Toepassen van bagger als grondstof
Als grondstoffen worden liefst materialen gebruikt die al beschikbaar zijn. Een voorbeeld is baggerspecie, dat vrijkomt in bijvoorbeeld projecten om watergangen voldoende diepte te geven voor scheepvaart of voor het goed houden van de waterkwaliteit. Deze pagina geeft 10 adviezen om baggerspecie te benutten.
10 adviezen
-
Advies 2: Van 'Bron zoekt toepassing' naar 'Toepassing zoekt bron'
-
Advies 3: Vertrouw op het zorgplichtbeginsel van de Omgevingswet
-
Advies 5: Ken de regelgeving en gebruik de juiste milieubelastende activiteit
-
Advies 7: Kijk niet alleen naar de chemische kwaliteit van de bagger
Hergebruik
Elke dag komt baggerspecie vrij in opgaven waar gemeenten, waterschappen, provincies, Rijkswaterstaat en terreinbeheerders samen voor staan. Die bagger kan goed worden gebruikt. U kunt de vaste bodem naast de watergang ophogen. Of daar organisch materiaal aan toevoegen waardoor de kwaliteit beter wordt.
Onder de Omgevingswet is meer maatwerk mogelijk. Het blijft wel opletten, want zowel gemeenten, waterschappen als provincies kunnen decentrale regels maken. Dit roept om meer samenwerking en afstemming, ook in beleid. Door bij het schrijven van beleid en decentrale regels al rekening te houden met de opgaven van anderen, kunnen materialen zoals baggerspecie meer worden gebruikt. Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) brengt via regels op de kaart in beeld welke regels voor een locatie gelden.
10 adviezen voor meer gebruik van baggerspecie
De Themagroep Waterbodembeleid van de Unie van Waterschapen, enkele gemeenten en omgevingsdiensten hebben 10 adviezen opgesteld. Ze zijn een hulpmiddel om meer baggerspecie nuttig te gebruiken. Ze gaan over overleg in de keten 'van baggeren tot toepassen', regelgeving en (on)bekendheid met de kwaliteit en het nut van bagger.
Belang van baggeren en samenwerken in de keten
Het baggeren van watergangen is een vorm van onderhoud van onze omgeving, net zoals gras maaien en bomen snoeien. Het zorgt ervoor dat we water kunnen vasthouden en afvoeren en dat we kunnen varen. Baggeren zorgt ook voor schoon slootwater en een groene omgeving. Net zoals natuurlijke materialen als gras en hout heeft bagger een hoge gebruikswaarde. Uit de praktijk blijkt dat de keten van baggeren tot toepassen niet altijd sluit. De ene partij blijft met de vrijgekomen bagger zitten en een andere koopt grondmateriaal in. Dat kan anders: meer circulair en duurzamer.
Advies 1: Overleg helpt! Als alle organisaties in de keten tot overeenstemming komen, is er meer mogelijk
De ervaring leert dat het helpt om aan omgevingsmanagement te doen. Denk aan regelmatig contact tussen gemeente, omgevingsdienst, waterschap, provincie, Rijkswaterstaat, aannemers, terreineigenaren en omwonenden. Bij de voorbereiding van het plan kunt u met deze informatie rekening houden. Dat vermindert de kans op onverwachte situaties en verlicht de tijdsdruk op het vergunningenproces.
Onder de Omgevingswet zijn de toepassingsmogelijkheden voor baggerspecie verruimd (zie: wat is veranderd bij toepassen van grond of baggerspecie). Partijen hebben meer ruimte om de bagger nuttig te gebruiken. Hiervoor is contact en samenwerking belangrijk. Er zijn gebieden waar voor de bodem een win-winsituatie kan ontstaan. Bijvoorbeeld in gebieden met bodemdaling of problemen met de bodemvruchtbaarheid.
