IPLO Uitgelicht augustus 2025
We zoomen in op de opvallende zaken van de afgelopen maand, waaronder vragen over de plotselinge ontdekking van een verontreiniging in de bodem, mogelijke gebruiksfuncties van een bouwwerk en bloed in het afvalwater van een medische praktijk.
In IPLO Uitgelicht gaan we maandelijks in op wat ons opvalt aan de vragen die we krijgen. Daarnaast bieden we inzicht in feiten en cijfers, zoals de vraagaantallen, de verdeling over de verschillende onderwerpen en het bezoek aan deze website.
Vraag van de maand
Moet een meterkast een afgesloten ruimte zijn?
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) stelt geen eisen aan de aanwezigheid, plaats, bereikbaarheid, inrichting en afmeting van een meterkast. Wel mag volgens het Bbl een technische ruimte, zoals een meterkast, geen verblijfsgebied heten. Dat houdt bijvoorbeeld in dat de meterkast niet meegerekend mag worden bij het bepalen van de oppervlakte van het verblijfsgebied. Maar er hoeft geen fysieke scheiding te zijn tussen die technische ruimte en het verblijfsgebied.
Let op: het kan zijn dat netwerkbeheerders eisen over de meterkast hebben opgenomen in hun (privaatrechtelijke) leverings- of aansluitvoorwaarden. Bijvoorbeeld dat er maximaal 4,5 meter mag zitten tussen de voordeur en de meterkast.
Wat opviel in augustus
Asbest
Gevolgen tweefactorauthenticatie voor ketenmachtiging
Sinds juli krijgen we meer vragen van bedrijven die voor verschillende organisaties het LAVS-account beheren. Net zoals iedereen die het LAVS gebruikt, loggen ze in met eHerkenning. Zo is er bijvoorbeeld een bedrijf dat werkt in het LAVS namens 3 verschillende opdrachtgevers via een eHerkenning-ketenmachtiging. Van het bedrijf loggen 7 medewerkers in onder het eigen account, en als je dat meetelt gaat het in totaal om 4 omgevingen. Vóór 1 juli 2025 hadden zij per opdrachtgever 1 medewerkersaccount waarop alle 7 collega's konden inloggen. Dat is niet meer mogelijk doordat per 1 juli 2025 tweefactorauthenticatie verplicht is. Hoe gaat dat voortaan?
Waarom tweefactorauthenticatie belangrijk is
Tweefactorauthenticatie (ofwel tweestapsverificatie) is een beveiligingsmethode die een extra beveiligingslaag toevoegt aan uw online account. Nadat u uw wachtwoord heeft ingevoerd (de eerste factor) volgt een tweede vorm van authenticatie. Bijvoorbeeld een code uit een authenticator-app, of een sms-code of vingerafdruk via een smartphone. Dit maakt het voor hackers veel moeilijker om toegang te krijgen tot het account, zelfs als ze het wachtwoord hebben achterhaald.
Consequentie: extra abonnementen
Voorheen was er 1 medewerkersaccount waarop 7 verschillende collega's konden inloggen. Dat gaf een verhoogd risico op lekken van inloggegevens. De consequentie van het gevraagde nieuwe veiligheidsniveau is dat het bedrijf een aantal extra abonnementen moet afsluiten bij eHerkenning.
Meer informatie
Nieuwe of oude sloopmelding
Een bedrijfsmedewerker wilde het volgende weten: 'Ik heb een sanering bij LAVS ingetrokken wegens omstandigheden dat we niet verder konden. Nu wil ik deze sanering binnen LAVS weer opnieuw gaan aanmelden, maar moet ik dan ook weer een nieuwe sloopmelding doen? Of kan ik gewoon op de vorige sloopmelding verder?'
Degene die sloopwerkzaamheden uitvoert of laat uitvoeren, moet het bevoegd gezag informeren over het begin en einde daarvan:
- ten minste 2 werkdagen vóór het begin van de sloopwerkzaamheden
- uiterlijk op de eerste werkdag ná afloop van de sloopwerkzaamheden
Dit staat in artikel 7.12, lid 1 en 3 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Als het bedrijf aan het bevoegd gezag einde werkzaamheden heeft gemeld, dan is de sloopmelding afgedaan en kan het bevoegd gezag vereisen dat er een nieuwe sloopmelding gedaan moet worden. In het geval dat geen einde werkzaamheden is gemeld, moet het bedrijf het bevoegd gezag informeren over het hervatten van de werkzaamheden.
