IPLO Uitgelicht april 2025
In deze editie onder andere aandacht voor de Wet veilige jaarwisseling, interpretatieverschillen over normdocumenten voor bodem, nieuwe webinars over energiebesparing en het vermijdings- en reductieprogramma voor Zeer Zorgwekkende Stoffen.
In IPLO Uitgelicht gaan we maandelijks in op wat ons opvalt aan de vragen die we krijgen. Daarnaast bieden we inzicht in feiten en cijfers, zoals de vraagaantallen, de verdeling over de verschillende onderwerpen en het bezoek aan iplo.nl.
Vraag van de maand
Ik zou graag een aanpassing willen zien in een functionaliteit van het Omgevingsloket, kan dat?
De laatste tijd hebben wij vaker wensen binnengekregen over het Omgevingsloket. De indieners zijn zowel vergunningaanvragers als medewerkers van bedrijven en het bevoegd gezag.
Op de pagina Wensen voor ontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) leest u hoe u uw wens kunt indienen. Voordat u dat doet, is het verstandig eerst te kijken naar welke wensen andere mensen al hebben ingediend en wat de status daarvan is. U kunt trouwens behalve wensen indienen, ook tips of suggesties geven.
Wat opviel in april
Bodem
Interpretatieverschillen normdocumenten
In de bodemregelgeving staan veel verwijzingen naar beoordelingsrichtlijnen, protocollen en normdocumenten. Daarmee is het volgen van eisen uit deze documenten verplicht. Deze documenten zijn in beheer bij Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) en andere zogeheten schemabeheerders. Voor sommige werkzaamheden geldt bovendien vanuit de Kwalibo-regelgeving een verplichting om erkend gecertificeerd te zijn. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt toezicht op de naleving daarvan.
In de praktijk ervaart de bodemsector soms interpretatieverschillen over de inhoud van normdocumenten. Bijvoorbeeld over wanneer de milieukundig begeleider verplicht aanwezig moet zijn bij een bodemsanering. Dit kunnen interpretatieverschillen zijn tussen private en publieke partijen. Bijvoorbeeld tussen certificaathouder of certificerende instelling en het bevoegd gezag, maar ook wel tussen private partijen onderling, of tussen opdrachtgever en certificaathouder.
Voor interpretatievragen over deze documenten is daarom het Loket voor interpretatievragen in normdocumenten bodemkwaliteit beschikbaar. Dit is aanvullend op de reguliere dienstverlening vanuit IPLO. Het loket geeft een antwoord dat zowel afgestemd is met de schemabeheerder als met de ILT.
Wanneer nieuwe NEN gebruiken
Onlangs is de nieuwe NEN 6693 over het beschrijven van bodem, slib en grondwater gepubliceerd. Deze vervangt een tweetal oude NEN-normen. De helpdesk van IPLO krijgt vragen per wanneer deze gebruikt mag worden. In de regelgeving wordt namelijk nog niet naar NEN 6693 verwezen.
Het gebruik van de nieuwe NEN-norm is pas verplicht als deze ook is opgenomen in de regelgeving. Dat is voor NEN 6693 nog niet het geval. Het is nog niet bekend op welk moment de Regeling bodemkwaliteit 2022 naar NEN 6693 gaat verwijzen. De aanwijzing kan pas plaatsvinden als de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) ook de BRL SIKB 2000 en onderliggende protocollen heeft gewijzigd. Op de pagina Kwaliteitsborging bodemonderzoek geven we uitleg over de omgang met nieuwe versies van normdocumenten.
Bouw
Eisen aan extra bouwlaag
Nogal wat vragen bij Bouw gaan over verbouw en de systematiek van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Een voorbeeld daarvan is de vraag of een vloerafscheiding rond een trapgat moet voldoen aan de eisen voor nieuwbouw.
De vraagsteller wil op een gebouw van 1 bouwlaag een extra verdieping bouwen, bereikbaar via een te bouwen trap. Vóór de verbouwing was geen trap of trapgat aanwezig. Met het plaatsen van een trap en het zagen van het trapgat wordt de veiligheid ongunstiger, ook al komt er een vloerafscheiding rond het trapgat.