Voorbeeld aanpak weilanddepot door een gemeente
Voor de vrijkomende baggerspecie gaat de gemeente zelf op zoek naar een perceeleigenaar. Het voordeel voor de perceeleigenaar is dat hij met de baggerspecie een terrein kan ophogen en hiermee de bodemdaling kan vertragen. De eigenaar ontvangt een vergoeding van de gemeente, gebaseerd op de Gasunie-normen. Daarnaast krijgt de perceeleigenaar de mogelijkheid om tegen een vergoeding werkzaamheden rondom het weilanddepot zelf uit te voeren. Bijvoorbeeld het afwerken van het nieuwe maaiveld.
Deze werkwijze levert voor de gemeente meerwaarde op, zoals:
- De gemeente houdt de regie op het werk in eigen hand en heeft daardoor meer grip op de ingehuurde organisaties.
- De gemeente bepaalt de uitvoering, waardoor kosten en milieubelasting lager zijn.
- De gemeente weet dan zeker dat de perceeleigenaar tevreden is.
Advies 2: Van 'Bron zoekt toepassing' naar 'Toepassing zoekt bron'
Zonder dialoog tussen partijen zijn projecten niet op elkaar afgestemd. Dat verkleint de mogelijkheden, omdat deze afhankelijk zijn van tijd, geld en kwaliteit. Het 2e advies is daarom om de keten 'van baggeren tot toepassen' niet te onderbreken. Zorg dat bij de start van het baggeren al bekend is waar de baggerspecie naartoe gaat. Welke tussenstappen zijn nodig? Dat is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle partijen in een keten die circulair wil zijn. Zowel baggeren als toepassen zijn onderdeel van het beheer van de fysieke leefomgeving.
Advies 3: Vertrouw op het zorgplichtbeginsel van de Omgevingswet
Rondom het gebruik van baggerspecie bestaan zorgen, bijvoorbeeld bij landgebruikers en -eigenaren. Een veelgehoorde zorg is dat er mogelijk stoffen in zitten, die schadelijk zijn voor de ontvangende bodem. Baggerspecie heeft een negatief imago, terwijl het een nuttige grondstof kan zijn. De wet kent regels voor het beschermen van de bodemkwaliteit. Omgevingsdiensten handhaven deze regels. Ook hier geldt: contact is nodig. Spreek met elkaar over de kwaliteit van de baggerspecie en de bodem. Dat past ook in de Omgevingswet waarin deze afstemming tussen partijen hoog in het vaandel staat.
Normen voor verspreiding baggerspecie en toepassen zijn onderbouwd
Voor de verspreiding van baggerspecie bestaan wettelijke toetsingskaders:
- De normen voor het toepassen van baggerspecie zijn afgestemd op de kwaliteit van de bodem (bodemkwaliteitsklassen) en de gebruiksfunctie van de locatie.
- De normen voor verspreiding van baggerspecie over aangrenzende percelen komen uit een onderzoek van Alterra uit 2014 (Normstelling verspreidbare baggerspecie). In deze normen is via de LAC-waarden rekening gehouden met de bodemkwaliteit van landbouwgrond. Dit is gedaan om zeker te zijn van de voedsel- en dierveiligheid.
Zorgplicht
Naast deze toetsingskaders is zorgplicht een belangrijk uitgangspunt. Deze voorkomt vermindering van de bodemkwaliteit. Iedere aantasting van de bodemkwaliteit moet worden weggenomen. De zorgplicht staat in artikel 1.7 van de Omgevingswet, aangevuld met de specifieke zorgplicht in artikel 2.11 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Als iemand weet, of kan vermoeden, dat de activiteit nadelige gevolgen heeft voor de omgeving, is er een plicht om maatregelen te nemen om dit te voorkomen, de gevolgen te beperken of ongedaan te maken. Of als dat niet mogelijk is de activiteit achterwege te laten.
De zorgplicht geeft de omgeving zekerheid dat de kwaliteit behouden blijft. De specifieke zorgplicht is namelijk zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk handhaafbaar.
Lees meer over: Zorgplicht en bodemverontreiniging.
