Veelgestelde vragen Financiering bodemtaken
Hieronder staan veelgestelde vragen met antwoorden over Financiering bodemtaken.
Let op: deze webpagina beschrijft het regime van de Wet bodembescherming. De Wet bodembescherming is onder de Omgevingswet alleen van toepassing (geheel of gedeeltelijk) als dit volgt uit het overgangsrecht.
Apparaatskostenvergoeding voor alle taken
Nee, er is sprake van een apparaatskostenvergoeding (kosten van personeel, informatievoorziening, organisatie, financieel beheer en automatisering verbonden aan de uitvoering van de taken) voor alle taken in het kader van de Omgevingswet in algemene zin, via het gemeentefonds. Na inwerkingtreding van de Omgevingswet krijgen alle gemeenten in lijn met het ontwerp-principe ‘decentraal tenzij’, de volledige bevoegd-gezagtaak voor de fysieke leefomgeving, inclusief de bodemkwaliteit. Tenzij anders bepaald. Onder meer bij complexe bedrijven en bij saneringen die vallen onder het overgangsrecht blijft de provincie of Wbb-bevoegd-gezaggemeente bevoegd.
Zie voor meer informatie over wie bevoegd gezag is Bevoegd gezag algemene rijksregels milieubelastende activiteit.
Zie voor meer informatie over het overgangsrecht Overgangsrecht saneringen Aanvullingswet bodem.
Geen verrekening per beleidsveld: 3 redenen
Gemeenten krijgen daar om 3 redenen geen voor bodem gelabelde apparaatskostenvergoeding voor:
- In 2016 is in het kader van de Omgevingswet overeengekomen/geconstateerd dat besparingen en kostenverzwaring over de gehele fysieke leefomgeving voor de betreffende overheid zijn en dat er dus geen verrekening per beleidsveld plaatsvindt. Dit is in lijn met de integrale benadering van de fysieke leefomgeving. Apparaatskostenvergoeding loopt in algemene zin via het gemeentefonds.
- Gemeenten worden gecompenseerd voor de extra uitgaven rond de Omgevingswet. Daarmee worden ook incidentele/invoeringsknelpunten rondom bodem gedekt. Zie ook de Septembercirculaire 2022: Compensatie Omgevingswet.
- De taakuitbreiding van gemeenten op het gebied van bodem is beperkt binnen het geheel van taken over de fysieke leefomgeving. Zie voor een gedetailleerd overzicht van wijzigingen op het gebied van bodem hoofdstuk 4 van de Wegwijzer bodem in de Omgevingswet.
Ter verduidelijking op de taakuitbreiding
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de bodemkwaliteit. Met name voor het toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen. Wat voor veel gemeenten na inwerkingtreding van de Omgevingswet nieuw is, is het beoordelen, houden van toezicht en handhaven op de activiteiten graven en saneren, waar voorheen de provincie (en 29 grote steden) dat deed bij gevallen van bodemverontreiniging volgens de Wbb.
Het aantal van deze voor de gemeente nieuwe activiteiten is afhankelijk van aan de ene kant de plaatselijke bodemkwaliteit en aan de andere kant de hoeveelheid werkzaamheden (infrastructuur, woningbouw) in de bodem, voor zover die sterk is verontreinigd. Bij de meeste gemeenten is het aantal nieuwe activiteiten dusdanig beperkt dat naar verwachting een beperkte verandering in toezicht en handhaving plaats hoeft te vinden.
Bekende saneringen
De provincie of Wbb-bevoegd-gezaggemeente blijft vanuit het overgangsrecht nog voor veel al bekende saneringsgevallen bevoegd gezag. Alle spoedsaneringen en saneringen waarvoor het saneringsplan is ingediend, blijven onder het bestaande recht (Wbb) geregeld en dus ook bij het bestaande bevoegd gezag. Dat is dus met inbegrip van de VTH-taken (vergunning, toezicht en handhaving).
Zie voor meer informatie over het overgangsrecht: Overgangsrecht saneringen Aanvullingswet bodem.