Meer informatie
Bodem
Kwaliteitsborging deskundigheid medewerkers bij bodemsanering
Voor het uitvoeren van een bodemsanering of het graven in een bodem die verontreinigd is boven de interventiewaarde, is een erkenning volgens BRL SIKB 7000 nodig. Vaak is ook milieukundige begeleiding volgens BRL SIKB 6000 vereist. Over de eisen uit deze beoordelingsrichtlijn (BRL) van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) en de onderliggende protocollen krijgt IPLO vragen.
Overgang naar nieuwe versie
Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn de BRL en de protocollen veranderd. Ook zijn de eisen voor ervaring en opleiding aangepast én de regels voor uitbesteden en inhuur verduidelijkt.
Er is gekozen voor een overgangstermijn van 2 jaar: van 1 januari 2024 tot 1 januari 2026. Dit gaf de sector de kans een soepele overgang te maken naar de nieuwe versie van de beoordelingsrichtlijn. Namelijk op een natuurlijk moment, zoals bij de eerstvolgende audit door de certificerende instelling. Na zo'n audit krijgen alle medewerkers een nieuw certificaat.
De meeste organisaties zijn inmiddels overgestapt naar de nieuwe versie en dat is goed nieuws. IPLO beantwoordt vragen vanuit het veld, samen met SIKB (die de beheerder is van de BRL en de protocollen) en de Inspectie Leefomgeving en Transport.
Meer informatie
- Nieuw is de webpagina Kwaliteitsborging bodemsanering. Deze bevat ook gerichte verwijzingen naar informatie op de website van SIKB.
- Op Loket voor interpretatievragen in normdocumenten bodemkwaliteit kunt u terecht met vragen over de interpretatie van de beoordelingsrichtlijn en onderliggende regelgeving.
Kwaliteit van de milieuverklaring bodemkwaliteit
Voor het toepassen van bouwstoffen, grond of baggerspecie is een milieuverklaring bodemkwaliteit nodig als bewijsmiddel voor de kwaliteit ervan. In de praktijk zijn er soms discussies of de milieuverklaring wel voldoet aan de regels, of aan de eisen uit een protocol of normdocument.
In het Besluit bodemkwaliteit en de onderliggende Regeling bodemkwaliteit 2022 staan de regels voor het opstellen en afgeven van de milieuverklaring bodemkwaliteit en de onderzoeken die daaraan voorafgaan. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is daarvoor het bevoegd gezag en kan optreden als de milieuverklaring niet voldoet aan de regels voor het opstellen en afgeven van de milieuverklaring. Initiatiefnemers en overheden vragen zich af welke mogelijkheden er zijn voor het bevoegd gezag om in het kader van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) handhavend op te treden.
Overzicht rollen en praktisch stappenschema
Het doel van de regels uit het Bal verschilt hiervan en richt zich tot andere organisaties. Het bevoegd gezag Bal kan alleen handhavend optreden als er een vermoeden is dat de milieuverklaring niet klopt en daardoor op de plek van de toepassing negatieve gevolgen kunnen ontstaan. Wel kan het bevoegd gezag signalen doorgeven aan de ILT over fouten bij het afgeven van de milieuverklaring en het onderzoek dat daaraan voorafgaat. Dat staat op Toezicht en handhaving op de milieuverklaring bodemkwaliteit. Deze nieuwe webpagina biedt een overzicht van de diverse rollen en een praktisch stappenschema.
Toevalsvondst bodem, hoe en wat
Soms komt er bij graafwerkzaamheden opeens een sterke chemische geur vrij. Dit heet in Omgevingswettermen een Toevalsvondst bodem: een plotselinge ontdekking van een verontreiniging die er al zat maar nog niet bekend was, en die onaanvaardbare risico's met zich meebrengt voor mensen.
De toevalsvondst bodem houdt geen saneringsplicht in, maar is alleen bedoeld om tijdelijke maatregelen te nemen als blijkt dat een bodemverontreiniging dergelijke risico's kan geven. Onder de Omgevingswet worden geen besluiten meer genomen over de ernst van de verontreiniging en eventuele spoed voor een saneringsnoodzaak, zoals dat onder de Wet bodembescherming gebeurde. De belangrijkste wijzigingen staan op de pagina Wat is veranderd bij het saneren van bodemverontreiniging.