Op de pagina Verbouwen van een bouwwerk: dit houdt het in gaat het onder andere over het begrip 'rechtens verkregen niveau'. Dat is de eis dat het kwaliteitsniveau ná een verbouwing ten minste hetzelfde moet zijn als het kwaliteitsniveau vóór de verbouwing (beter mag dus uiteraard ook). Bij deze extra verdieping is er vóór de verbouwing nog geen kwaliteitsniveau, want er is nog geen 2e bouwlaag. In dat geval is het uitgangspunt: voldoen aan het niveau dat het Bbl voorschrijft voor bestaande bouw. Tenzij afdeling 5.3 van het Bbl (inhoudelijke regels voor het verbouwen van een bouwwerk) iets anders aangeeft. Die afdeling bevat uitzonderingen. Bijvoorbeeld een ander energiezuinigheidsniveau. Of betere ventilatie. Maar niet voor een trapgat met vloerafscheiding. Het antwoord is dus uiteindelijk: het trapgat met vloerafscheiding moet voldoen aan niveau bestaande bouw.
Externe veiligheid
Wetsvoorstel Wet veilige jaarwisseling
Opvallend was dat de helpdesk in april nogal wat vragen en meningen over vuurwerk kreeg. Dat heeft er waarschijnlijk mee te maken dat de Tweede Kamer op 8 april 2025 instemde met het wetsvoorstel Wet veilige jaarwisseling. Onderdeel van dat wetsvoorstel is een landelijk vuurwerkverbod voor particulieren. Het verbod zal niet eerder dan de jaarwisseling 2026/2027 ingaan. Want de Tweede Kamer wil dat eerst is voldaan aan 3 randvoorwaarden, die tijd zullen kosten:
- Er ligt een effectief handhavingsplan van de politie en gemeenten.
- Er ligt een uitgewerkte algemene maatregel van bestuur, zodat het voor dorps- of buurtverenigingen duidelijk is onder welke voorwaarden zij tijdens de jaarwisselingen met een ontheffing van de burgemeester op een verantwoorde en veilige manier voor hun lokale gemeenschap vuurwerk kunnen afsteken.
- Er ligt een eerlijke en nette compensatieregeling voor de vuurwerkbranche.
Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS)
Certificerende instellingen, Ascert en LAVS
Gecertificeerde asbestbedrijven zijn wettelijk verplicht om het LAVS te gebruiken. Hieraan gekoppeld is de toegang tot de bijbehorende rollen om de werkzaamheden in het LAVS te kunnen vastleggen. Het certificatieregister wordt beheerd door Stichting Ascert. Er zijn 3 certificerende instellingen (ci's) die toezicht houden op de certificering. Ascert geeft mutaties, schorsingen en sancties die zijn opgelegd door deze ci's, door aan de helpdesk van het LAVS. Daarna past de helpdeks de rechten van de organisatie in kwestie aan. Is er een sanctie opgelegd, dan worden ook de functionaliteiten deels dichtgezet.
Dat leidt tot vragen als deze: 'Het lukt ons niet om te accorderen. Als wij een project proberen op te leveren binnen LAVS, dan gebeurt er niets: we krijgen geen foutmelding. Hoe kan ik dit oplossen?'
Ons antwoord luidde: 'Stichting Ascert informeerde ons dat firma … is geschorst van 13-04-2025 tot en met 20-04-2025. Tijdens deze periode is het voor deze firma niet mogelijk om in het LAVS de verwijderopdrachten die al aangenomen waren, af te ronden en om een nieuwe afvoeropdracht aan te maken. 2 werkdagen voor het einde van de schorsing worden de rechten in het LAVS weer opengezet.'
Storing opgelost
In april kreeg Rijkswaterstaat te maken met een mailserver-storing. Daardoor werden ook de berichten die het LAVS uitstuurt nadat iemand een melding heeft gedaan, niet of met vertraging verstuurd. Dat verstoorde het werkproces van omgevingsdiensten, die deze berichten gebruiken om hun toezicht te plannen. De storing was na enkele dagen weer verholpen.
Milieubelastende activiteiten
Nieuwe webinars energiebesparing
In april zijn nieuwe webinars over energiebesparing gepubliceerd op de website. Zo is er het algemene webinar Netcongestie en energietoezicht en het technische webinar Energietoezicht op zwembaden.
