Milieubelastende activiteit bedrijf voor mestbehandeling (paragraaf 3.6.8 Bal)
Voor bedrijven voor mestbehandeling gelden algemene rijksregels van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Hoofdstuk 3 van het Bal bevat de aanwijzing van wat er onder de milieubelastende activiteit valt en wat vergunningplichtig is. Ook staat hier welke inhoudelijke regels gelden.
Dit valt onder bedrijf voor mestbehandeling
De milieubelastende activiteit bedrijf voor mestbehandeling wordt in paragraaf 3.6.8 van het Bal aangewezen. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen zijn vooral verontreiniging van de lucht, lozingen en gebruik van energie.
De milieubelastende activiteit bestaat uit de kernactiviteit en eventuele functioneel ondersteunende activiteiten.
Kernactiviteit
Het behandelen van dierlijke meststoffen en het vergisten van plantaardig materiaal is de kernactiviteit. Hierbij gaat het om alle technieken voor het behandelen van dierlijke meststoffen, zowel op vast opgestelde installaties als op mobiele installaties. Ook veehouders die hun eigen mest behandelen, vallen onder deze milieubelastende activiteit.
Dit valt niet onder de kernactiviteit
Het behandelen van meer dan 25.000 m3 dierlijke meststoffen per jaar op een andere locatie dan de locatie van productie valt onder paragraaf 3.3.14 Grootschalige mestverwerking.
Samenloop met andere activiteiten uit hoofdstuk 3
Er kunnen ook andere paragrafen met milieubelastende activiteiten uit hoofdstuk 3 van het Bal van toepassing zijn. Deze activiteiten zijn soms functioneel ondersteunend aan de kernactiviteit en soms onderdeel van de kernactiviteit. Op de pagina De aanwijzing van milieubelastende activiteiten in het Bal leest u hier meer over. In de tabel hieronder vindt u voorbeelden van activiteiten die kunnen voorkomen bij deze kernactiviteit.
Andere activiteit |
Paragraaf Bal |
---|---|
Stookinstallatie | 3.2.1 |
Opslagtank voor gassen | 3.2.7 |
Opslagtank voor vloeistoffen | 3.2.8 |
Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking | 3.2.9 |
Veehouderij | 3.6.1 |
Laboratorium | 3.7.5 |
Deze milieuregels uit het Bal gelden voor bedrijf voor mestbehandeling
Bij de milieubelastende activiteit staat welke inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 van toepassing zijn. Deze regels gelden voor de gehele milieubelastende activiteit inclusief de functioneel ondersteunende activiteiten. Zie de tabel hieronder voor een overzicht van de regels.
Paragraaf titel |
Paragraaf Bal |
---|---|
Afval(mee)verbrandingsinstallatie | 4.4 |
Opslaan van vaste mest, champost of dikke fractie | 4.83 |
Opslaan van drijfmest, digestaat of dunne fractie in mestbassin | 4.86 |
Mestbehandelingsinstallatie | 4.87 |
Mestvergistingsinstallatie | 4.88 |
Opslaan van goederen | 4.104 |
Verduurzaming van het energiegebruik | 5.4.1 |
Zeer Zorgwekkende Stoffen (bij vergunningplichtige activiteiten) | 5.4.3 |
Emissies in de lucht (bij vergunningplichtige activiteiten) | 5.4.4 |
Daarnaast kunnen voor de functioneel ondersteunende activiteiten nog eigen regels en vergunningen gelden. Kijk hiervoor in de betreffende paragraaf van het Bal of in regels van gemeente, provincie of waterschap.
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist voor bedrijf voor mestbehandeling
Er is een omgevingsvergunning nodig voor de volgende activiteiten:
- het drogen of indampen van dierlijke meststoffen (hieronder valt niet het drogen van pluimveemest dat deel uitmaakt van een huisvestingssysteem waarvoor een emissiefactor voor ammoniak is vastgesteld)
- het vergisten van dierlijke meststoffen samen met afvalstoffen
- het vergisten van plantaardig materiaal
- het verbranden van dierlijke meststoffen
- het composteren van dierlijke meststoffen
Bij deze vergunningplichtige activiteiten geldt ook een vergunningplicht voor het lozen van afvalwater op een oppervlaktewater.
Voor andere activiteiten die onder de kernactiviteit bedrijf voor mestbehandeling vallen, geldt geen vergunningplicht.
Vaak zijn in een bedrijf ook andere paragrafen met milieubelastende activiteiten uit hoofdstuk 3 van het Bal van toepassing. Voor die activiteiten kan ook een vergunningplicht gelden.
Milieueffectrapportage
Het kan zijn dat voor deze milieubelastende activiteit een mer-beoordelingsplicht of een mer-plicht geldt. Dit kunt u afleiden uit bijlage V van het Omgevingsbesluit. Wilt u weten of mer verplichtingen geeft? Vul de mer-scan in of lees verder over milieueffectrapportage.
Mest kan een afvalstof zijn. Mest die wordt afgevoerd om te worden verwerkt in een mestverwerkingsinstallatie van derden is een installatie voor het verwijderen van afval, zoals bedoeld in project L2 van bijlage V Omgevingsbesluit. Voor deze installaties is een mer-beoordeling nodig. Zie mestbehandeling en milieueffectrapportage.
Informeren van het bevoegd gezag
Het bedrijf moet uiterlijk 4 weken van tevoren algemene gegevens aanleveren bij het bevoegd gezag Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Hierbij gaat het bijvoorbeeld om naam, adres, begrenzing van de locatie en begindatum van de activiteit.
In hoofdstuk 2, 4 en 5 van het Bal staat per activiteit aangegeven of het bedrijf nog andere informatie moet aanleveren.
De indieningseisen voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden voor bedrijf voor mestbehandeling
Niet alle regels voor mestbehandeling staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
- het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen
- een eventuele omgevingsvergunning
- lokale regelgeving. Met lokale regelgeving bedoelen we bijvoorbeeld het omgevingsplan van de gemeente, de omgevingsverordening van de provincie en de waterschapsverordening van het waterschap. Welke lokale regels gelden voor een bepaalde locatie kunt u het beste checken met het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket.
Voor bedrijven die mest behandelen is naast de regelgeving in de Omgevingswet ook de Meststoffenwet van belang. Daarnaast kan voor een mestbehandelingsinstallatie een erkenning van de NVWA nodig zijn.
Meer informatie
Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag kan zowel het Rijk, een provincie, een waterschap als een gemeente zijn. Onder de Omgevingswet heeft ieder instrument een bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dat het instrument inzet, is ook het bevoegd gezag voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, meldingen en het toestaan van afwijken van algemene regels.
Lees hier verder over bevoegd gezag.