Advies 4: Zorg ervoor dat u samenwerkt met partijen die circulariteit en omgevingsmanagement belangrijk vinden
Niet alleen waterschappen en gemeenten zijn actief met toepassen van bagger. Ook anderen zijn betrokken of kunnen er profijt van hebben. Bijvoorbeeld terreinbeheerders die mogelijkheden zien tot functioneel gebruik in hun gebied. Ze hebben niet alleen een ontvangstplicht, maar kunnen er voordeel bij hebben om bagger op hun land toe te passen. Door vroeg met hen in gesprek te gaan, kunnen de voordelen aan bod komen. Dit voorkomt het onderbreken van de keten 'van baggeren tot toepassen'.
Een belangrijke rol is er voor aannemers en transporteurs. Zij voeren het werk uit en willen duidelijkheid over de plek waar de bagger heen gaat of kan gaan. Ook aannemers doen aan omgevingsmanagement, omdat ze hebben ervaren dat een betrokken omgeving de kans op het slagen van het project vergroot.
Zowel voor de overheid als voor private partijen geldt: in het aanbestedingsproces is het belangrijk om afspraken te maken over:
- een niet-onderbroken keten van baggeren tot toepassen
- het inrichten van omgevingsmanagement, zodat alle betrokkenen op tijd zijn geïnformeerd, hun bezwaren aangeven en de voordelen voor alle betrokkenen aan bod komen
- goede bewijslast over de bodemkwaliteit en de kwaliteit van de bagger
Praktijkvoorbeeld: belangrijke rol voor aannemers
Waterschappen, provincies en gemeenten maken gebruik van aannemers die voor hen het baggerwerk doen. Soms krijgt de aannemer de volledige verantwoordelijkheid over het baggerwerk en de verwijdering van bagger. In de opdrachtverlening kan een verplichting tot hergebruik van de bagger worden opgenomen. Aannemers werken met omgevingsmanagement dat voortdurend in contact staat met het gebied. Dat kan gaan over hinder en overlast, maar ook over de nuttige toepassing van de grondstof.
Advies 5: Ken de regelgeving en gebruik de juiste milieubelastende activiteit
De regelgeving voor hergebruik van baggerspecie onder de Omgevingswet staat in het Bal en is daarin gekoppeld aan 2 activiteiten:
- de milieubelastende activiteit opslaan van grond of baggerspecie (paragraaf 4.123 uit het Bal)
- de milieubelastende activiteit toepassen van grond of baggerspecie (paragraaf 4.125 uit het Bal)
In tabel 1 staat een overzicht van juridische kaders bij handelingen met vrijkomende baggerspecie. Daarnaast speelt nog veel meer regelgeving een rol bij activiteiten met baggerspecie. Hierover staat meer in adviezen 7, 8 en 9.
Opslaan
De milieubelastende activiteit opslaan van grond of baggerspecie geldt wanneer de baggerspecie tijdelijk ergens in opslag ligt, in afwachting van afvoer naar elders. De maximale tijdsduur van de tijdelijke opslag is afhankelijk van de locatie van opslag:
- op de landbodem (maximaal 3 jaar), of
- in een oppervlaktelichaam (maximaal 10 jaar)
Toepassen
Het toepassen van baggerspecie, waaronder ook het verspreiden, valt onder de milieubelastende activiteit toepassen van grond of baggerspecie. Toepassen van grond of baggerspecie mag alleen in een functionele toepassing, als van de grond of baggerspecie een milieuverklaring bodemkwaliteit beschikbaar is. En alleen als de kwaliteit van de grond of baggerspecie voldoet aan de kwaliteitseisen op de locatie. Op de pagina Inhoudelijke voorschriften Toepassen van grond of baggerspecie (paragraaf 4.124 Bal) staan alle mogelijke toepassingssituaties en bijbehorende kwaliteitseisen. Een van de toepassingssituaties is verspreiden van baggerspecie op de landbodem. Het inrichten van een weilanddepot is daar ook deel van.
