Milieubelastende activiteit vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen (paragraaf 3.3.5 Bal)
Voor vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen gelden algemene rijksregels van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Hoofdstuk 3 van het Bal bevat de aanwijzing van wat er onder de milieubelastende activiteit valt en wat vergunningplichtig is. Ook staat hier welke inhoudelijke regels gelden.
Dit valt onder vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen
De milieubelastende activiteit vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen wordt in paragraaf 3.3.5 van het Bal aangewezen. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen zijn vooral verontreiniging van de lucht en het gebruik van energie.
De milieubelastende activiteit valt onder complexe bedrijven.
De milieubelastende activiteit bestaat uit de kernactiviteit en eventuele functioneel ondersteunende activiteiten.
Kernactiviteit
De kernactiviteit is:
- een installatie voor het vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen. Dit is inclusief IPPC-installaties die vallen onder categorie 1.4 van bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
- het exploiteren van een 'andere milieubelastende installatie' voor het briketteren (waarbij materiaal in een briketpers wordt samengedrukt) of walsen van steenkool en bruinkool.
- het exploiteren van een 'andere milieubelastende installatie' voor het maken van steenkoolproducten en vaste rookvrije brandstof.
Vergassen van kolen
Bij het vergassen van kolen wordt steenkool vergast tot synthesegas. Dit is een mengsel van vooral koolmonoxide (CO) en waterstof (H2). Het vergassen van kolen vindt doorgaans plaats bij hoge temperaturen en onder (hoge) druk. Hierbij wordt water in de vorm van stoom en zuurstof toegediend. Synthesegas is te gebruiken als brandstof of om te zetten in synthetische koolwaterstoffen zoals diesel.
Vergassen van andere brandstoffen
Onder het vergassen van andere brandstoffen valt bijvoorbeeld het vergassen van biomassa of biobrandstoffen. Zoals hout, papier, voedingsmiddelen, oogstrestanten of mest. Het vergassen van deze brandstoffen is een techniek die nog volop in ontwikkeling is.
Installaties voor vergassen
In Nederland zijn maar enkele installaties voor het vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen. Het vergassen van kolen in elektriciteitscentrales komt in Nederland niet meer voor. Ook het vloeibaar maken van steenkool en het briketteren of walsen van steenkool of bruinkool komt in Nederland niet voor.
Samenloop met andere activiteiten uit hoofdstuk 3
Er kunnen ook andere paragrafen met milieubelastende activiteiten uit hoofdstuk 3 van het Bal van toepassing zijn. Deze activiteiten zijn soms functioneel ondersteunend aan de kernactiviteit en soms onderdeel van de kernactiviteit. Op de pagina De aanwijzing van milieubelastende activiteiten in het Bal leest u hier meer over. In de tabel hieronder vindt u voorbeelden van activiteiten die kunnen voorkomen bij deze kernactiviteit.
Andere activiteit |
Paragraaf Bal |
---|---|
Stookinstallatie | 3.2.1 |
Opslagtank voor gassen | 3.2.7 |
Opslagtank voor vloeistoffen | 3.2.8 |
Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking | 3.2.9 |
Seveso-inrichting | 3.3.1 |
Grootschalige energieopwekking | 3.3.2 |
Deze milieuregels uit het Bal gelden voor vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen
Bij de milieubelastende activiteit staat welke inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 van toepassing zijn. Deze regels gelden voor de gehele milieubelastende activiteit inclusief de functioneel ondersteunende activiteiten. Zie de tabel hieronder voor een overzicht van de regels.
Onderwerp |
Paragraaf Bal |
---|---|
Eindonderzoek bodem (alleen voor IPPC-installaties) | 5.2.1 |
PRTR, als het gaat om het exploiteren van een IPPC-installatie voor het vergassen of vloeibaar maken van steenkool | 5.3.1 |
Verduurzaming van het energiegebruik | 5.4.1 |
Zeer Zorgwekkende Stoffen | 5.4.3 |
Emissies in de lucht | 5.4.4 |
Geluid op industrieterreinen | 5.4.5 |
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist voor vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen
Voor de milieubelastende activiteit is een vergunning nodig. Als het lozen van afvalwater op oppervlaktewater plaatsvindt, geldt een vergunningplicht voor een wateractiviteit. De vergunningplicht voor IPPC-installaties is nodig vanwege de Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). De overige activiteiten zijn vergunningplichtig omdat een mer-beoordeling nodig is.
De vergunningplicht geldt voor de hele installatie en alle functioneel ondersteunende activiteiten. Alles wat onderdeel uitmaakt van de installatie of deze installatie functioneel ondersteunt valt dus onder de vergunningplicht. Dit betekent dat bijna altijd de hele locatie onder de vergunningplicht valt.
Milieueffectrapportage
Het kan zijn dat voor deze milieubelastende activiteit een mer-beoordelingsplicht of een mer-plicht geldt. Dit kunt u afleiden uit bijlage V van het Omgevingsbesluit. Wilt u weten of mer verplichtingen geeft? Vul de mer-scan in of lees verder over milieueffectrapportage.
Informeren van het bevoegd gezag
In hoofdstuk 2, 4 en 5 van het Bal kan per activiteit aangegeven staan of het bedrijf nog andere informatie moet aanleveren bij het bevoegd gezag Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
De indieningseisen voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden
Niet alle regels voor het vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
- het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen
- een eventuele omgevingsvergunning
- lokale regelgeving. Met lokale regelgeving bedoelen we bijvoorbeeld het omgevingsplan van de gemeente, de omgevingsverordening van de provincie en de waterschapsverordening van het waterschap. Welke lokale regels gelden voor een bepaalde locatie kunt u het beste checken met het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket.
Meer informatie
Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie)
Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 over industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PbEU 2010, L 334). Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
De Richtlijn industriële emissies is op 15 juli 2024 inhoudelijk gewijzigd door richtlijn 2024/1745. Hierbij wordt ook de naam van de richtlijn aangepast tot Richtlijn industriële emissies en veehouderijen.
Ga naar de geconsolideerde tekst van de Richtlijn industriële emissies.
Meer informatie staat op Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie).
Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag kan zowel het Rijk, een provincie, een waterschap als een gemeente zijn. Onder de Omgevingswet heeft ieder instrument een bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dat het instrument inzet, is ook het bevoegd gezag voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, meldingen en het toestaan van afwijken van algemene regels.
Lees hier verder over bevoegd gezag.