Bouw
Gebruiksfuncties van bouwwerken
IPLO wordt regelmatig bevraagd over de gebruiksfuncties van bouwwerken. Recent nog wilde een gemeente weten of haar gemeentehuis de gebruiksfunctie 'kantoorfunctie' of 'bijeenkomstfunctie' heeft.
Het korte antwoord is dat de initiatiefnemer de gebruiksfunctie(s) van een bouwwerk bepaalt. In dit specifieke voorbeeld is dat de gemeente. Het is aan het bevoegd gezag, in dit geval dus ook de gemeente, om het daarmee eens of oneens te zijn. Goed om te weten is dat in een bouwwerk verschillende gebruiksfuncties naast elkaar kunnen bestaan. Het is heel goed voor te stellen dat een gemeentehuis beide gebruiksfuncties heeft: een kantoorfunctie waar medewerkers werken, en een bijeenkomstfunctie met verschillende ruimten waar burgers hun paspoort kunnen ophalen of waar getrouwd kan worden.
Meer informatie leest u op onze pagina Gebruiksfuncties van bouwwerken. Daar vindt u onder andere een overzicht van de 12 verschillende gebruiksfuncties die een bouwwerk kan hebben.
Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)
Nog veel foutieve verwijzingen
Het Omgevingsloket is dé plek om informatie op te zoeken een vergunning aan te vragen of een melding te doen. We merken dat overheden op hun websites vaak nog naar verouderde of onjuiste bronnen verwijzen, zoals de url van het vroegere Omgevingsloket online (OLO).
Zo verwijst u correct
Een correcte verwijzing naar het nieuwe Omgevingsloket helpt gebruikers goed op weg en voorkomt verwarring. De juiste url is https://omgevingswet.overheid.nl/home. Aan de url kunnen gebruikers direct zien dat het gaat om een website van de overheid. Controleer of uw website hier correct naar verwijst.
Meer informatie
Aandachtspunt overheden: verwijzingen naar het Omgevingsloket op uw website
Nieuwe versie algemene vragen
Vanaf 15 juli 2025 bevat het Omgevingsloket een nieuwe versie van de algemene set indieningsvereisten. Dit zijn algemene vragen over contactgegevens, het project en de uitgevoerde participatie die initiatiefnemers invullen als ze een verzoek indienen.
In de nieuwe versie is onder andere de uitvraag van contactgegevens veranderd. Dit heeft gevolgen voor overheden die versie 4.0 of 5.0 van de Standaard aanvragen en meldingen (STAM) gebruiken. In het XML-verzoekbericht ontbreken in dat geval de naam of afdeling van de contactpersoon van de aanvrager.
Aanpassing soms nodig
Door deze wijziging moe(s)ten softwareleveranciers een aanpassing doen in het zaak- of vergunningensysteem. Daardoor zijn het telefoonnummer en het e-mailadres wel weer te vinden in het zaaksysteem. Gebruikt u STAM 6.0? Dan staat de naam of afdeling van de contactpersoon wél in het XML-bericht van het verzoek.
Alle informatie hierover vindt u op de pagina Wijziging voor contactpersoon in algemene set indieningsvereisten: gevolgen voor XML-bericht verzoeken. Deze bevat ook een verwijzing naar het Ontwikkelaarsportaal, relevant voor softwareleveranciers.
Externe veiligheid
Compartimentering energieopslagsystemen
Een energieopslagsysteem (EOS) bevat een grote hoeveelheid samengebundelde energie. Dat levert potentieel gevaar op. Er kan een 'thermal runaway' ontstaan: een ongewenst chemisch proces waarbij de temperatuur van een batterijcel plotseling sterk stijgt. Daardoor worden naburige cellen ook warm en ontstaat een kettingreactie. Dat kan een brand, explosie en/of gifwolk veroorzaken. Om die reden is een energieopslagsysteem opgedeeld in afzonderlijke compartimenten.
In de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) staat onder Maatregel 14 van PGS 37-1: 'De capaciteit van een inpandig EOS bedraagt maximaal 4,8 MWh. Het EOS is opgedeeld in energiedragercompartimenten van maximaal 600 kWh.'
