Milieuprestatie in het Bbl

De milieuprestatie-eis geldt niet voor alle kantoorgebouwen. Uitzonderingen zijn:

• kantoorgebouwen met minder dan 100 m² gebruiksoppervlakte aan kantoorfuncties en nevengebruiksfuncties. Is het kantoorgebouw onderdeel van een (groter) gebouw, dan geldt deze grens van 100 m² voor het hele gebouw. Bij de bepaling van de gebruiksoppervlakte van 100 m² telt dus ook de gebruiksoppervlakte aan nevengebruiksfuncties mee. Bijvoorbeeld die van een kantine of vergaderruimten (bijeenkomstfuncties).
• kantoorgebouwen in een gebouw met andere gebruiksfuncties dan de kantoorfunctie of nevengebruiksfuncties daarvan. Denk aan een combinatiegebouw met kantoren en daaronder gelegen winkels of horeca.

Eis aan de milieuprestatie in het Bbl

De score voor de milieuprestatie mag maximaal € 1/m²/jaar bvo (bruto vloeroppervlakte) zijn. Voor woningen wordt dit afgeleid uit het rapport 'Inzicht in het kwaliteitsniveau bij nieuwbouw anno 2020 van woningen en woon- en kantoorgebouwen'. Voor kantoren wordt dit afgeleid uit de ‘nulwaarde’ uit het private certificeringsstelsel van duurzaam vastgoed. Lees er meer over op de website van BREAAM-NL. Hoe lager de score, hoe duurzamer het materiaalgebruik is.

Een hogere eis voor de energieprestatie leidt vaak tot een lagere score op de milieuprestatie. Dat komt doordat er voor een verbetering van de energieprestatie vaak extra materiaal nodig is. Gemeenten kunnen in het omgevingsplan een maatwerkregel opnemen over de milieuprestatie in een bepaald gebied. Die kan alleen hoger worden staat in artikel 4.160 Bbl.

Berekening van de milieuprestatie

De milieuprestatie wordt volgens de 'Bepalingsmethode Milieuprestatie gebouwen en GWW-werken' bepaald op basis van de Europese standaard EN 15804:2012+A2:2019. Ook de 'Rekenregels en richtlijnen milieuprestatiebepaling' die worden gebruikt, zijn daarop gebaseerd. Deze methode maakt de materiaalgebonden milieuprestatie van het bouwwerk over de hele levenscyclus zichtbaar. Er wordt ook rekening gehouden met vervanging van materialen tijdens de levensduur van het gebouw. U kunt deze documenten downloaden op de website van Stichting Nationale Milieudatabase (NMD).

Materialen

Alleen constructieonderdelen en installaties die nodig zijn om te voldoen aan de andere regels uit het Bbl tellen mee. Huishoudelijke apparatuur en de inrichting vallen daar bijvoorbeeld niet onder. De eigenschappen van de materialen komen uit de productkaarten in de Nationale Milieudatabase (NMD). De database kent merkgebonden en niet-merkgebonden data van materialen. De rekenregels zorgen, samen met de informatie uit de database, voor controleerbare, reproduceerbare en eenduidige rekenuitkomsten.

MPG-score

De uitkomst van de berekening van de milieuprestatie bestaat uit 19 zogenaamde milieu-impact-categorieën. Door weging naar zwaarte van de verschillende milieu-impact-categorieën wordt een 1-puntsscore vastgesteld: de milieuprestatie. De totale som wordt gedeeld door de levensduur en door het bruto vloeroppervlak (bvo) van een gebouw. Dit is de MPG-score (Milieu Prestatie Gebouwen) uitgedrukt in euro/m²/jaar.

Berekening

Er is een aantal gevalideerde rekeninstrumenten beschikbaar voor deze berekening. De opzet daarvan is vergelijkbaar met een kostencalculatie. De kenmerken, zoals afmetingen van het bouwwerk, worden ingevoerd. Daarna volgen de bouwproducten en hoeveelheden. Daarmee rekent het programma volgens de bepalingsmethode de milieueffecten van het gebouw of bouwwerk uit. De bepalingsmethode drukt deze getallen daarna samen uit in een schaduwprijs: de fictieve kosten die gemaakt zouden moeten worden om de milieueffecten ongedaan te maken.

Stichting Nationale Milieudatabase

Het stelsel van milieuprestatie wordt beheerd door Stichting Nationale Milieudatabase (NMD).

Klimaatadaptieve maatregelen

Klimaatadaptieve maatregelen voor een gebouw voorschrijven kan op dit moment nog niet. Maar waarschijnlijk in de toekomst wel, door een wijzigingsbesluit dat nog in procedure is. Dat kan dan voor een gebouw met industriefunctie, zoals een distributiecentrum, of overige gebruiksfunctie, zoals een parkeergarage of schuur. Het gaat bijvoorbeeld om zogenaamde groene en/of blauwe daken of een dak met zonnepanelen. De gemeente moet dan wel een maatwerkregel voor nieuwe gebouwen opnemen in het omgevingsplan. Voor bestaande gebouwen kan de gemeente een maatwerkvoorschrift opstellen per individueel geval.