Vergunningaanvraag en vermijdings- en reductieprogramma ZZS
We krijgen in toenemende mate vragen over het vermijdings- en reductieprogramma voor Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). Het gaat dan met name om de volgende vragen: moet zo'n programma worden aangeleverd bij een vergunningaanvraag? En zo nee, kan het bevoegd gezag verplichten om zo'n programma aan te leveren bij de vergunningaanvraag?
Het antwoord op beide vragen is: nee. Het vermijdings- en reductieprogramma ZZS staat los van vergunningverlening. Het is een extra verplichting voor ZZS die bedoeld is om elke 5 jaar te evalueren of er verdergaande mogelijkheden zijn om ZZS te verminderen. Dit staat los van de standaardmogelijkheden binnen een vergunningproces. Zie paragraaf 5.4.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving.
Binnen het vergunningproces mag het bevoegd gezag voorschriften stellen over het bijhouden, verzamelen of berekenen van gegevens om milieugevolgen in beeld te brengen (artikel 8.32, lid 1, onder a, Besluit kwaliteit leefomgeving). Het bevoegd gezag mag ook voorschriften stellen over het verrichten van onderzoek naar mogelijkheden tot betere bescherming van het milieu dan waar de andere vergunningvoorschriften voor zorgen (artikel 8.32, lid 1, onder b, Besluit kwaliteit leefomgeving). Vindt een bevoegd gezag een onderzoek wenselijk bij een vergunningaanvraag? Dan kan het een onderzoeksverplichting opleggen op basis van dit artikel. Bijvoorbeeld voor de aanwezigheid van bepaalde ZZS.
Meer informatie
-
Voorschriften omgevingsvergunning milieubelastende activiteit, onder de tussenkop 'Het verzamelen van gegevens en het doen van onderzoek'
-
Regels voor vermijdings- en reductieprogramma Zeer Zorgwekkende Stoffen, onder de laatste tussenkop: 'Onderzoeksverplichting bij vergunningaanvraag'
Systematiek en Ruimte
Lokale bouwregels en de bruidsschat
Gemeenten, maar ook architectenbureaus en particulieren, leggen de helpdesk regelmatig specifieke casussen voor. Soms zelfs met een situatie- en bouwtekening erbij. Vaak gaan hun vragen over bruidsschat-bouwregels die vanuit het Bouwbesluit naar het gemeentelijke omgevingsplan (regels over bouwwerken) zijn gegaan.
We merken dat het voor vraagstellers soms moeilijk is om te bedenken hoe regels op elkaar inwerken. Vanwege de knip (scheiden van technisch en ruimtelijk bouwen) staan technische regels in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), en ruimtelijke regels in de bruidsschat omgevingsplan. Die bruidsschat omgevingsplan kregen de gemeenten bij inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024, maar een gemeente kan de lokale regels inmiddels hebben aangepast.
Omdat het lokale regels zijn, is voor architectenbureaus en particulieren de gemeente het eerste aanspreekpunt. Om hun casus te kunnen oplossen, wijzen we ze enerzijds op de systematiek van de Omgevingswet, en anderzijds waar ze terecht kunnen voor lokale informatie.
Luchtkwaliteit en de Hotdesk CIMLK
De rijksomgevingswaarden voor luchtkwaliteit worden gemonitord aan de hand van berekeningen en metingen. De uitvoering hiervan volgt een jaarlijkse cyclus. Gemeenten, provincies en Rijkswaterstaat leveren hiervoor in het voorjaar gegevens aan via het Centraal Instrument Monitoring Luchtkwaliteit (CIMLK). In deze periode stellen overheden, maar ook omgevingsdiensten en adviesbureaus, veel praktische en inhoudelijke vragen over de aanlevering van actuele gegevens over wegverkeer en veehouderijen.
Al jaren zijn we deze periode in de ochtend direct telefonisch bereikbaar via het bekende algemene Helpdesk-telefoonnummer (vandaar de naam 'Hotdesk'). Het team helpt de vraagsteller direct, zodat de vraagsteller snel verder kan. De betrokken overheden krijgen ook regelmatig nieuwsbrieven met actuele informatie over de monitoringscyclus. De Hotdesk voor het onderwerp veehouderijen is open tot en met 2 juni en de Hotdesk voor het onderwerp wegverkeer is open tot en met 12 juni.
