezag per puntbron strengere emissie-eisen oplegt in de vergunning of in een maatwerkvoorschrift of maatwerkregel. Het bevoegd gezag kan ook een puntbron als niet relevant aanmerken ten opzichte van het totaal en zo ruimte boven het MTR bieden.
Stoffen waarvoor nog geen MTR beschikbaar is
Voor stoffen waarvoor nog geen MTR beschikbaar is, kan het bevoegd gezag een aanvraag voor een normafleiding indienen bij het Centrum voor Veiligheid van Stoffen en Producten (VSP) van het RIVM.
Het indienen van aanvragen is mogelijk via de Helpdesk van de RIVM-website Risico's van Stoffen. Het RIVM legt de aanvraag en de door het RIVM afgeleide MTR-waarden voor aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het ministerie besluit of ze de MTR vaststellen. Na vaststelling door het ministerie zijn de MTR-waarden te vinden op de website van het RIVM. Naarmate er meer MTR-waarden voor ZZS beschikbaar komen, zal de tabel bij artikel 5.25 van het Bal worden uitgebreid.
Achtergrondinformatie MTR
Het doel van het MTR is het ecosysteem en de mens te beschermen tegen langdurige blootstelling aan een stof.
Voor de mens is er onderscheid tussen stoffen zonder drempelwaarde en stoffen met een drempelwaarde. Bij stoffen zonder drempelwaarde verhoogt elke dosis, hoe klein ook, het risico op overlijden door kanker. Voor deze stoffen is het MTR gelijk aan de concentratie die een extra kans op overlijden aan kanker oplevert van één op de miljoen per jaar. Dit stellen deskundigen gelijk aan één op de tienduizend per leven. Voor stoffen met een drempelwaarde geldt de gezondheidskundige advieswaarde voor langetermijnblootstelling.
Voor het ecosysteem is het MTR de concentratie waarbij ten minste 95% van de soorten en processen binnen dat ecosysteem zijn beschermd. Overigens zijn er voor lucht zelden gegevens over ecologische effecten. Het MTR voor lucht is dan ook bijna altijd gebaseerd op gezondheidskundige limietwaarden. Overschrijding van het MTR betekent dat mens of ecosysteem onacceptabele, nadelige effecten kunnen ondervinden door de belasting (immissie) van een stof. De beoordeling van de aard en de effecten van ZZS vindt plaats door de hoogte van de immissieconcentratie te vergelijken met het MTR.
Immissie
Belasting die een ontvanger bereikt van bijvoorbeeld geur, geluid of een concentratie van een verontreinigende stof door een bron. Zoals geur bij nabijgelegen woningen, milieubelastende stoffen op een natuurgebied of geluid bij een verzorgingshuis.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.