Inhoud pagina:
Definitie en eigenschappen beschermd subbrandcompartiment
In bijlage I bij artikel 1.1 van het Bbl staat de volgende definitie:
Beschermd subbrandcompartiment: gedeelte van een bouwwerk dat binnen de begrenzing van een subbrandcompartiment ligt of daarmee samenvalt, dat meer bescherming biedt tegen brand of rook dan een ('gewoon') subbrandcompartiment
Een beschermd brandcompartiment moet zowel bij nieuwbouw als bij bestaande bouw aan bepaalde regels voldoen, net als een subbrandcompartiment en een brandcompartiment.
Bij beschermde subbrandcompartimenten zijn de volgende eigenschappen belangrijk:
Extra bescherming tegen brand
Een beschermd subbrandcompartiment is nodig om extra bescherming te bieden aan mensen die slapen of die niet zelfstandig kunnen vluchten bij brand. Denk aan kleine kinderen, bedgebonden patiënten of gedetineerden. Er is in die gevallen namelijk meer tijd nodig om iedereen in veiligheid te brengen. Zo'n ruimte moet daarom in een beschermd subbrandcompartiment liggen, dat daarvoor aanvullende bescherming biedt. Deze extra bescherming wordt gewaarborgd door een hogere wbdbo Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en een beperking van de omvang van het compartiment.
Subbrandcompartimenten of verkeersruimten met beschermde vluchtroute
Subbrandcompartimentering zorgt dat de uitgang van een door brand bedreigd brandcompartiment bereikt kan worden zonder te bezwijken door rook of vuur. Om het brandcompartiment veilig, ongehinderd en op tijd te kunnen ontvluchten, stelt het Bbl eisen aan:
- de kwaliteit van de scheiding tussen een brandcompartiment en de omliggende (besloten) ruimten
- de maximale loopafstanden binnen een subbrandcompartiment
Daarom moet een brandcompartiment zijn onderverdeeld in 1 of meer subbrandcompartimenten of zogenoemde verkeersruimten, waardoor een beschermde vluchtroute voert. Zie ook het infoblad Vluchten bij brand (nieuwbouw) (pdf, 1.3 MB).
Ligging in een beschermd subbrandcompartiment
De volgende ruimten moeten bij nieuwbouw in een beschermd subbrandcompartiment liggen:
- een verblijfsgebied Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in een woonfunctie (artikel 4.58, lid 1, Bbl).
- een bedgebied Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (artikel 4.58, lid 2, Bbl, zie ook infoblad Brandveiligheid bij een gezondheidszorgfunctie (pdf, 497 kB)).
- een celeenheid (artikel 4.58, lid 3, Bbl). Een celeenheid kan uit meerdere ruimten bestaan.
- een logiesverblijf, zoals een hotelkamer (artikel 4.58, lid 4, Bbl).
Bij bestaande bouw moeten de volgende ruimten in een beschermd subbrandcompartiment liggen:
- een verblijfsruimte in een woonfunctie (artikel 3.44, lid 1, Bbl)
- een bedruimte (artikel 3.44, lid 2, Bbl)
- een celeenheid (artikel 3.44, lid 3, Bbl
- een logiesverblijf (artikel 3.44, lid 4, Bbl)
Samenvallen met (beschermd) subbrandcompartiment
Zijn de loopafstanden in een brandcompartiment niet te groot? Dan is een verdere onderverdeling van het brandcompartiment in (beschermde) subbrandcompartimenten niet nodig. De begrenzing van het brandcompartiment kan dan samenvallen met de begrenzing van het (beschermde) subbrandcompartiment.
Dat is het geval bij een logiesfunctie en ook bij een bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied (artikel 4.59, lid 8, Bbl). Daarom moet bij deze gebruiksfuncties bij de uitgang van het beschermde subbrandcompartiment een beschermde, extra beschermde of veiligheidsvluchtroute Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) beginnen. Net als bij de uitgang van een 'gewoon' subbrandcompartiment.
Omvang van een beschermd subbrandcompartiment
Artikelen 3.54 en 4.59 van het Bbl stellen eisen aan de maximale omvang van een beschermd subbrandcompartiment bij de woonfunctie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), de bijeenkomstfunctie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), de celfunctie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), de gezondheidszorgfunctie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en de logiesfunctie. Voor andere gebruiksfuncties gelden geen specifieke eisen voor de omvang van een beschermd subbrandcompartiment, omdat daar bij uitzondering geslapen wordt. Wordt een gebouw af en toe 's nachts gebruikt (denk aan het overnachten van padvinders in een scoutinggebouw), dan kan een niet-bouwkundige oplossing voldoende zijn.
Bijeenkomstfunctie voor kinderopvang
Bij een bijeenkomstfunctie voor de opvang van kinderen tot 4 jaar en 24-uursopvang (kinderopvang met bedgebied) wordt de omvang van een beschermd subbrandcompartiment beperkt tot een gebruiksoppervlakte van maximaal 200 m2. Dit is omdat de hier aanwezige kinderen in het algemeen niet zelfstandig kunnen vluchten.
In dit beschermde subbrandcompartiment mogen geen ruimten van een andere gebruiksfunctie liggen (artikel 4.59, lid 3, Bbl). Ruimten van ondergeschikt belang (nevengebruiksfuncties) mogen wel deel uitmaken van dit beschermde subbrandcompartiment.
Met een beroep op de mogelijkheid een gelijkwaardige maatregel toe te passen, kunt u een groter beschermd subbrandcompartiment realiseren. U moet dan wel aannemelijk maken dat die maatregel ook echt gelijkwaardig is.
