IPLO Uitgelicht oktober 2024
In IPLO Uitgelicht gaan we deze keer in op de functiewijziging en gevolgen voor rookwerendheid in de bouw. Daarnaast onder andere aandacht voor grondwaterbeheer, het berekenen van het totale energiegebruik op een locatie, en het bepalen van de grens van een bodemsaneringslocatie.
In IPLO Uitgelicht gaan we maandelijks in op wat ons opvalt aan de vragen die we krijgen. Daarnaast bieden we inzicht in feiten en cijfers, zoals de vraagaantallen, de verdeling over de verschillende onderwerpen en het bezoek aan iplo.nl
Vraag van de maand
Moet een deur in een bestaand gebouw bij functiewijziging voldoen aan een rookwerendheidsklasse S200? Of is hier sprake van een rechtens verkregen niveau waarbij deze werd bepaald door de brandwerendheid maal 1½? Het gaat om de transformatie van een kantoor naar een logies voor arbeidsmigranten.
In zijn algemeenheid geldt dat als er alleen maar sprake is van functiewijziging (dus geen verbouw), artikel 5.7 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) van toepassing is. Dat betekent niveau bestaande bouw, tenzij afdeling 5.4 anders zegt. Dat gebeurt voor rookwerendheid in artikel 5.22a Bbl als het gaat om een woonfunctie. U moet zelf de gebruiksfunctie bepalen. Maar als dit de door u aangegeven logiesfunctie is, zal dat artikel in dit geval niet van toepassing zijn en is het uitgangspunt niveau bestaande bouw. Meer informatie vindt u op de pagina Functiewijziging in het Bbl.
Wat opviel in oktober
Energiebesparing
Bepalen totale energiegebruik
Het bepalen van het totale energiegebruik op een locatie is van belang voor de energiebesparingsplicht. De plicht geldt vanaf een gebruik van 50.000 kWh aan elektriciteit en/of 25.000 m3 aan aardgas(equivalenten). De wetgeving kent uitzonderingen en regels waar rekening mee moet worden gehouden voor het bepalen van dit totale energiegebruik. Dit blijft in sommige gevallen lastig. Daarom krijgen we hier regelmatig vragen over binnen bij de helpdesk.
Op de website hebben we de afgelopen tijd meer informatie hierover toegevoegd. De laatste toevoeging die we hebben gedaan, bestaat uit een aantal voorbeelden met afbeeldingen. Zie de pagina Plicht ter verduurzaming van het energiegebruik, onder de tussenkop Voorbeelden bepalen energiegebruik.
Bodem
Begrenzing saneringslocatie
Initiatiefnemers en omgevingsdiensten willen weten hoe ze de grens van de locatie bepalen bij de activiteit saneren van de bodem. Er is discussie over welk deel van de locatie gesaneerd moet worden bij een ruimtelijke ontwikkeling. En ook of het mogelijk is een andere terugsaneerwaarde aan te houden.
We hebben een nieuwe vraag-antwoordcombinatie geschreven: Hoe bepaalt u de (horizontale) begrenzing van de saneringslocatie? Daarin gaan we ook in op de terugsaneerwaarde. Is de terugsaneerwaarde die uit artikel 4.1241 van het Bal volgt niet realistisch of redelijk binnen de saneringslocatie? Dan kan de initiatiefnemer een andere terugsaneerwaarde voorstellen.
Transport grond
Transporteurs van grond vragen zich af of zij hiervan melding moeten doen. Het korte antwoord is: nee. Het transporteren van grond of baggerspecie is geen milieubelastende activiteit volgens het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Melden van het transport via het Omgevingsloket is daarom niet nodig. Wel gelden soms meldverplichtingen voor het graven, tijdelijk opslaan of storten, of elders toepassen van grond of baggerspecie. Transporteurs kunnen hun opdrachtgevers daar op wijzen.
De grondtransporteur kan daarnaast met verplichtingen uit andere regelgeving te maken krijgen. Denk aan een transportbegeleidingsformulier, als dat van toepassing is een melding bij het LMA, en een VIHB-registratie.
Op de nieuwe pagina Transport van grond of baggerspecie vindt u meer uitleg.