Wat als het maximum hoger is
Maar wat nu als de totale capaciteit onder de 4,8 MWh is, maar het maximum per energiedragercompartiment hoger is dan 600 kWh? Mogen deze dan nog wel binnen worden geplaatst?
Hierop luidt het antwoord: nee. De genoemde 600 kWh komt uit de NFPA 855-richtlijn, een richtlijn voor brandbescherming specifiek gericht op energieopslagsystemen. Die noemt een bovengrens van 600 kWh voor lithium-iondragers per brandcompartiment. Deze richtlijn is overgenomen in de PGS. Daarom staat PGS 37-1 het niet toe om meer dan 600 kWh aan opslag per compartiment op te slaan.
Meer informatie
PGS 37-1 en 37-2: wat houden ze in en wat te doen tot de wijziging van het Bal?
Geluid
Geluidgevoelig gebouw en gebruik
In Bijlage I van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) wordt verwezen naar artikel 3.21 Bkl en 3.22 Bkl voor de definitie van een geluidgevoelig gebouw en een geluidgevoelige ruimte. Deze aanduidingen zijn er ter bescherming van mensen tegen geluid.
Een gemeente past deze instructieregels uit het Bkl toe bij het opstellen van het omgevingsplan. Tegelijk bieden diezelfde instructieregels ook ruimte. De gemeente bepaalt in het omgevingsplan met regels over het gebruik van een gebouw of er daadwerkelijk sprake is van een geluidgevoelig gebouw.
Voorbeeld: gymzaal
Stel, een gemeente wil een school met gymzaal toelaten. Maar hierdoor wordt het naastgelegen bedrijf beperkt in zijn bedrijfsvoering. De gymzaal zal uitsluitend gebruikt worden voor gym en niet voor bijvoorbeeld examens. De gemeente kan in het omgevingsplan aangeven dat in het gedeelte van het gebouw met een sportfunctie (de gymzaal) geen geluidgevoelige ruimten worden toegelaten. Hierdoor is dat deel van het gebouw niet geluidgevoelig, waardoor het bedrijf niet in zijn bedrijfsvoering wordt beperkt. Let hierbij wel op dat dit de flexibiliteit van het gebruik van het gebouw in de hele levensfase beperkt.
Meer informatie
Milieubelastende activiteiten
Emissies, controleregime en meetplicht
Artikel 5.32 (controleregime en meetplicht) van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) geeft de controleregimes aan. Eén van de controleregimes is om 1 keer per 3 jaar emissies naar de lucht te meten. We kregen de vraag wanneer de eerste meting moet plaatsvinden: op het moment dat na het opstarten stabiele procesomstandigheden worden bereikt? Of pas na 3 jaar?
In paragraaf 5.4.4 van het Bal staat niet expliciet aangegeven wanneer de eerste meting moet plaatsvinden binnen de periode van 3 jaar. Maar vanuit de zorgplicht is goed te beargumenteren dat het bedrijf de meting zo snel mogelijk moet (laten) uitvoeren na het in bedrijf stellen. Het bedrijf moet namelijk inzicht hebben of de installatie aan de gestelde emissie-eisen uit de vergunning of de algemene regels uit het Bal kan voldoen. Het is daarom gebruikelijk dat er een garantiemeting plaatsvindt (vaak door de leverancier) bij oplevering van de installatie.
Meer informatie
- Bepalen controleverplichtingen voor emissies naar de lucht (over artikel 5.32 Bal)
- Zorgplicht in de Omgevingswet
- Specifieke zorgplicht activiteiten Bal
Vergunningplichten die lijken te missen
In de systematiek van de Omgevingswet 'missen' sommige mensen bepaalde vergunningplichten ten opzichte van vroeger. Het komt vaker voor dat een milieubelastende activiteit onder meerdere paragrafen van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) valt, maar dat de vergunningplicht voor een specifiek onderdeel ervan maar op 1 plek staat.
Voorbeeld: milieustraat
Een medewerker van een milieustraat stelde vast dat het opslaan van afvalstoffen bij een gemeentelijke milieustraat in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) valt onder paragraaf 3.5.6 Milieustraat. Ze zag in die paragraaf geen vergunningplicht voor de opslag van asbest en vroeg zich af of die vergunningplicht is vervallen.
