Overgangsrecht Wet milieubeheer
Voor de Wet milieubeheer (Wm) geldt overgangsrecht voor de instrumenten: milieubeleidsplan, rioleringsplan, milieueffectrapportage, verordening afvalwater, verplichtingen geluid, melding ongewoon voorval, luchtkwaliteitsplan, grondwaterbeschermingsheffing, schadevergoeding, gedoogplicht en verplichtingen PRTR.
Gemeentelijk milieubeleidsplan
De hoofdzaken van het te voeren beleid in een gemeentelijk milieubeleidsplan (artikel 4.16, Wm) blijven gelden totdat een gemeentelijke omgevingsvisie van kracht wordt. Dit staat in artikel 4.9, lid 3, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Gemeentelijk rioleringsplan
Een gemeentelijk rioleringsplan (artikel 4.22, lid 1, Wm) blijft van kracht tot:
- het einde van de periode waarvoor het is vastgesteld, of
- het moment waarop de gemeenteraad besluit dat het plan vervalt
Dit staat in artikel 4.93 van de Invoeringswet Omgevingswet.
Verplichtingen milieueffectrapportage
De Wet milieubeheer bevat een aantal verplichtingen over milieueffectrapportage.
Mededeling voornemen voor verzoek om besluit mer-beoordelingsplichtige activiteit
Een mededeling van het voornemen om een aanvraag te doen voor een mer-beoordelingsplichtige activiteit (artikel 7.16, Wm) geldt als een mededeling als bedoeld in artikel 16.45, lid 1, van de Omgevingswet. Dit staat in artikel 4.94 van de Invoeringswet Omgevingswet.
Besluit mer-beoordelingsplichtige activiteit
Een mer-beoordelingsbesluit (artikel 7.17, lid 1, Wm) waarvan kennis is gegeven, geldt als een beoordeling als bedoeld in artikel 16.43, lid 2, van de Omgevingswet. Dit staat in artikel 4.95 van de Invoeringswet Omgevingswet.
Ontheffing van de plicht tot het maken van project-mer of beoordeling
Een ontheffing van de plicht tot het maken van een project-mer of een beoordeling (artikel 7.4 of 7.5, Wm) geldt als een ontheffing als bedoeld in artikel 16.44 van de Omgevingswet. Dit staat in artikel 4.96, lid 1, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Het oude recht blijft van toepassing op een verzoek om ontheffing dat is ingediend vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet tot de beslissing op dat verzoek onherroepelijk is. Dit staat in artikel 4.96, lid 2, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Gemeentelijke verordening afvloeiend hemelwater of grondwater
Een gemeentelijke verordening over afvloeiend hemelwater of grondwater en een besluit tot aanwijzing van een gebied op grond van deze verordening (artikel 10.32a, Wm) worden deel van het omgevingsplan. Dit staat in artikel 4.6, lid 1, onder f, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Lopende procedure
Is de procedure voor vaststellen van de verordening over afvloeiend hemelwater of grondwater niet afgerond? Dan blijft het oude recht daarop van toepassing tot:
- het besluit onherroepelijk is, als tegen het besluit beroep openstaat
- het besluit van kracht is, als tegen het besluit geen beroep openstaat
Dit staat in artikel 4.4 van de Invoeringswet Omgevingswet. De Invoeringswet koppelt dit overgangsrecht nog niet aan de verordening afvloeiend hemelwater en grondwater. Dit is wel de bedoeling. Artikel 1.5 van de Vangnetregeling Omgevingswet (Stcrt. 2023, 32876) legt uit dat het overgangsrecht op deze wijze moet worden ingevuld.
Lopende voorbereidingsprocedure
Als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerpbesluit tot aanwijzing van een gebied op grond van de verordening ter inzage is gelegd, dan blijft het oude recht van toepassing tot het besluit tot aanwijzing van het gebied van kracht is. Dit volgt uit artikel 4.6, lid 2, sub a, onder 1, van de Invoeringswet Omgevingswet.
De Invoeringswet koppelt dit overgangsrecht niet expliciet aan het besluit tot aanwijzing van een gebied. Dit is wel de bedoeling. Artikel 1.7 van de Vangnetregeling Omgevingswet (Stcrt. 2023, 32876) legt uit dat het overgangsrecht op deze wijze moet worden ingevuld.
Zodra het besluit van kracht is, wordt het onderdeel van het tijdelijke deel van het omgevingsplan. Dit volgt uit artikel 4.6, lid 1 van de Invoeringswet Omgevingswet.
Beroep
Als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerpbesluit tot aanwijzing van een gebied op grond van de verordening ter inzage is gelegd, dan blijft het oude recht van toepassing op beroep tot het besluit tot aanwijzing van het gebied onherroepelijk is. Dit volgt uit artikel 4.6, lid 3, sub a, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Ontheffing gemeentelijke zorgplicht afvalwater
Op grond van artikel 10.33 van de Wet milieubeheer kon de gemeente bij de provincie ontheffing aanvragen van zorgplicht voor stedelijk afvalwater in het buitengebied. De provinciale ontheffingsbevoegdheid voor de zorgplicht voor stedelijk afvalwater is onder de Omgevingswet komen te vervallen. Provincies hebben in het nieuwe stelsel geen ‘bemoeienis’ meer met de gemeentelijke rioleringstaak. Een gemeente kan zelf bepalen op welke manier de rioleringstaak wordt ingevuld.
