Milieubelastende activiteit glastuinbouw (paragraaf 3.6.2 Bal)
Voor glastuinbouw gelden algemene rijksregels van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Hoofdstuk 3 van het Bal bevat de aanwijzing van wat er onder de milieubelastende activiteit valt en wat vergunningplichtig is. Ook staat hier welke inhoudelijke regels gelden.
Dit valt onder glastuinbouw
De milieubelastende activiteit glastuinbouw wordt in paragraaf 3.6.2 van het Bal aangewezen. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen zijn vooral lozingen, lichthinder en gebruik van energie.
De milieubelastende activiteit bestaat uit de kernactiviteit en eventuele functioneel ondersteunende activiteiten.
Kernactiviteit
Het telen van gewassen in kassen is de kernactiviteit.
De regels van de milieubelastende activiteit gelden niet als het telen van gewassen alleen plaatsvindt:
- bij een huishouden of bij het uitoefenen van beroep of bedrijf aan huis
- voor educatieve doeleinden, zoals botanische tuinen of het geven van cursussen
- bij onderzoeksinstellingen, zoals bij universiteiten
- bij volkstuinen
Samenloop met andere activiteiten uit hoofdstuk 3
Er kunnen ook andere paragrafen met milieubelastende activiteiten uit hoofdstuk 3 van het Bal van toepassing zijn. Deze activiteiten zijn soms functioneel ondersteunend aan de kernactiviteit en soms onderdeel van de kernactiviteit. Op de pagina De aanwijzing van milieubelastende activiteiten in het Bal leest u hier meer over. In de tabel hieronder vindt u voorbeelden van activiteiten die kunnen voorkomen bij deze kernactiviteit.
Andere activiteit |
Paragraaf Bal |
---|---|
Stookinstallatie | 3.2.1 |
Koelinstallatie met kooldioxide, koolwaterstoffen of ammoniak | 3.2.5 |
Opslagtank voor gassen | 3.2.7 |
Opslagtank voor vloeistoffen | 3.2.8 |
Opslaan gevaarlijke stoffen in verpakking | 3.2.9 |
Opslaan van vaste minerale anorganische meststoffen | 3.2.12 |
Voedingsmiddelenindustrie | 3.4.8 |
Telen van gewassen in de openlucht | 3.6.3 |
Telen van gewassen in een gebouw | 3.6.4 |
Deze milieuregels uit het Bal gelden voor glastuinbouw
Bij de milieubelastende staat welke inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 van toepassing zijn. Deze regels gelden voor de gehele milieubelastende activiteit inclusief de functioneel ondersteunende activiteiten. Zie de tabel hieronder voor een overzicht van de regels.
Daarnaast kunnen voor de functioneel ondersteunende activiteiten nog eigen regels en vergunningen gelden. Kijk hiervoor in de betreffende paragraaf van het Bal of in regels van gemeente, provincie of waterschap.
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist voor glastuinbouw
Voor de kernactiviteit geldt geen vergunningplicht. Vaak is er een samenloop met andere activiteiten uit hoofdstuk 3 in het bedrijf. Voor die andere milieubelastende activiteiten kan wel een vergunningplicht gelden.
Maar meestal zal glastuinbouw onder de Omgevingswet geen omgevingsvergunning nodig hebben.
Informeren van het bevoegd gezag
Het bedrijf moet uiterlijk 4 weken van tevoren algemene gegevens aanleveren bij het bevoegd gezag Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Hierbij gaat het bijvoorbeeld om naam, adres, begrenzing van de locatie en begindatum van de activiteit.
In hoofdstuk 2, 4 en 5 van het Bal staat per activiteit aangegeven of het bedrijf nog andere informatie moet aanleveren.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden voor glastuinbouw
Niet alle regels voor glastuinbouw staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
- het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen
- een eventuele omgevingsvergunning
- lokale regelgeving. Met lokale regelgeving bedoelen we bijvoorbeeld het omgevingsplan van de gemeente, de omgevingsverordening van de provincie en de waterschapsverordening van het waterschap. Welke lokale regels gelden voor een bepaalde locatie kunt u het beste checken met het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket.
Meer informatie
Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag kan zowel het Rijk, een provincie, een waterschap als een gemeente zijn. Onder de Omgevingswet heeft ieder instrument een bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dat het instrument inzet, is ook het bevoegd gezag voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, meldingen en het toestaan van afwijken van algemene regels.
Lees hier verder over bevoegd gezag.