Vergunning of melding bij de technische bouwactiviteit
In de algemene rijksregel van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) staat in welke gevallen de technische bouwactiviteit vergunningplichtig of meldingsplichtig is.
Op deze pagina
- Bouwwerken waarvoor vergunningplicht geldt
- Meldingsplicht
- Schema bepalen vergunningplicht en meldingsplicht
Bouwwerken waarvoor vergunningplicht geldt
In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) staan de vergunningplichtige bouwactiviteiten voor bouwwerken met een dak en bouwwerken zonder dak.
Bouwwerken met een dak
Het bouwen van een bouwwerk met een dak is vergunningplichtig als het bouwwerk:
- niet op de grond staat
- hoger is dan 5 m
- meer dan 1 bouwlaag heeft, en is voorzien van een verblijfsgebied op de tweede bouwlaag of hoger
- een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte heeft; of
- door de bouwactiviteit een hoofdgebouw Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) wordt
Dit staat in artikel 2.25 Bbl.
Bouwwerken zonder dak
Het bouwen van een bouwwerk zonder dak is vergunningplichtig als het bouwwerk:
- hoger is dan 5 m
- ondergronds wordt gebouwd
- een sport- of speeltoestel is, hoger dan 4 m of dat niet alleen functioneert met behulp van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens
- een constructie voor het overbruggen van een terreinhoogteverschil is, hoger dan 1 m of hoger dan het aansluitende afgewerkte terrein
- een erf- of perceelafscheidingen is, hoger dan 2 m of
- een schotelantenne is, hoger dan 3 m (antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de voet) of met een doorsnede van meer dan 2 m
Dit staat in artikel 2.26 Bbl.
Wanneer er sprake is van (g)een dak en wanneer het om hoger of lager dan 5 m gaat
Gaat het om een losstaand bouwwerk? Dan kijkt u of dat bouwwerk een dak heeft. Een losstaand bouwwerk is bijvoorbeeld een losse schuur in de tuin, een transistorhuisje of erfafscheiding. Heeft dat losse bouwwerk een dak dan kijkt u in artikel 2.25 van het Bbl. Heeft het geen dak dan kijkt u in artikel 2.26 van het Bbl. De hoogte van 5 m in die artikelen geldt ook voor het losstaande bouwwerk.
Gaat het om het aanpassen, veranderen, vergroten van een bestaand bouwwerk? Bijvoorbeeld het weghalen van een draagmuur in een bestaand bouwwerk of het plaatsen van een dakkapel, antenne, airco, zonnepanelen, warmtepomp, balkon, schoorsteen, zonnewering op of tegen een bestaand bouwwerk. Dan kijkt u of het onderdeel waar het om gaat (zoals dakkapel, airco) een dak heeft of niet. Zo ja, dan kijkt u in artikel 2.25 van het Bbl. Zo nee, dan kijkt u in artikel 2.26 van het Bbl. De hoogte van 5 m in die artikelen geldt ook voor de hoogte van dat onderdeel boven de grond.
In het Omgevingsloket komt dit onderscheid ook terug.
Voorbeeld uitbouw
Iemand wil een uitbouw plaatsen van 3 m hoog aan een huis van 8 m hoog. De uitbouw komt op de grond, bestaat uit 1 bouwlaag en er zit geen dakterras of andere buitenruimte op. Voor de vraag of artikel 2.25 of 2.26 aan de orde is, kijkt u naar de uitbouw. Die heeft een dak en dus kijkt u in 2.25 (met dak). Voor de vraag of het hoger of lager is dan 5 m kijkt u ook naar de hoogte van de uitbouw (gemeten vanaf de grond) en niet naar de hoogte van het huis. Omdat de uitbouw lager is dan 5 m boven de grond, is hier dus sprake van ‘lager dan 5 m’. De bouwactiviteit voldoet niet aan dit criterium van artikel 2.25 (onderdeel b) van het Bbl. De bouwactiviteit voldoet ook niet aan een van de andere criteria van 2.25 en dus is de technische bouwactiviteit vergunningvrij.
