Waarom hemelwater niet op het riool mag
Het afvoeren van hemelwater via het vuilwaterriool heeft een negatieve invloed op de goede werking van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi). Hemelwater, zoals regen, moet bij voorkeur lokaal in het milieu terechtkomen.
Toepassingsgebied
Door het lozen van dit type afvalwater, ook wel 'dun water' genoemd, vermindert de doelmatige werking van een zuiveringtechnisch werk, zoals de rwzi. Dit komt doordat de biologische belasting afneemt, maar de hydraulische belasting niet.
Door schoon afvalwater te lozen in schoonwaterriool of lokaal in het milieu terug te brengen, worden het vuilwaterriool én de rwzi ontlast. Deze lozingsroute voorkomt bovendien het overstorten van het vuilwaterriool.
Dit geldt ook voor de lozing van andere stromen die nagenoeg schoon zijn. Bijvoorbeeld het lozen van grondwater bij bronneringen.
Definitie hemelwater
Hemelwater is water uit neerslag, zoals regen, sneeuw, hagel en dauw. Afvloeiend hemelwater is een vorm van afvalwater.
Het gaat doorgaans om een schone afvalwaterstroom. Daarom heeft deze afvalwaterstroom een bijzondere status. Ook omdat hemelwater direct in het milieu terug kan komen.
Bijzondere regels voor hemelwater en bedrijven
Voor het afvloeiende hemelwater bij de opslag van goederen op het buitenterrein dat bij een inrichting hoort, moet voldaan worden aan voorschriften van op- en overslag van goederen. Ook voor het opslaan van mest en bij het telen van gewassen in een kas gelden bijzondere voorwaarden voor het afstromende hemelwater.
Voor complexe bedrijven staan de eisen in de omgevingsvergunning voor het lozen van hemelwater op een oppervlaktewaterlichaam.
Bodembeschermende voorziening
Het bij voorkeur lokaal in het milieu terugbrengen, geldt niet voor het lozen van afstromend hemelwater van een bodembeschermende voorziening.
Een bodembeschermende voorziening is bijvoorbeeld een vloeistofdichte vloer bij een tankstation. Een ander voorbeeld is een lekbak onder een tank. De lozingsregels die hier gelden, zijn dan opgesteld in samenhang met de milieubelastende activiteit.
Hemelwater dat van een niet voorgeschreven vloeistofdichte verharding afstroomt, is juridisch gezien gewoon hemelwater. En daarmee juridisch gezien gelijk aan bijvoorbeeld het regenwater dat van het dak van het bedrijf afvloeit in een regenpijp.
Huidige praktijk
De huidige praktijk staat nog ver af van de voorkeur om hemelwater lokaal in het milieu terecht te laten komen. In stedelijk gebied, en vooral in woonwijken gebouwd voor 1990, voert men afvloeiend hemelwater nog vaak via een gemengd rioolstelsel af. Dus samen met huishoudelijk afvalwater.
Gewenste praktijk
Afvloeiend hemelwater moet bij voorkeur lokaal in het milieu terechtkomen. Het is tenslotte een schone afvalwaterstroom. Een voorwaarde hiervoor is dat de plekken waar hemelwater valt, schoon gehouden worden. Wanneer het hemelwater te verontreinigd is, moet dit op het perceel door de gebruiker van het perceel worden gezuiverd. Bijvoorbeeld via een helofytenfilter, een zuiveringsfilter of een gelijksoortige voorziening.
Deze voorkeur volgt uit de voorkeursvolgorde. Het maakt daarbij niet uit bij wie het dat hemelwater valt:
- gebouwen van (complexe) bedrijven
- particuliere huizen
- in de buitenruimte, zoals een plein of snelweg
Gecontroleerd infiltreren in de bodem (de berm van de weg) of nuttige toepassing heeft de voorkeur boven:
- lozen in het oppervlaktewater of een schoonwaterriool
- een lozing op het vuilwaterriool (bij een gemengd stelsel)
De lokale situatie is doorslaggevend voor de meest doelmatige lozingsroute.
Verantwoordelijkheid bij particulier en bedrijf
De gemeente heeft in beginsel geen taak om te zorgen voor afvoer en verwerking van hemelwater op een particulier perceel. Wel staan regels voor het lozen van afvloeiend hemelwater in de buitenruimte in de bruidsschat omgevingsplan. En in de bruidsschat waterschapsverordening.
Alleen wanneer het niet doelmatig is voor een particulier om te zorgen voor eigen afvoer van hemelwater, is de gemeente verantwoordelijk om dit verzorgen (gemeentelijke hemelwatertaak). Bijvoorbeeld door het aanleggen van een schoonwaterriool.
Gerelateerde wetgeving
In paragraaf 3.7.4 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) staan regels over de afvoer van huishoudelijk afvalwater en hemelwater. Een lozingstoestel moet een afvoervoorziening voor huishoudelijk afvalwater hebben. De afvoercapaciteit moet groot genoeg zijn om elk aangesloten lozingstoestel binnen 5 minuten te legen. De afvoervoorziening moet voldoen aan de NEN-3215.
Er staat hierin geen verplichting tot aansluiting op een (vuil)waterriool.
Begrip: Afvloeiend/afstromend hemelwater
Afvalwater dat ontstaat doordat water uit de hemel valt, zoals regen, sneeuw, hagel en dauw. Er is een relatie met de hemelwatertaak van de gemeente. Hemelwater kan vastgehouden en geborgen worden in een waterberging. Meer informatie over afvoeren van hemelwater.
Begrip: Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Lees meer op de pagina Inhoud Besluit bouwwerken leefomgeving.