Meer informatie
- Monitoring van de omgevingswaarden voor luchtkwaliteit
- Afspraken en planning
- Centraal Instrument Monitoring Luchtkwaliteit (CIMLK)
Wanneer mer-(beoordelings)plicht?
Al enige tijd ziet de vakgroep een verhoogd aantal vragen over de consequenties van een (eenvoudige) wijziging van een installatie (veehouderij) op de mer-(beoordelings)plicht. Daarom biedt het team landbouw samen met het team mer nu uitleg en een eenvoudig stappenplan op de pagina Installatie veehouderij en mer-beoordeling.
Bindend advies gemeenteraad
Sinds publicatie van de pagina Bindend advies gemeenteraad op 1 april is het aantal vragen hierover sterk afgenomen. Op deze uitgebreide pagina staat informatie over onder andere:
- wanneer bindend advies van de gemeenteraad aan de orde is
- het verschil met instemming
- hoe de procedures verlopen
- de rol van het college van burgemeester en wethouders
- belangrijke wijzigingen ten opzichte van het oude recht
Water
Lozingsactiviteiten en vergunningverlening
Bij Water zien we het aantal vragen van onder andere waterschappen over lozingsactiviteiten en vergunningverlening toenemen. Deze vragen zijn soms technisch en soms juridisch van aard. Hieronder 3 voorbeelden.
Voorbeeld 1: uitloging van bouwmaterialen door hemelwater
Een waterschap merkte op dat bepaalde normen voor het lozen van afvalwater bij een sanering lager zijn dan de al aanwezige concentraties vervuilende stoffen in het hemelwater van een gebouw op hetzelfde terrein. Het waterschap vroeg ons hoe ze daarmee om moeten gaan. Welke normen moeten ze opnemen in een vergunning of maatwerkvoorschrift?
Punt hierbij is dat het hemelwater van het dak waarschijnlijk wordt verontreinigd door een constructie met uitlogende materialen. De normen voor de sanering staan in de waterschapsverordening. Die zijn dus vastgelegd, maar andere lozingen moeten worden beoordeeld volgens de vaste methoden en daardoor kunnen de normen verschillend zijn. Maar we sloegen met name aan op het feit dat het hemelwater metalen bevat. De achtergrond hiervan is dat sommige bouwmaterialen bepaalde metalen kunnen uitlogen. Meestal gaat het om kleine oppervlakken en gecertificeerde bouwmaterialen. Daardoor is het effect meestal beperkt. Maar soms krijgen gebouwen een ongebruikelijke bouwconstructie. Bijvoorbeeld een dak dat geheel uit een materiaal dat uitloogt bestaat. Dat kan zorgen voor de verhoogde concentratie zware metalen in de hemelwaterafvoer.
Als deze lozing een gevaar is voor de waterkwaliteitsdoelstellingen of de bodem en het grondwater, mag het bevoegd gezag deze lozing niet toestaan. Op grond van de zorgplicht kan het bevoegd gezag een maatwerkvoorschrift opleggen aan de eigenaar. Maar in eerste instantie geldt het voorzorgsbeginsel. Beter voorkomen dan genezen, zeker als dit met relatief makkelijke oplossingen te verwezenlijken is. De eigenaar kan bijvoorbeeld de constructie (laten) voorzien van een beschermende coating. Dit is slechts een voorbeeld; het is aan degene die loost om invulling te geven aan de zorgplicht. Het stellen van specifieke lozingseisen plus een eventueel aanvullende zuiveringsvoorziening (bijvoorbeeld een deeltjesfilter in de hemelwaterafvoerbuis) kan, maar pas als beoordeeld is dat preventieve maatregelen redelijkerwijs niet mogelijk zijn of niet kosteneffectief zijn.
Meer informatie is te vinden op onze pagina Uitloging van bouwmaterialen door hemelwater.
Voorbeeld 2: tijdelijk vergunnen?