Verplichtingen geluid
Bij geluid gelden verplichtingen voor:
- geluidbelastingkaart (artikel 11.6, Wm)
- actieplan geluid (paragraaf 11.2.3, Wm)
- vaststelling of wijziging geluidproductieplafonds (artikel 11.31, Wm)
- ontheffing naleving geluidproductieplafond (artikel 11.24, Wm)
- overschrijdingsbesluit (artikel 11.49, Wm)
- saneringsprojecten (afdeling 11.3.6, Wm)
Zie de themapagina Overgangsrecht geluid voor het overgangsrecht in lopende procedures en bij bestaande besluiten en instrumenten.
Melding ongewoon voorval
Een melding van een ongewoon voorval vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet geldt onder de Omgevingswet als een verstrekking van gegevens en schriftelijke stukken over dat ongewoon voorval, als het onder het nieuwe recht verplicht is om het bevoegd gezag hierover te informeren. Dit staat in artikel 8.1.1, lid 3, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Besluit treffen maatregelen ongewoon voorval
Een onherroepelijk besluit tot het treffen van maatregelen bij een ongewoon voorval (artikel 17.3, Wm) geldt als beschikking als bedoeld in artikel 19.5, lid 2, van de Omgevingswet. Dit staat in artikel 4.99, Invoeringswet Omgevingswet.
Gemeentelijk luchtkwaliteitsplan
Een gemeentelijk luchtkwaliteitsplan (artikel 5.11, Wm) dat op het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet van kracht is, geldt als een programma als bedoeld in artikel 3.10, lid 1, van de Omgevingswet als:
- de maatregelen in dat plan zijn gericht op het bereiken van een in bijlage 2 bij de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarde op een bij dat plan aangegeven locatie
- het plan de gegevens bevat bedoeld in bijlage XV, deel A, bij Richtlijn 2008/50/EG over luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa
Dit staat in artikel 4.100 van de Invoeringswet Omgevingswet.
Grondwaterbeschermingsheffing
De regels over de grondwaterbeschermingsheffing (artikel 15.34, Wm) blijven van kracht op de belastingtijdvakken met een begindatum vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Dit staat in artikel 4.101 van de Invoeringswet Omgevingswet.
Verzoek schadevergoeding
Er geldt overgangsrecht voor de afhandeling van een verzoek om vergoeding van schade (artikel 15.20, lid 1, onder b, of artikel 15.21, lid 1, onder a, Wm) veroorzaakt door:
- een beschikking voor het inzamelen van afvalstoffen (artikel 10.48, Wm)
- een beschikking voor het nuttig toepassen of verwijderen van afvalstoffen (artikel 10.52, Wm)
- een beschikking vanwege regels in de provinciale milieuverordening (artikel 1.2, Wm)
Het oude recht blijft van toepassing op een verzoek om schadevergoeding als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet:
- een van de volgende voorwaarden geldt:
- een aanvraag voor een vergunning is ingediend
- een ontwerp van een ambtshalve te nemen besluit is ter inzage gelegd
- voor een ambtshalve te nemen besluit is toepassing gegeven aan artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht
- en de voorwaarde geldt: het verzoek om schadevergoeding wordt ingediend binnen 5 jaar nadat het besluit is vastgesteld
tot het besluit op het verzoek om schadevergoeding onherroepelijk wordt en, bij toewijzing van het verzoek, de schadevergoeding volledig is betaald.
Dit staat in artikel 4.17 van de Invoeringswet Omgevingswet.
Gedoogplichten
Een gedoogplicht voor zorgwerkzaamheden aan een gesloten stortplaats (artikel 8.51) geldt als gedoogplicht van rechtswege als bedoeld in artikel 10.6, lid 1, van de Omgevingswet.
Een gedoogplicht voor preventieve of herstelmaatregelen bij milieuschade of onmiddellijke dreiging daarvan (artikel 17.11) geldt als gedoogplicht van rechtswege als bedoeld in artikel 10.6, lid 2, van de Omgevingswet.
Vordering schadevergoeding gedoogplicht
Als door een gedoogplicht schade is ontstaan vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, dan blijft het oude recht van toepassing op:
- een vordering tot schadevergoeding die is ingesteld binnen 5 jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet
- toewijzing van die vordering, totdat de toegewezen schadevergoeding volledig is betaald
Dit staat in artikel 4.16, lid 3, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Emissies EG-verordening PRTR en PRTR-protocol
Titel 12.3 van de Wet milieubeheer en de regels die bij of krachtens deze titel zijn gesteld, blijven van toepassing tot 1 januari van het kalenderjaar na het kalenderjaar waarin de artikelen 5.8 tot en met 5.11 van het Besluit activiteiten leefomgeving in werking treden (artikel 8.3.4, Invoeringsbesluit Omgevingswet).