Onder de Omgevingswet is het mogelijk om de baggerspecie te verspreiden op landbouwpercelen tot wel 10 kilometer van de watergang. Het heeft echter de voorkeur om de vrijkomende baggerspecie zoveel mogelijk binnen het eigen bodem- en watersysteem bij de watergang toe te passen. Daarnaast wordt door de kortere transportafstand de uitstoot van koolstofdioxide en stikstof geminimaliseerd. De nieuwe mogelijkheid in de Omgevingswet geldt als een terugvalvariant, als er geen mogelijkheid is om de baggerspecie op het aangrenzende perceel te verspreiden.
Wat valt niet onder deze activiteiten?
Niet onder bovengenoemde activiteiten valt:
- Baggerspecie die niet herbruikbaar is omdat het sterk verontreinigd is, moet worden afgevoerd naar een erkend verwerker (reiniger of stortplaats).
- Vaste waterbodem die vrijkomt bij het verdiepen van watergangen, behoort niet tot de activiteit verspreiden. Deze activiteit geldt alleen voor baggerspecie die door afspoeling en afkalving in het oppervlaktewater terecht is gekomen.
Tabel 1: Overzicht juridische kaders bij vrijkomende baggerspecie
Actie | Kader | Toelichting |
---|---|---|
U wilt de bagger direct naast de watergang verspreiden | Verspreiden baggerspecie over aangrenzend perceel (onderdeel van de activiteit toepassen van grond of baggerspecie) voor het herstellen of verbeteren van de bodemgesteldheid van die gronden. | Artikel 4.1278 van het Bal verwijst voor de kwaliteitseisen door naar het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) en de onderliggende Regeling bodemkwaliteit 2022. Lees meer over de kwaliteitseisen voor verspreiden van baggerspecie. Via maatwerkregels in het omgevingsplan of via een maatwerkvoorschrift kunnen afwijkende kwaliteitseisen gelden. Voor het verspreiden van baggerspecie op een aangrenzend terrein geldt er geen meldplicht. |
U wilt de bagger direct naast de watergang verspreiden | Op landbouwgronden tot ten hoogste 10 kilometer afstand van de plaats van vrijkomen | Artikel 4.1269, lid 3 van het Bal geeft de mogelijkheid voor het verspreiden van baggerspecie die voldoet aan de kwaliteitseisen op landbouwgronden tot 10 km van de plaats van vrijkomen. Ook eerst opslaan van de baggerspecie in een weilanddepot is toegestaan en valt onder het verspreiden van baggerspecie. |
U wilt de bagger direct naar een (andere) definitieve toepassingslocatie brengen | Toepassen van baggerspecie op de bodem of de waterbodem (onderdeel van activiteit toepassen van grond of baggerspecie) |
De betrokken partijen gaan op zoek naar een geschikte toepassingslocatie. Bij de start van het baggerwerk is duidelijk waar toepassing van de baggerspecie mogelijk is. De kwaliteit van de baggerspecie bepaalt de toepassingsmogelijkheden:
Deze artikelen verwijzen voor de kwaliteitseisen naar het Bbk en de onderliggende Rbk 2022. Via maatwerkregels in het omgevingsplan of via een maatwerkvoorschrift kunnen afwijkende kwaliteitseisen gelden. Lees meer over de kwaliteitseisen bij het toepassen van grond of baggerspecie op de pagina Inhoudelijke voorschriften toepassen van grond of baggerspecie (Bal-artikel 4.124). |
U wilt de bagger tijdelijk opslaan, zodat hij later elders kan worden toegepast | Tijdelijke opslag van baggerspecie | Dit betreft de activiteit opslaan van grond of baggerspecie (paragraaf 4.123 van het Bal). Afhankelijk van de kwaliteit van de baggerspecie is er een vergunning- of meldingsplicht. Voor de tijdelijke opslag op de landbodem geldt een maximale duur van 3 jaar. Lees meer bij Inhoudelijke regels opslaan van zonder bewerking herbruikbare grond of baggerspecie. |
Advies 6: Benut de mogelijkheid van decentrale regels
De Omgevingswet biedt veel ruimte voor maatwerk. De gemeente kan maatwerkregels opnemen in het omgevingsplan, de provincie in de provinciale verordening en het waterschap in de waterschapsverordening. Dat kan een oplossing geven voor gebieden met een specifieke bodemkwaliteit. Hierbij is van belang dat de landbodem waar de baggerspecie wordt verspreid en de waterbodem waar de baggerspecie vandaan komt tot 1 beheergebied behoren. Lees meer over maatwerk bij verspreiden van baggerspecie.
Ook van andere thema's komen regels in het gemeentelijke omgevingsplan of de provinciale omgevingsverordening. Dat kan (beperkende) invloed hebben op de mogelijkheden van het toepassen en verspreiden van bagger. Bijvoorbeeld regels over archeologie en cultuurhistorie hebben invloed op de mogelijkheden van het nuttig gebruiken van baggerspecie. Beleidsmakers kijken dus niet alleen naar hun eigen thema. Ze willen voorkomen dat het werk van anderen door sectorale regels onbedoeld onmogelijk wordt gemaakt.
Advies 7: Kijk niet alleen naar de chemische kwaliteit van de bagger
De baggerspecie kan het bodem- en watersysteem beïnvloeden. Bijvoorbeeld omdat er stoffen uit de bagger in de bodem, het grondwater of het oppervlaktewater komen. Bij verspreiding van de baggerspecie op een aangrenzend perceel wordt dat niet als probleem gezien. De bagger wordt binnen het systeem verplaatst. Voor de verspreiding van baggerspecie naar andere locaties geldt het uitgangspunt: de kwaliteit van de baggerspecie is van gelijke kwaliteit of beter dan die van de ontvangende bodem. Ook stoffen zonder norm kunnen schadelijk voor de bodem zijn, denk bijvoorbeeld aan chloride. Hiervoor geldt de zorgplicht.
Naast de chemische kwaliteit kunnen andere onderwerpen een rol spelen bij het toepassen van baggerspecie. (Bijzondere) natuurwaarden op het terrein naast de watergang kunnen redenen zijn om de bagger niet te accepteren. Op een andere locatie kan de bagger door zijn samenstelling juist een interessante toepassing zijn om de bodemvruchtbaarheid van een terrein te verbeteren. Hierdoor verbetert de bodemkwaliteit waardoor minder mest nodig is. Het gebruiken van baggerspecie is dan een kans.
Voor deze onderwerpen en voor thema’s als archeologie en cultuurhistorie is vooral de decentrale regelgeving van belang, vastgelegd in het omgevingsplan of provinciale omgevingsverordening.
Natuurwaarden / flora en fauna
Op grond van artikel 5.1, lid 2, aanhef en onder g van de Omgevingswet is het verboden om zonder omgevingsvergunning een flora- en fauna-activiteit te verrichten. In het Bal is deze vergunningplicht nader uitgewerkt. Daar staat dat in een programma, een omgevingsverordening en een ministeriële regeling activiteiten als vergunningvrij kunnen worden aangewezen. Zo is een omgevingsvergunning niet verplicht vanuit een flora -en fauna-activiteit als het soorten betreft die in een provinciale omgevingsverordening zijn uitgesloten van de vergunningplicht. Daarnaast is een omgevingsvergunning niet verplicht als het werkzaamheden betreft die worden uitgevoerd volgens de gedragscode wet natuurbescherming voor waterschappen. Baggerwerkzaamheden kunnen vallen onder werkzaamheden die door het waterschap in een gedragscode zijn benoemd. Het is daarom raadzaam om voorafgaand aan het uitvoeren van de werkzaamheden na te gaan of de werkzaamheden onder een vastgestelde gedragscode vallen en daarom vergunningvrij kunnen worden uitgevoerd. Los van een eventuele vrijstelling geldt de zorgplicht van artikel 11.27 van het Bal altijd.
Fysische bodemkwaliteit
Er is geen specifieke regelgeving over de fysische bodemkwaliteit, maar er kunnen wel lokale regels of ambities zijn. De eigenaar van het terrein beheert het naastliggende terrein met een bepaald doel. Dit doel kan het verspreiden/toepassen van baggerspecie meer of minder gewenst maken. Open en tijdige communicatie met de eigenaar over de huidige en gewenste fysische bodemkwaliteit vóór de verspreiding van de baggerspecie kan uitsluitsel geven.
Chemische bodemkwaliteit: maatwerkregels in omgevingsplan
Voor het verspreiden van baggerspecie bestaat er een apart milieuhygiënisch toetsingskader met kwaliteitseisen. In het omgevingsplan kan de gemeente daar met lokale maatwerkregels van afwijken. Hierdoor is het mogelijk om baggerspecie met een mindere kwaliteit toe te passen. Bij een maatwerkregel zal de gemeente een afweging maken tussen mogelijkheden voor hergebruik en bescherming van de bodem. Echter, er kunnen onverwachte gevolgen ontstaan en verontreinigingen of negatieve effecten. Dan is de opdrachtgever van de toepassing verplicht om maatregelen te treffen om deze verontreiniging ongedaan te maken of op grond van de zorgplicht de gevolgen ervan te beperken.
Advies 8: Onderzoek of de toepassing leidt tot overlast
De toepassing van bagger kan leiden tot overlast voor de omgeving:
- tijdens het werk
Luisteren naar de omgeving en daar rekening mee houden in het werkplan helpt. Hiermee kan overlast worden voorkomen. Soms zijn tijdelijke maatregelen nodig. Om de overlast voor omwonenden te beperken, is communicatie essentieel. Hierbij is een duidelijk (en goed bereikbaar) aanspreekpunt voor omwonenden belangrijk. - bij tijdelijke opslag/toepassing
Als er door activiteiten structurele problemen voor de omgeving optreden, kan de zorgplicht van toepassing zijn. De opdrachtgever is verplicht is de overlast weg te nemen of te beperken. - na toepassing
Communicatie is van groot belang. Als er blijvend overlast is, zoeken opdrachtgever, uitvoerende partij en eigenaar samen naar een oplossing.
Het is belangrijk om in het omgevingsmanagement klachten of zorgen serieus te nemen. Ook als men zeker weet (of denkt te weten) dat de hinder niet op zal treden. Extra onderzoek of een hinder-analyse kan vrees voor hinder bij omwonenden wegnemen. Hetzelfde geldt voor het adequaat reageren wanneer toch hinder optreedt.
Geur
Geuroverlast kan vooral in de aanlegfase een rol spelen. Omdat dit maar een zeer tijdelijke overlast is, geldt de uitzondering uit artikel 5.90, tweede lid van het Bal. Er moet dan alleen worden voldaan aan de regels voor aanvaardbaarheid uit het omgevingsplan. Dit zijn lokale regels. Hieronder vallen op zijn minst de omgevingswaarden voor de kwaliteit van de buitenlucht, zoals vastgesteld in artikelen 2.3 tot en met 2.8 van het Bal of zoals aangescherpt in een omgevingsplan of omgevingsverordening. Lees meer over geur in het omgevingsplan.
Mogelijke geuroverlast bij de aanleg van een depot kan vergeleken worden met de geuroverlast bij het uitrijden van mest door boeren. Beide zorgen tijdelijk voor overlast, maar lossen vanzelf op.
Bagger bij een riooloverstort
De kwaliteit van baggerspecie kan lokaal worden beïnvloed door aanwezigheid van een riooloverstort. Bij het hergebruik en afzet van de baggerspecie moet daarbij rekening worden gehouden. Dit betekent dat de toepasser bij het waterbodemonderzoek meer parameters moet onderzoeken dan alleen het standaardpakket. Welke parameters dat zijn, moet blijken uit het vooronderzoek volgens NEN 5717. Deze verplichting staat in paragraaf 5.2 uit de Regeling bodemkwaliteit 2022.
Bagger met bijzondere stoffen of ziektekiemen
Bestaat het vermoeden dat de baggerspecie verontreinigd is met andere (bijzondere of niet-genormeerde) stoffen of ziektekiemen? Dan verplicht de Regeling bodemkwaliteit 2022 om deze stoffen mee te nemen bij het waterbodemonderzoek of de partijkeuring en ze te vermelden op de milieuverklaring bodemkwaliteit. Voor de toepassing zelf geldt dan de zorgplicht. De opdrachtgever en uitvoerende partij moeten maatregelen treffen om de verspreiding van deze stoffen te voorkomen of, als dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk in te perken. Als de verontreiniging hier niet voldoende mee beheerst kan worden, moet de baggerspecie afgevoerd worden om op die manier de verspreiding van de stoffen te voorkomen.
Om te bepalen of er onderzocht moet worden op bijzondere stoffen of ziektekiemen is het uitvoeren van een uitgebreid vooronderzoek volgens NEN 5717 essentieel. Daaruit blijkt of er reden is om deze stoffen te verwachten in de baggerspecie en of onderzoek op deze stoffen noodzakelijk is.
Advies 9: Breng ruimtelijke stappen in beeld
Of er een omgevingsvergunning nodig is vanwege ruimtelijke ordening hangt af van de activiteit en van de regels in het omgevingsplan en de verordeningen. Het gaat hier om lokale regels, die per plaats kunnen verschillen. Er kan in het omgevingsplan staan dat een activiteit verboden is of dat er met een omgevingsvergunning mag worden afgeweken van planregels. Welke regels er op de locatie gelden kan worden nagegaan via het DSO, module Regels op de kaart of de Vergunningcheck van het Omgevingsloket.
Omdat de regels per locatie kunnen verschillen is het belangrijk om deze tijdig op te zoeken. Door bij de keuze van de locatie al rekening te houden met de regels voor ruimtelijke ordening per activiteit kan de beste locatie gekozen worden voor de geplande actie.
Advies 10: Gebruik 'ontvangstplicht' als laatste middel
Er geldt een wettelijke plicht om onderhoud- en herstelwerkzaamheden aan waterstaatswerken te gedogen (artikel 10.3 van de Omgevingswet, voorheen artikel 5.23 van de Waterwet). De grondeigenaar of -gebruiker bij of in een oppervlaktewaterlichaam moet bij het onderhoud vrijkomende baggerspecie en maaisel op zijn grond ontvangen. Zie artikel 10.3 van de Omgevingswet, voorheen artikel 5.23, lid 2, Waterwet. Lees meer over de gedoogplicht ontvangst maaisel en baggerspecie.
Deze gedoogplicht gaat niet in alle gevallen op. Als de berm bijvoorbeeld te smal is of als er bouwwerken staan, geldt deze plicht niet. De gedoogplicht kan ook op gronden rusten die niet direct aan het water liggen. Dit is het geval wanneer de direct aan het water gelegen gronden te klein zijn om de specie te ontvangen. Dan geldt de gedoogplicht ook voor de daarachter gelegen gronden, bijvoorbeeld achter een voet- of fietspad of achter een weg.
De route via de ontvangstplicht is juridisch geregeld. Hoewel er omstandigheden kunnen zijn die aanleiding geven om de bagger niet op het aangrenzende terrein toe te passen, blijft de terreineigenaar verplicht om over een alternatief mee te denken. Het is zelfs zo dat waterschappen regelingen hebben opgesteld waarin ze de toepassing van bagger subsidiëren. Echter, deze werkwijzen zijn geen logisch onderdeel van een streven naar een traject dat streeft naar samenspraak en samen zoeken naar de voordelen in de hele keten. Daarmee zijn we terug bij advies 1: de zoektocht naar de dialoog.