Woonfunctie voor zorg
In een woonfunctie voor zorg met een gebruiksoppervlakte van meer dan 500 m2 (bestaande bouw 1000 m²) mag een gezamenlijke verblijfsruimte (woonkamer) worden gerealiseerd in een beschermd subbrandcompartiment met een maximale omvang van 500 m2 (bestaande bouw 1000 m²) (artikel 3.45, lid 2, en artikel 4.59, lid 2, Bbl).
Zie ook het Infoblad Brandveiligheid bij een Woonfunctie voor zorg - Bouwbesluit 2012
Gezondheidszorgfunctie
De maximale omvang van een beschermd subbrandcompartiment bestemd voor bedgebonden patiënten is afhankelijk van het bewakingsniveau. Een beschermd subbrandcompartiment van 500 m2 (bestaande bouw 1000 m²) is alleen toegestaan bij permanente bewaking. Er moet dan 24 uur per etmaal voldoende goed getraind personeel aanwezig zijn om de bedgebonden patiënten bij brand tijdig in veiligheid te kunnen brengen. Is er geen bewaking? Dan mag het beschermde subbrandcompartiment niet groter zijn dan 50 m2 (bestaande bouw 100 m²).
De omvang van een beschermd subbrandcompartiment in een gezondheidszorgfunctie met bedgebied Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) mag maximaal 500 m2 (bestaande bouw 1000 m²) zijn. Binnen het beschermde subbrandcompartiment met bedgebied mogen ook ruimten liggen, die ten dienste staan van die patiëntenkamers. Bijvoorbeeld een ruimte voor toezicht door verplegend personeel (artikel 3.45, lid 4, en artikel 4.59, lid 5, Bbl). Maar deze ruimte mag ook buiten een beschermd subbrandcompartiment liggen. Lees meer over gezondheidszorgfunctie en brandveiligheid.
Celfunctie
Elke celeenheid moet een apart beschermd subbrandcompartiment zijn (artikel 3.45, lid 3, en artikel 4.59, lid 4, Bbl). Dit biedt de hoogst mogelijke bescherming als er brand uitbreekt in een ander beschermd subbrandcompartiment in de buurt van die celeenheid.
Logiesfunctie
Elk logiesverblijf, zoals een hotelkamer, moet een afzonderlijk beschermd subbrandcompartiment zijn (artikel 3.45, lid 6, en artikel 4.59, lid 7, Bbl). In een groepsaccommodatie, zoals bij een kampeerboerderij, mogen de verschillende ruimten voor een enkele groep gasten samen in 1 beschermd subbrandcompartiment liggen. Deze verschillende ruimten vormen dan samen 1 logiesverblijf.
Wbdbo van een beschermd subbrandcompartiment
Aan de wbdbo van een beschermd subbrandcompartiment naar een andere ruimte in hetzelfde brandcompartiment stelt het Bbl een eis van minimaal 30 minuten (bestaande bouw 20 minuten). Die andere ruimte kan ook een ander beschermd subbrandcompartiment zijn (artikel 3.47, lid 1, en artikel 4.60, lid 1, Bbl).
Wrd van een beschermd subbrandcompartiment
Nieuwbouw
De weerstand bij rookdoorgang (wrd) van een beschermd subbrandcompartiment moet bij nieuwbouw voldoen aan de Europese rookwerendheidsklasse, bepaald volgens NEN 6075 (artikel 4.62 Bbl).
De rookwerendheid van een bouwdeel wordt uitgedrukt in rookklassen op basis van m3/uur lekverlies van een scheidingsconstructie. Ra is hierbij de rookdoorlatendheid bij 20°C (a = ambient temperature = omgevingstemperatuur). R200 is de rookdoorlatendheid bij 200°C én bij 20°C.
De wrd van een beschermd subbrandcompartiment is:
- naar een ander beschermd subbrandcompartiment: R200
- beschermd subbrandcompartiment naar een subbrandcompartiment: Ra
- beschermd subbrandcompartiment in een woonfunctie voor zorg met een gebruiksoppervlakte groter dan 500 m2 naar een subbrandcompartiment: R200
- beschermd subbrandcompartiment in een celfunctie naar een subbrandcompartiment: R200
- beschermd subbrandcompartiment in een gezondheidszorgfunctie met bedgebied naar een subbrandcompartiment: R200
- beschermd subbrandcompartiment naar een besloten ruimte waardoor een beschermde of extra beschermde vluchtroute voert: R200
Bestaande bouw
Bij bestaande bouw moet de weerstand tegen rookdoorgang (wrd), bepaald volgens NEN 6075, van een subbrandcompartiment naar een besloten ruimte in het brandcompartiment ten minste 20 minuten bedragen (artikel 3.46 Bbl).
Verbouw
Bij verbouw geldt het rechtens verkregen niveau. Tenzij het gaat om het verbouwen van een scheidingsconstructie tussen een woning en een gemeenschappelijke verkeersruimte (artikel 5.13a Bbl). De wrd van een beschermd subbrandcompartiment (de woning) naar een besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute, extra beschermde vluchtroute of beschermde route voert, moet dan R200 zijn (bepaald volgens NEN 6075). Bij alleen het vervangen van de deur in een scheidingsconstructie geldt de eis alleen voor de deur.
Wijzigen gebruiksfunctie
De pagina Functiewijziging in het Bbl legt uit wanneer de regels voor bestaande bouw of voor nieuwbouw gelden bij het wijzigen van de gebruiksfunctie.