Grondwaterkwaliteit en grondwaterbeheer
Grondwaterbeheer is een interbestuurlijke verantwoordelijkheid. De taken en bevoegdheden voor grondwater liggen bij de provincies, gemeenten en de waterbeheerders (het Rijk en de waterschappen). Het waterschap is bevoegd gezag voor vrijwel alle onttrekkingen van grondwater. Bij de beoordeling van wateractiviteiten (met name grondwateronttrekkingen) moet het waterschap rekening houden met de gevolgen voor de grondwaterkwaliteit en dus ook aanwezige grondwaterverontreinigingen. Dit vereist van het waterschap – als regionaal watersysteembeheerder – een duidelijkere rol in het beheer hiervan, naast de algemene taak die de provincie hier heeft.
De samenwerking tussen overheden bij de VTH-taken bij grondwateronttrekkingen en lozingen van vrijkomend water verloopt soms moeizaam. Uit de gestelde vragen blijkt dat er onduidelijkheid is over de verantwoordelijkheden en taken voor grondwaterkwaliteit. Dit is te verklaren doordat er na het grotendeels wegvallen van de Wet bodembescherming (Wbb) geen aparte meldingsplicht meer is voor het verplaatsen van verontreinigd grondwater. Grotendeels, omdat er ook grondwaterverontreinigingen zijn waarop de Wet bodembescherming van toepassing blijft; deze vallen onder het overgangsrecht. Kijk daarvoor op de pagina Wet bodembescherming (Wbb) onder het derde blokje, met als kopje Overgangsrecht.
Waterschappen zijn niet altijd op de hoogte van aanwezige grondwaterverontreinigingen (ofwel niet altijd goed geïnformeerd door de andere overheden) en betrekken gemeenten en omgevingsdiensten niet altijd bij de vergunningverlening.
We geven op de website uitleg over de taken en bevoegdheden voor grondwater en over het omgaan met historische grondwaterverontreiniging (bijvoorbeeld bij onttrekkingen) onder de Omgevingswet. Een uitgebreide uitleg over regels en taken staat in de Handreiking grondwaterkwaliteit (pdf, 1.2 MB).
Bouw
Objecten op vluchtroute
Particulieren en bestuurders van Verenigingen van Eigenaren hebben behoefte aan uitleg over veiligheid bij nieuwbouw, in het bijzonder objecten op de vluchtroute. Denk daarbij aan deurmatten, vazen, planten, fotolijsten of schilderijen. Het spitst zich vooral toe op artikel 6.15a van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Artikel 6.15a geldt alleen voor een 'gemeenschappelijke verkeersruimte van een woongebouw waardoor een vluchtroute voert'. Hierin zijn 4 criteria te lezen: 1) gemeenschappelijk 2) verkeersruimte 3) woongebouw 4) loopt vluchtroute doorheen. Voldoet het niet aan een of meer van die criteria? Dan is artikel 6.15a niet aan de orde. Denk bijvoorbeeld aan een kantoorgebouw. Of een ruimte die niet gemeenschappelijk is. Ook voor het deel van een ruimte dat geen verkeersruimte is, geldt artikel 6.15a dus niet. Op de pagina objecten op vluchtroute vindt u meer informatie.
Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)
Communicatie rond verstoringen Omgevingsloket
In oktober waren er verschillende verstoringen in het Omgevingsloket waar vooral initiatiefnemers hinder van ondervonden. Via de website van IPLO en het Helpcentrum van het Omgevingsloket informeerden we de betrokkenen over de voortgang van het oplossen van de storing. Op 9 oktober was de storing opgelost. Samen met de VNG stuurden we overheden een mail waarin we uitleg gaven over de storing en de gevolgen daarvan voor aanvragers.
Wens statistieken Vergunningcheck
Als overheid maakt u zelf toepasbare regels voor uw juridische regels voor het Omgevingsloket. Voor uw indieningsvereisten is het verplicht om toepasbare regels te maken. Voor de Vergunningcheck en Maatregelen op maat is dit niet verplicht.