Voorbeeld zonnepanelen
Iemand wil zonnepanelen plaatsen op een hoogte van 7 m. Het huis waarop de zonnepanelen komen, is 8 m hoog. Voor de vraag of artikel 2.25 of 2.26 aan de orde is, kijkt u naar de zonnepanelen. Die hebben geen dak en dus kijkt u in 2.26 (zonder dak). Voor de vraag of het hoger of lager is dan 5 m kijkt u ook naar de hoogte van de zonnepanelen (gemeten vanaf de grond) en niet naar de hoogte van het huis. Omdat de zonnepanelen op 7 m boven de grond komen, is hier dus sprake van ‘hoger dan 5 m’. De bouwactiviteit valt dus onder artikel 2.26, lid 1, onderdeel a,van het Bbl. Wel zijn de zonnepanelen vervolgens uitgezonderd in artikel 2.27, lid 1, onder b, van het Bbl. En is de technische bouwactiviteit alsnog vergunningvrij.
Voorbeeld draagmuur weghalen
Iemand wil een draagmuur in een huis weghalen. De weg te halen draagmuur is op een hoogte van 6 m. Het huis is 8 m hoog. Voor de vraag of artikel 2.25 of 2.26 aan de orde is, kijkt u naar het weghalen van de draagmuur. De weg te halen draagmuur heeft zelf geen dak en dus kijkt u in 2.26 (zonder dak). Voor de vraag of het hoger of lager is dan 5 m kijkt u ook naar de hoogte waarop het weghalen plaatsvindt en niet naar de hoogte van het huis. Omdat het weghalen op een hoogte plaatsvindt van meer dan 5 m boven de grond, is hier dus sprake van ‘hoger dan 5 m’. De bouwactiviteit valt dus onder artikel 2.26, lid 1, onderdeel a, van het Bbl. Omdat het om een draagmuur gaat en de draagconstructie verandert, valt de bouwactiviteit vervolgens niet onder de vrijstelling van artikel 2.27, lid 1, onder b, van het Bbl (zie Uitzonderingen op de vergunningplicht). Ook andere vrijstellingen in artikel 2.27, lid 2, van het Bbl zijn niet van toepassing. En de bouwactiviteit valt ook niet onder gevolgklasse 1, want verbouw valt daar (nog) niet onder (artikel 2.17, lid 4 Bbl). De technische bouwactiviteit is vergunningplichtig.
Let op: momenteel is het wijzigen van de draagconstructie of brandcompartimentering lager dan 5 meter niet als vergunningplichtig aangewezen in artikel 2.26, lid 1, van het Bbl. Dit is onder de aandacht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Er zal een aanpassing van artikel 2.26 van het Bbl volgen.
Uitzonderingen op de vergunningplicht
Er zijn 3 uitzonderingen op de vergunningplicht. Deze staan in artikel 2.27 van het Bbl:
- Het bouwwerk valt onder gevolgklasse 1 en is daardoor is de bouwactiviteit meldingsplichtig
- Het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen van een bouwwerk waarbij de draagconstructie en de indeling in brandcompartimenten, subbrandcompartimenten of beschermde subbrandcompartimenten niet wijzigen
- Het bouwwerk wordt uitgezonderd van de vergunningplicht:
- dakkapel
- dakraam, daklicht, lichtstraat of soortgelijke daglichtvoorziening in een dak
- kozijn, kozijninvulling, gevelpaneel of boeideel, of stucwerk
- magazijnstelling niet hoger dan 8,5 m en die alleen steunen op de vloer van het gebouw waarin ze worden geplaatst
- zwembad, bubbelbad of soortgelijke voorziening of vijver
- antenne-installatie met bijbehorende opstelpunt voor de C2000-infrastructuur voor de mobiele communicatie door hulpverleningsdiensten
- een zogenoemde 'bouwwerk geen gebouw zijnde', voor een infrastructurele of openbare voorziening. Dit bouwwerk moeten dan wel aan bepaalde voorwaarden voldoen
- bouwkeet, bouwbord, steiger heistelling, hijskraan, damwand, terreinverharding, terreininrichting of andere hulpconstructie
Lees meer op Omgevingsvergunning bij de technische bouwactiviteit.
Meldingsplicht
De meldingsplichtige bouwactiviteit geldt voor het bouwen van een bouwwerk in gevolgklasse 1. Dit zijn bouwactiviteiten die alleen gelden voor een volgende gebruiksfuncties:
- Grondgebonden woonfuncties, inclusief nevenfuncties (garage, schuur of kantoor aan huis). Een woonfunctie in een woongebouw, voor zorg of voor kamergewijze verhuur vallen hier niet onder.
- Woonfuncties, inclusief nevenfuncties in een drijvend bouwwerk.
- Grondgebonden logiesfuncties. Een logiesfunctie in een logiesgebouw valt hier niet onder.
- Industriefunctie, inclusief nevenfuncties. Alleen als het bouwwerk uit niet meer dan 2 bouwlagen bestaat.
- Industriefunctie als nevenfunctie bij een andere gebruiksfunctie. Alleen als het bouwwerk uit niet meer dan 2 bouwlagen bestaat.
- Bovengrondse infrastructurele werken voor langzaam verkeer tot maximaal 20 m lang zoals kleine fiets- en voetgangersbruggen (niet over rijks- of provinciale wegen)
- Overige bovengrondse bouwwerken die geen gebouw zijn, tot maximaal 20 m hoog (masten, antennes, et cetera). Waterkerende constructies vallen er niet onder (zoals stuwen en sluizen).
Dit staat in artikel 2.17, lid 3, van het Bbl.
Uitzonderingen op de meldingsplicht
De meldingsplicht is niet toepassing als het Bbl de bouwactiviteit uitzondert van gevolgklasse 1. De volgende gevallen blijven daarom vergunningplichtig:
- De bouwactiviteit vindt plaats aan monumenten of voorbeschermde monumenten (artikel 2.17, lid 2, onder a, van het Bbl)
- Voor het in gebruik nemen van het bouwwerk is een melding brandveilig gebruik nodig (artikel 2.17, lid 2, onder c Bbl)
- Bij het bouwen wordt een gelijkwaardige regel toegepast over constructieve veiligheid of brandveiligheid (artikel 2.17, lid 2, onder d, van het Bbl)
- Bij het bouwen worden NEN 6060 en NEN 6079 niet toegepast bij het bepalen van de gebruiksoppervlakte van een brandcompartiment (artikel 2.17, lid 2, onder e, van het Bbl)
- Het bouwwerk hoort bij een milieubelastende activiteit die als vergunningplichtig is aangewezen in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (artikel 2.17, lid 2, onder f, van het Bbl)
Lees meer op Melding bij de technische bouwactiviteit.
Schema bepalen vergunningplicht en meldingsplicht
Onderstaand schema geeft aan wanneer de technische bouwactiviteit vergunningplichtig of meldingsplichtig is of wanneer geen vergunning of melding nodig is.
Beschrijving van het schema
Stap 1: Voldoet de (ver)bouwactiviteit aan een criterium van artikel 2.25 Bbl (bouwwerk met dak) of artikel 2.26 Bbl (bouwwerk zonder dak)? Als de activiteit aan geen enkel criterium voldoet van artikel 2.25 en ook niet van artikel 2.26, dan is er geen omgevingsvergunning of melding nodig voor de bouwactiviteit. Als de activiteit wel voldoet aan een of meerdere van de criteria van artikel 2.25 of van artikel 2.26, ga dan naar stap 2.
Stap 2: Valt de activiteit onder de uitzondering van artikel 2.27, lid 1 onder b of artikel 2.27, lid 2 Bbl? Zo ja, ook dan is geen omgevingsvergunning of melding nodig voor de bouwactiviteit. Zo nee, ga naar stap 3.
Stap 3: Valt de activiteit onder gevolgklasse 1 van artikel 2.17 Bbl? Zo ja, dan geldt wel een meldingsplicht voor de bouwactiviteit. Zo nee, dan is een omgevingsvergunning nodig voor de bouwactiviteit.
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Lees meer op de pagina Inhoud Besluit bouwwerken leefomgeving.
Vergunningvrij bouwen: hoofdgebouw
Gebouw, of bouwkundig en functioneel te onderscheiden gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor het verrichten van andere activiteiten dan bouwactiviteiten die op grond van het omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit op het perceel zijn toegestaan en, als meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die toegestane activiteiten het belangrijkst is (dit staat in Bijlage I Besluit bouwwerken leefomgeving).
Op bouwlocaties wordt soms tijdelijk een woonunit geplaatst. Bij een nieuw te bouwen woning staat zo’n tijdelijke woonunit voor een langere periode. Die tijdelijke woonunit zal daarom meestal een hoofdgebouw worden. Bij het verbouwen van een woning voor kortere tijd kan dat anders liggen. Daar is namelijk al een gebouw aanwezig. Waar precies de grens ligt tussen wel of geen hoofdgebouw is niet te zeggen. De gemeente beslist uiteindelijk.