Het antwoord: de vergunningplicht is niet vervallen maar staat in een andere paragraaf. Naast paragraaf 3.5.6 Milieustraat is ook paragraaf 3.5.11 Verwerken van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen van toepassing. Beide paragrafen gelden voor de gemeentelijke milieustraat en zonderen elkaar niet uit. De vergunningplicht voor onder andere asbest, een gevaarlijke afvalstof, staat in paragraaf 3.5.11.
Meer informatie
Water
Total organic carbon analyseren
Welke lozingseis moet een waterschap aanhouden als vergunningvoorschrift in een vergunning voor de nieuwe total organic carbon-parameter (TOC)? En volgens welke NEN-norm moet de bepaling van TOC plaatsvinden?
TOC is een nieuwe parameter die de oude parameter Chemisch Zuurstof Verbruik (CZV) heeft vervangen. Het is een algemene indicator van waterkwaliteit en de aanwezigheid van organische verontreiniging. Aan de parameter kan een lozingseis zijn verbonden: het TOC mag in een afvalwaterstroom een bepaalde maximumwaarde niet overschrijden. Om dit representatief te meten, zijn voor veel stoffen en parameters normen opgesteld door het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN). De NEN-norm voor CZV is ingetrokken. Maar er is (nog) geen nieuwe NEN-norm voor TOC.
Een goedgekeurde analysemethode is dan van belang. Een passende methode staat in het Analyseboek Emissiebeheer, het eerste item op de pagina Analyseboek Emissies. Als het waterschap een andere methode wil gebruiken, moet het aantonen dat dit ook representatieve resultaten geeft.
Afvalwater van praktijk voor medisch onderzoek
Een omgevingsdienstmedewerker wilde weten wat de regels zijn voor het lozen van bloed vanuit een medische praktijk.
De wetgever benadert het lozen van bloed door bedrijfsmatige handelingen, waaronder onderzoeksruimten en ziekenhuizen, anders dan het lozen van bloed vanuit een huishouden. Ook al zijn de (relatief geringe) hoeveelheden misschien vergelijkbaar, de situatie bepaalt het perspectief hoe de lozing wordt benaderd.
Op de pagina Afvoeren van afvalwater via het riool is veel informatie te vinden. Meestal kan bloed op het riool worden geloosd. Voor de milieubelastende activiteiten Ziekenhuis, Kadavers en dierlijk afval en Crematorium staan regels in het Besluit activiteiten leefomgeving. Maar daarvan is hier geen sprake. Mogelijk gelden wel de regels voor de milieubelastende activiteit laboratoria (paragraaf 3.7.5 Bal).
Contaminatie, dat wil zeggen besmetting door virussen of bacteriën bij overstort na hevige regenval of bij rioolinspectie, is een aandachtspunt. Mogelijk heeft de gemeente hiervoor regels in het omgevingsplan opgenomen. Of het waterschap in de waterschapsverordening. Voor deze casus hebben we aangeraden een melding te doen bij het bevoegd gezag.
Feiten en cijfers
Website en helpdesk
- De IPLO-website had in augustus 441.509 paginaweergaven en 161.323 sessies.
- Bij de helpdesk zijn 1.904 vragen behandeld.
Verdeling vragen per onderwerp
De vragen gingen over de volgende onderwerpen:
- Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) 34%
- Regels voor activiteiten 16%
- Bodem 12%
- Systematiek wetgeving en Ruimte 10%
- Bouwen 10%
- Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS) 5%
- Water 5%
- Geluid 4%
- Veiligheid 4%
- Overig* 1%
Taartdiagram van verdeling vragen aan IPLO in augustus 2025

*Overig (1%): Ruimtelijke plannen, invoeringsondersteuning, overig, onbekend
Stel uw vraag aan een expert van IPLO
Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is het kenniscentrum van de overheid dat uitleg geeft over de Omgevingswet, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de regelgeving voor de leefomgeving. Op de website geven onze experts informatie over deze onderwerpen. En via de helpdesk beantwoorden we vragen van gemeenten, provincies, waterschappen en brancheorganisaties. Onze helpdesk is bij voorkeur bereikbaar via het contactformulier.
Ondernemers en inwoners met vragen over de Omgevingswet, het Omgevingsloket en de leefomgeving kunnen terecht bij hun gemeente.