Milieubelastende activiteit afvalbeheer IPPC-installaties (paragraaf 3.3.10 Bal)
Voor afvalbeheer IPPC-installaties gelden algemene rijksregels van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Hoofdstuk 3 van het Bal bevat de aanwijzing van wat er onder de milieubelastende activiteit valt en wat vergunningplichtig is. Ook staat hier welke inhoudelijke regels gelden.
Dit valt onder afvalbeheer IPPC-installaties
De milieubelastende activiteit afvalbeheer IPPC-installaties wordt in paragraaf 3.3.10 van het Bal aangewezen. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen zijn vooral verontreiniging van de bodem en lucht, lozingen, ondoelmatig beheer van afvalstoffen en gevolgen voor omgevingsveiligheid door de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen.
De milieubelastende activiteit valt onder complexe bedrijven.
De milieubelastende activiteit bestaat uit de kernactiviteit en eventuele functioneel ondersteunende activiteiten.
Kernactiviteit
De kernactiviteit is het exploiteren van een IPPC-installatie die valt onder categorie 5.1, 5.3, 5.5 en 5.6 van bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup):
- Categorie 5.1: het verwijderen of nuttig toepassen van gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag door middel van een specifieke handeling
- Categorie 5.3a: het verwijderen van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van 50 ton per dag door middel van een specifieke handeling
- Categorie 5.3b: het nuttig toepassen (eventueel in combinatie met het verwijderen) van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van 75 ton per dag door middel van een specifieke handeling. Bij alleen anaerobe vergisting is de drempelwaarde 100 ton per dag.
- Categorie 5.5: het tijdelijk opslaan van gevaarlijke afvalstoffen met een totale capaciteit van meer dan 50 ton gevolgd door een specifieke handeling
- Categorie 5.6: het ondergronds opslaan van gevaarlijke afvalstoffen met een totale capaciteit van meer dan 50 ton
Samenloop met andere activiteiten uit hoofdstuk 3
Er kunnen ook andere paragrafen met milieubelastende activiteiten uit hoofdstuk 3 van het Bal van toepassing zijn. Deze activiteiten zijn soms functioneel ondersteunend aan de kernactiviteit en soms onderdeel van de kernactiviteit. Op de pagina De aanwijzing van milieubelastende activiteiten in het Bal leest u hier meer over. In de tabel hieronder vindt u voorbeelden van activiteiten die kunnen voorkomen bij deze kernactiviteit.
Andere activiteit |
Paragraaf Bal |
---|---|
Stookinstallatie | 3.2.1 |
Koelinstallatie met kooldioxide, koolwaterstoffen of ammoniak | 3.2.5 |
Bodemenergiesysteem | 3.2.6 |
Opslagtank voor gassen | 3.2.7 |
Opslagtank voor vloeistoffen | 3.2.8 |
Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking | 3.2.9 |
Seveso-inrichting | 3.3.1 |
Deze milieuregels uit het Bal gelden voor afvalbeheer IPPC-installaties
Bij de milieubelastende activiteit staat welke inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 van toepassing zijn. Deze regels gelden voor de gehele milieubelastende activiteit inclusief de functioneel ondersteunende activiteiten. Zie de tabel hieronder voor een overzicht van de regels.
Paragraaf titel |
Paragraaf Bal |
---|---|
Shredderen van autowrakken | 4.31 |
Eindonderzoek bodem (alleen voor IPPC-installaties) | 5.2.1 |
PRTR (voor het nuttig toepassen of verwijderen van gevaarlijke afvalstoffen als per dag 10 ton of meer gevaarlijke afvalstoffen worden ontvangen, en/of het verwijderen van niet-gevaarlijke afvalstoffen bij een capaciteit van 50 ton of meer per dag) | 5.3.1 |
Verduurzaming van het energiegebruik | 5.4.1 |
Zeer Zorgwekkende Stoffen | 5.4.3 |
Emissies in de lucht | 5.4.4 |
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist voor afvalbeheer IPPC-installaties
Voor de milieubelastende activiteit is een vergunning nodig. Als het lozen van afvalwater op oppervlaktewater plaatsvindt, geldt een vergunningplicht voor een wateractiviteit. De vergunningplicht voor IPPC-installaties is nodig vanwege de Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
De vergunningplicht geldt voor de hele installatie en alle functioneel ondersteunende activiteiten. Alles wat onderdeel uitmaakt van de installatie of deze installatie functioneel ondersteunt valt dus onder de vergunningplicht. Dit betekent dat bijna altijd de hele locatie onder de vergunningplicht valt.
Milieueffectrapportage
Het kan zijn dat voor deze milieubelastende activiteit een mer-beoordelingsplicht of een mer-plicht geldt. Dit kunt u afleiden uit bijlage V van het Omgevingsbesluit. Wilt u weten of mer verplichtingen geeft? Vul de mer-scan in of lees verder over milieueffectrapportage.
Informeren van het bevoegd gezag
In hoofdstuk 2, 4 en 5 van het Bal kan per activiteit aangegeven staan of het bedrijf nog andere informatie moet aanleveren bij het bevoegd gezag Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
De indieningseisen voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden voor afvalbeheer IPPC-installaties
Niet alle regels voor afvalbeheer IPPC-installaties staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
- het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen
- een eventuele omgevingsvergunning
- lokale regelgeving. Met lokale regelgeving bedoelen we bijvoorbeeld het omgevingsplan van de gemeente, de omgevingsverordening van de provincie en de waterschapsverordening van het waterschap. Welke lokale regels gelden voor een bepaalde locatie kunt u het beste checken met het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket.
Meer informatie
Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie)
Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 over industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PbEU 2010, L 334). Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
De Richtlijn industriële emissies is op 15 juli 2024 inhoudelijk gewijzigd door richtlijn 2024/1745. Hierbij wordt ook de naam van de richtlijn aangepast tot Richtlijn industriële emissies en veehouderijen.
Ga naar de geconsolideerde tekst van de Richtlijn industriële emissies.
Meer informatie staat op Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie).
Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag kan zowel het Rijk, een provincie, een waterschap als een gemeente zijn. Onder de Omgevingswet heeft ieder instrument een bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dat het instrument inzet, is ook het bevoegd gezag voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, meldingen en het toestaan van afwijken van algemene regels.
Lees hier verder over bevoegd gezag.