Een waterschap stelde ons de vraag of ze een lozingsvergunning tijdelijk kunnen verlenen. Ons antwoord luidde: Ja, dit is mogelijk. In artikel 5.36 (termijnstelling in omgevingsvergunning) van de Omgevingswet is de mogelijkheid opgenomen om een vergunning tijdelijk te verlenen. De voorwaarde is wel dat u dat onderbouwd doet, dus met overwegingen en argumenten. Hiervoor is geen extra beleid nodig; het is al wettelijk geregeld.
Voorbeeld 3: koelwater via persleiding
Een ander waterschap legde de volgende kwestie aan ons voor waarbij het begrip persleiding een rol speelt. Daarvoor is het goed het volgende te weten: onder de grond ligt een stelsel van rioolbuizen, dat het afvalwater uit huizen en bedrijven brengt naar een transportgemaal. Zo'n gemaal pompt dit water dan via een persleiding van het waterschap af naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Het waterschap in kwestie kreeg een vraag van een afvalverwerkingsbedrijf dat een afvalverbrandingsinstallatie heeft, waardoor het in de categorie IPPC-installatie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) valt. Dit bedrijf loost zijn koelwater direct op de persleiding richting de rioolwaterzuiveringsinstallatie, die vervolgens loost op rijkswater. Het bedrijf stelt dat de milieubelastende activiteit 'het lozen van koelwater' mogelijk niet van toepassing is, omdat ze niet lozen op oppervlaktewater. Het waterschap argumenteert als volgt: het bedrijf loost direct op de persleiding van het waterschap en is daarom ook vergunningplichtig. Daarnaast geldt voor de hele installatie én de functioneel ondersteunende activiteiten de vergunningplicht.
De helpdesk kon de argumenten van het waterschap bevestigen. Op de pagina Milieubelastende activiteit verbranden van afvalstoffen in een IPPC-installatie (paragraaf 3.3.13 Bal) staat letterlijk: 'De vergunningplicht geldt voor de hele installatie en alle functioneel ondersteunende activiteiten. Alles wat deel uitmaakt van de installatie of deze installatie functioneel ondersteunt, valt dus onder de vergunningplicht. Dit betekent dat bijna altijd de hele locatie onder de vergunningplicht valt.' Daarbij geldt ook dat de lozing van het koelwater rechtstreeks op het zuiveringtechnische werk (zodra het van het waterschap wordt) plaatsvindt, wat maakt dat het geen milieubelastende activiteit maar een lozingsactiviteit is.
Feiten en cijfers
Website en helpdesk
- De IPLO-website had in april 706.593 paginaweergaven en 261.712 sessies.
- Bij de helpdesk zijn 2.975 vragen behandeld.
Verdeling vragen per onderwerp
De vragen gingen over de volgende onderwerpen:
- Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) 30%
- Regels voor activiteiten 15%
- Bodem 12%
- Bouwen 11%
- Systematiek wetgeving en Ruimte 11%
- Water 6%
- Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS) 6%
- Geluid 4%
- Veiligheid 3%
- Overig* 1%
Taartdiagram van verdeling vragen aan IPLO in april 2025
*Overig (1%): Ruimtelijke plannen, invoeringsondersteuning, overig, onbekend
Stel uw vraag aan een expert van IPLO
Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is het kenniscentrum van de overheid dat uitleg geeft over de Omgevingswet, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de regelgeving voor de leefomgeving. Op de website geven onze experts informatie over deze onderwerpen. En via de helpdesk beantwoorden we vragen van gemeenten, provincies, waterschappen en brancheorganisaties. Onze helpdesk is bij voorkeur bereikbaar via het contactformulier.
Ondernemers en inwoners met vragen over de Omgevingswet, het Omgevingsloket en de leefomgeving kunnen terecht bij hun gemeente.
IPPC-installatie
Installatie als bedoeld in artikel 3, onder 3, van de Richtlijn industriële emissies (Rie), voor zover daarin een activiteit als bedoeld in bijlage I bij die richtlijn wordt verricht. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
IPPC-installaties zijn de grotere industriële bedrijven die vallen onder hoofdstuk 2 van de Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie). Deze richtlijn geldt voor alle lidstaten van de Europese Unie. IPPC staat voor integrated pollution prevention and control, ofwel geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging.