Toepassingsbereik, melding en informatieplicht saneren van de bodem (paragraaf 4.121 Bal)
Voor de milieubelastende activiteit Saneren van de bodem gelden inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Op deze pagina leest u meer over het toepassingsbereik (wat eronder valt) en de verplichtingen voor het doen van een melding en de informatieplicht door de initiatiefnemer.
Let op: deze regels gelden alleen als het gaat om een activiteit die valt onder paragraaf 3.2.23 Saneren van de bodem.
Toepassingsbereik: dit valt er onder
De regels in paragraaf 4.121 gelden voor het saneren van de bodem.
Melding
Het is verboden deze activiteit te starten zonder dit ten minste 4 weken van tevoren te melden. De melding bevat 2 soorten gegevens:
- algemene gegevens (zie hiervoor de pagina Meldingsplicht milieuregels Bal)
- specifieke gegevens voor deze activiteit:
- onderzoeken: deze onderzoeken geven de situatie in de bodem weer. Op de pagina over voorafgaand bodemonderzoek staat welke onderzoeken er gedaan moeten zijn. Hier staat ook aan welke eisen deze onderzoeken moeten voldoen.
- keuze voor de saneringsaanpak: er zijn 2 standaard saneringsaanpakken om de bodem te saneren. Dat zijn afdekken of verwijderen van de verontreiniging. Elke aanpak vraagt om andere gegevens bij de melding:
- te melden gegevens voor afdekken van de verontreiniging:
- het type afdeklaag
- situering van de afdeklaag op een kaart en op een dwarsprofiel
- als de grond wordt herschikt: situering van de herschikte grond op een kaart en de hoeveelheid grond die ten hoogste wordt herschikt en eventueel afgevoerd in kubieke meters
- te melden gegevens voor verwijderen van de verontreiniging:
- situering van de ontgravingscontour aangeduid op een kaart en op een dwarsprofiel
- bodemvolume waarin de werkzaamheden plaatsvinden (volume te verwijderen verontreinigde grond)
- hoeveelheid af te voeren grond per kwaliteitsklasse zoals bedoeld in artikel 25d van het Besluit bodemkwaliteit
- aanduiding van de waarde voor de bodemfunctieklasse, ofwel de terugsaneerwaarde per te saneren parameter
- wanneer van toepassing: de maatregelen om uitdamping van vluchtige stoffen tegen te gaan
- wanneer van toepassing: de lozingsroutes als afvalwater wordt geloosd.
Als gegevens van de melding wijzigen, bijvoorbeeld als de sanering op een andere manier plaatsvindt, dan moeten de gewijzigde gegevens minimaal 5 werkdagen voor de start van de activiteit gemeld zijn, via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Uiteraard kunnen er zich tijdens een sanering onverwachte situaties voordoen die dan niet altijd 5 werkdagen doorgegeven kunnen worden. Als daardoor de al gemelde gegevens gewijzigd zijn of gewijzigd gaan worden, is overleg met het bevoegd gezag noodzakelijk.
Let op: voor de activiteit saneren van de bodem moet de initiatiefnemer zowel een melding doen als gegevens en bescheiden overleggen. Dit betreffen 2 aparte modules in het aanvraaggedeelte van het DSO. Geadviseerd wordt om de melding en de aanlevering van gegevens en bescheiden zo mogelijk gelijktijdig te doen.
Informatieplicht: gegevens en bescheiden voor het begin van de activiteit
Ten minste 4 weken voor het begin van de activiteit verstrekt de initiatiefnemer via het DSO de volgende gegevens en bescheiden:
- gegevens over de begrenzing van de locatie
- verwachte datum van het begin van de activiteit.
Minimaal 1 week voor het begin van de activiteit verstrekt de initiatiefnemer de volgende gegevens en bescheiden:
- wie de werkzaamheden verricht (naam en adres uitvoerend volgens de BRL SIKB 7000 erkende aannemer)
- wie de milieukundige begeleiding doet (naam en adres, zowel van de volgens de BRL SIKB 6000 erkende onderneming als van de persoon).
Als sprake is van wijzigingen in de gegevens en bescheiden (bijvoorbeeld de datum waarop de activiteit start), moet de initiatiefnemer dit direct doorgeven.
Informatieplicht: aanleveren gegevens en bescheiden na beëindiging van de activiteit
Ten hoogste 4 weken na het beëindigen van de activiteit verstrekt de initiatiefnemer de gegevens en bescheiden zoal vermeld in artikel 4.1246 via het DSO. De informatie moet in een evaluatieverslag staan dat door de milieukundige begeleiding conform BRL SIKB 6000 is opgesteld. Het betreft zowel het evaluatieverslag voor het onderdeel processturing als het onderdeel verificatie. Het evaluatieverslag bevat minimaal de volgende gegevens:
- resultaat van de milieukundige begeleiding
- opsomming van bijzondere omstandigheden
- indien van toepassing: resultaten van de milieukundige verificatie van het eindresultaat van de sanering. Bij de saneringsaanpak verwijderen gaat het om de resultaten van de controlebemonstering, inclusief analysecertificaten en aanduiding van de plaatsen van bemonstering op een kaart. Bij de saneringsaanpak afdekken gaat het om de controle of de afdeklaag is aangebracht en voldoende dikte heeft
- als er vluchtige verontreinigingen aanwezig zijn: de resultaten van het binnenluchtonderzoek. Dit onderzoek moet aantonen dat de kwaliteit van de binnenlucht in een bodemgevoelig gebouw op een bodemgevoelige locatie door de genomen maatregelen voldoet aan de waarde voor Toxicologische Toelaatbare Concentratie in Lucht (TCL) uit het Bkl.
- Als er sprake is van gebruiksbeperkingen of nazorg verstrekt de initiatiefnemer bij het evaluatieverslag gegevens en bescheiden over:
- de gebruiksbeperkingen die noodzakelijk zijn ter bescherming van de gezondheid
- een voorstel voor nazorgmaatregelen.
Deze informatie geeft het bevoegd gezag inzicht of de sanering volgens de melding is uitgevoerd, welk eindresultaat het heeft opgeleverd en of de grond op een juiste manier is afgevoerd. Daarnaast kan het bevoegd gezag deze informatie registreren in het bodeminformatiesysteem. Zo is deze opvraagbaar als in de toekomst op dezelfde locatie nieuwe activiteiten plaatsvinden waarbij de kwaliteit van de bodem van belang is.
Het bevoegd gezag is niet verplicht om op het evaluatieverslag te reageren. Blijkt uit het evaluatieverslag van de sanering dat niet (geheel) volgens het Bal en/of maatwerkregels of -voorschriften gesaneerd is? Dan kan het bevoegd gezag handhavend optreden op grond van de inhoudelijke artikelen uit het Bal of het omgevingsplan en/of de maatwerkvoorschriften.
Als de saneringsaanpak bestond uit het afdekken van een verontreiniging, kan het reden zijn voor de gemeente om het omgevingsplan aan te passen. Bijvoorbeeld als een gemeente ervoor gekozen heeft om de bruidsschatregel voor nazorg na saneren te vervangen door een specifieke op de locatie gerichte maatregel. Een alternatief is om de nazorgverplichting en gebruiksbeperking vast te leggen in een maatwerkvoorschrift.
Stroomschema bodem saneren
Bekijken een overzicht van de regels en verplichtingen voor de verschillende situaties binnen de activiteit saneren van de bodem.
Voorschriften
Naast toepassingsbereik en melding gelden bepaalde voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels saneren van de bodem.
Beoordeling en toezicht en handhaving door bevoegd gezag
Bij het uitvoeren van een activiteit onder algemene regels vindt geen goedkeuring vooraf of achteraf door het bevoegd gezag plaats. Degene die de activiteit uitvoert heeft zelf de verantwoordelijkheid om de sanering uit te voeren volgens het Bal, het omgevingsplan en/of een maatwerkvoorschrift.
Een toetsing vooraf is, net zoals bij een melding onder het voormalige Besluit uniforme saneringen, niet verplicht. Het bevoegd gezag kan zelf een afweging maken bij welke situaties en op welke wijze een controle wordt uitgevoerd. Als het bevoegd gezag constateert dat een melding niet volledig is of niet in overeenstemming is met het Bal en/of het omgevingsplan, dan kan het bevoegd gezag de initiatiefnemer daarop aanspreken. Mocht een gemeente naar aanleiding van een melding wel een maatwerkvoorschrift willen opleggen, dan zal het bevoegd gezag wel tijdig moeten reageren.
Voor de gegevens en bescheiden die na afloop van de activiteit worden verstrekt (waaronder het evaluatieverslag), geldt voor het bevoegd gezag eveneens geen verplichting om deze te beoordelen of te controleren. Ook hiervoor geldt dat het bevoegd gezag zelf een afweging mag maken bij welke situaties en op welke wijze controle plaatsvindt. Als het bevoegd gezag constateert dat niet volgens de melding, het Bal, het omgevingsplan of een maatwerkvoorschrift is gesaneerd, kan het bevoegd gezag handhavend optreden. Daarnaast kan het bevoegd gezag deze informatie registreren in het bodeminformatiesysteem. Zo is deze opvraagbaar als in de toekomst op de dezelfde locatie nieuwe activiteiten plaatsvinden waarbij de kwaliteit van de bodem van belang is.
Begrip: Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Lees meer op Inhoud Besluit activiteiten leefomgeving.
Begrip: Kwaliteitsklasse
Klasse waarin grond, baggerspecie, landbodem of waterbodem op grond van artikel 25d van het Besluit bodemkwaliteit ingedeeld kan worden op basis van milieuhygiënische kwaliteitseisen. De kwaliteitsklassen komen bij diverse milieubelastende activiteiten uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) voor, waaronder bij het toepassen van grond of baggerspecie.
De kwaliteitseisen die de bovengrens vormen voor een kwaliteitsklasse staan in bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit 2021. Zie: Kwaliteits- en bodemfunctieklassen bij activiteiten op of in de bodem
Begrip: Bodemfunctieklasse
Aanduiding van de aangewezen bodemfunctie van de (ontvangende) landbodem in het omgevingsplan, zoals in artikel 5.89p van het Besluit bodemkwaliteit leefomgeving (artikel 1 Besluit bodemkwaliteit). Zie: Indeling van de landbodem in de bodemfunctieklassenkaart.
De bodemfunctie bepaalt samen met de bodemkwaliteitsklasse van de ontvangende landbodem de kwaliteitseis voor het toepassen van grond of baggerspecie op de landbodem. Zie: Kwaliteitseisen toepassen grond of baggerspecie op de landbodem.
De bodemfunctieklasse bepaalt ook de terugsaneerwaarde bij de saneringsaanpak verwijderen van een verontreiniging bij saneren van de bodem (artikel 4.1242 van het Besluit activiteiten leefomgeving).