Onder regelanalisten en op het online overheidsplatform Pleio is een oproep gedaan een wens in te dienen om statistieken te delen over de Vergunningcheck. Regelanalisten willen met name weten op welk moment indieners afhaken, om daarmee mogelijk de toepasbare regels te verbeteren. Dergelijke gegevens zijn nu niet beschikbaar en niet op korte termijn leverbaar. Daarom hebben we deze verzoeken als wens doorgegeven aan de ontwikkelaars van het Omgevingsloket. De status hiervan is te volgen op de pagina Wensen voor ontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
Externe veiligheid
Vuurwerk
Zoals verwacht neemt het aantal vuurwerkvragen weer toe, vooral vanuit omgevingsdiensten. Zij bereiden zich voor op de controles bij de vuurwerkopslagen en wijzigingen vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Veel voorschriften zijn van het Vuurwerkbesluit overgegaan naar het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Ook zijn er enkele artikelen niet overgegaan of vervallen, zoals:
- Voorschrift 1.4 van bijlage 1 hoofdstuk B Vuurwerkbesluit (waarin stond voorgeschreven dat er een schriftelijke instructie moet zijn voor het personeel)
- Voorschrift 1.6 van bijlage 1 hoofdstuk B Vuurwerkbesluit (waarin stond voorgeschreven dat het veiligheidssymbool 'ontploffingsgevaar' moet zijn aangebracht op de toegangsdeur van de vuurwerkverkoopruimte, bewaarplaatsen en bufferbewaarplaatsen)
- Voorschrift 1.7 van bijlage 1 hoofdstuk B Vuurwerkbesluit (waarin stond voorgeschreven dat het verbodsbord 'vuur, open vlam en roken verboden' moet zijn aangebracht bij iedere ingang van de inrichting).
Deze voorschriften staan inderdaad niet meer in het Bal. De reden hiervoor is dat dit al via de arboregelgeving is geregeld. Het bevoegd gezag hiervoor is de Nederlandse Arbeidsinspectie. Toezichthouders hebben een zogenoemde 'oog- en oorfunctie' voor andere instanties. Dat betekent dat u constateringen van overtredingen op wet- en regelgeving buiten de bevoegdheid kunt melden bij de Nederlandse Arbeidsinspectie.
IPLO heeft een aantal pagina's over vuurwerk:
Geluid
Uit vragen aan de Helpdesk geluid bleek dat de volgende informatie over geluidgevoelige gebouwen handig is om te weten:
- De toegelaten gebruiksfunctie op een locatie in het omgevingsplan is bepalend voor de bescherming tegen geluid.
- Het is mogelijk om in het omgevingsplan een verbod op te nemen om delen van een geluidgevoelig gebouw te gebruiken als geluidgevoelige ruimte.
Gebruiksfunctie
Bepalend voor de bescherming tegen geluid is de toegelaten gebruiksfunctie op de locatie in het omgevingsplan. Het maakt voor het voldoen aan de algemene regels in het omgevingsplan en de instructieregels van het Bkl niet uit welke gebruiksfuncties (bijvoorbeeld de locatie van een badruimte of een slaapkamer) er in de omgevingsvergunning bouwen staat.
Verbod op gebruik als geluidgevoelige ruimte
Een gemeente kan in een planregel in het omgevingsplan voor delen van een gebouw gebruik als geluidgevoelige ruimte verbieden. Dat kan bijvoorbeeld voor een gang (verkeersruimte) of een badruimte. Met zo'n gedetailleerde planregel kan de gemeente zorgen dat een deel van het gebouw geen onderdeel is van het geluidgevoelige gebouw (via bijlage 1 Bkl, artikel 3.21, lid 2 Bkl). Bijvoorbeeld in de situatie met een aan een woning verbonden garage.
Meer informatie
Meer informatie hierover is te vinden op:
Veehouderijen
Mestbehandeling en mer
De helpdesk behandelde in oktober meer vragen over de milieueffectrapportage. Dit is het gevolg van de aangepaste Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie) die eind juli 2024 in werking is getreden en de afbouw van de Nederlandse uitzonderingen van de Europese mestregelgeving die er in 2025 aankomt. Meer informatie vindt u op de pagina Mestbehandeling en milieueffectrapportage (mer).
Mestvergisting en bevoegd gezag
We hebben al eerder aandacht besteed aan mestvergisting bij veehouderijen. Ditmaal zoomen we in op de vraag onder welke milieubelastende activiteit dat valt en wie het bevoegd gezag is. Mestvergisting kan onder een milieubelastende activiteit uit afdeling 3.3 complexe bedrijven van het Besluit activiteiten leefomgeving vallen. Daardoor kan Gedeputeerde Staten het bevoegd gezag zijn voor een veehouderij.
Meer informatie:
PRTR-rapportageverantwoordelijkheid
We merken dat onduidelijk is wie verantwoordelijk is voor de controle van de PRTR-rapportage van veehouderijen. Het bevoegd gezag van de milieubelastende activiteit veehouderijen is verantwoordelijk voor toezicht op – en handhaving van – de PRTR-rapportage. Dit is vrijwel altijd de gemeente. De controle zal veelal door omgevingsdiensten gebeuren.
Op het moment dat de PRTR-rapportage er is, moet die inhoudelijk bekeken en beoordeeld worden. Vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet was dit namens het ministerie van LNV de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet is dit dus meestal de omgevingsdienst, maar de RVO heeft dit jaar nog de controle over het jaar 2023 gedaan. Vanaf 2025 moeten de omgevingsdiensten de controle op de rapportage verzorgen. RVO is gevraagd een overdrachtsdocument op te stellen. Meer informatie staat op de pagina Regelgeving integraal PRTR-verslag.
Systematiek en Ruimte
Stedelijke ontwikkeling en mer
In oktober zagen we een opvallende stijging aan vragen over stedelijke ontwikkeling en de milieueffectrapportage (mer). Waarschijnlijk heeft dit te maken met de wens van de minister van VRO om de woningbouwopgave te versnellen, en zijn vragen hierover het gevolg van acties die het ministerie daarvoor heeft uitgezet bij onder andere gemeenten, advies- en ingenieursbureaus en woningcorporaties.
We hebben er een aparte pagina voor gemaakt: Inpassen woning(en) en mer(beoordeling). Lees voor het bredere perspectief de pagina Ruimtelijk inpassen van woningen op een locatie.
Water
Lozingsvergunningen
Momenteel is de waterkwaliteit een hot topic. Nederland dreigt de 2027-doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) niet te halen. Daarom wordt in de vergunningverlening veel ingezet op het herzien van bestaande/verouderde lozingsvergunningen. De bevoegde gezagen zijn bezig de lozingseisen aan te scherpen. De lozingseis-assistent is hierbij een goed hulpmiddel. De download van deze applicatie kunnen medewerkers aanvragen via IPLO. Dat gebeurt nu gemiddeld meer dan voorheen omdat bevoegde gezagen momenteel druk bezig zijn met de actualisatie van vergunningen.
Feiten en cijfers
Website en helpdesk
- De IPLO-website had in oktober 894.483 paginaweergaven en 292.427 sessies.
- Bij de helpdesk zijn 3.584 vragen behandeld.
Verdeling vragen per onderwerp
De vragen gingen over de volgende onderwerpen:
- Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) 38%
- Regels voor activiteiten 13%
- Systematiek, wetgeving en ruimte 11%
- Bodem 10%
- Bouwen 9%
- Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS) 7%
- Water 5%
- Geluid 3%
- Veiligheid 3%
- OLA/AIM 0%
- Overig 1%
Taartdiagram van verdeling vragen aan IPLO in oktober 2024
*Overig (1%): Ruimtelijke plannen, invoeringsondersteuning, overig, onbekend
Stel uw vraag aan een expert van IPLO
Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is het kenniscentrum van de overheid dat uitleg geeft over de Omgevingswet, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de regelgeving voor de leefomgeving. Op de website geven onze experts informatie over deze onderwerpen. En via de helpdesk beantwoorden we vragen van gemeenten, provincies, waterschappen en brancheorganisaties. Onze helpdesk is bij voorkeur bereikbaar via het contactformulier.
Ondernemers en inwoners met vragen over de Omgevingswet, het Omgevingsloket en de leefomgeving kunnen terecht bij hun gemeente.