Milieubelastende activiteit maken van materialen, eindproducten en halffabricaten (paragraaf 3.4.12 Bal)
Voor het maken van materialen, eindproducten of halffabricaten (andere industrie) gelden algemene rijksregels. De milieuregels staan in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Hoofdstuk 3 van het Bal bevat de aanwijzing van wat er onder de milieubelastende activiteit valt en wat vergunningplichtig is. Ook staat hier welke inhoudelijke regels gelden.
Dit valt onder maken van materialen, eindproducten of halffabricaten
De milieubelastende activiteit maken van materialen, eindproducten of halffabricaten wordt in paragraaf 3.4.12 van het Bal aangewezen. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen zijn vooral verontreiniging van bodem en lucht, lozingen en gebruik van energie.
De milieubelastende activiteit bestaat uit de kernactiviteit en eventuele functioneel ondersteunende activiteiten.
Kernactiviteit
De kernactiviteit is het maken van materialen, eindproducten of halffabricaten met:
- een stookinstallatie met een nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 400 kW
- een koelinstallatie met meer dan 300 kg koudemiddel
- een oplosmiddeleninstallatie
De paragraaf 3.4.12 is een vangnet voor milieubelastende activiteiten die niet onder een van de andere paragrafen in afdeling 3.4 Nutssector en industrie vallen. Toch vinden er milieurelevante activiteiten plaats waarvoor regels staan in het Bal.
Voorbeeld
Een bedrijf produceert meubels van allerlei verschillende materialen. Dit bedrijf is mogelijk niet direct onder te brengen onder metaalindustrie, rubber en kunststofindustrie of papier-, hout-, textiel- en leerindustrie. Door het vangnet gelden er wel algemene regels voor de werkzaamheden van deze meubelproducent.
Dit valt niet onder de kernactiviteit
De milieubelastende activiteit is niet van toepassing als de activiteit valt binnen één van de hieronder genoemde activiteiten:
- Metaalproductenindustrie, paragraaf 3.4.4
- Minerale producten industrie, paragraaf 3.4.5
- Chemische producten industrie, paragraaf 3.4.6
- Papier-, hout-, textiel- en leerindustrie, paragraaf 3.4.7
- Voedingsmiddelenindustrie, paragraaf 3.4.8
- Rubber- en kunststofindustrie, paragraaf 3.4.9
- Grafische industrie, paragraaf 3.4.10
- Scheepswerven, paragraaf 3.4.11
Samenloop met andere activiteiten uit hoofdstuk 3
Er kunnen ook andere paragrafen met milieubelastende activiteiten uit hoofdstuk 3 van het Bal van toepassing zijn. Deze activiteiten zijn soms functioneel ondersteunend aan de kernactiviteit en soms onderdeel van de kernactiviteit. Op de pagina De aanwijzing van milieubelastende activiteiten in het Bal leest u hier meer over. In de tabel hieronder vindt u voorbeelden van activiteiten die kunnen voorkomen bij deze kernactiviteit.
Andere activiteit |
Paragraaf Bal |
---|---|
Stookinstallatie | 3.2.1 |
Koelinstallatie met kooldioxide, koolwaterstoffen of ammoniak | 3.2.5 |
Opslagtank voor gassen | 3.2.7 |
Opslagtank voor vloeistoffen | 3.2.8 |
Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking | 3.2.9 |
Oppervlaktebehandeling met oplosmiddelen | 3.2.18 |
Laboratorium | 3.7.5 |
Deze milieuregels uit het Bal gelden voor maken van materialen, eindproducten of halffabricaten
Bij deze milieubelastende activiteit staat welke inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 van toepassing zijn. Deze regels gelden voor de gehele milieubelastende activiteit inclusief de functioneel ondersteunende activiteiten. Zie de tabel hieronder voor een overzicht van de regels.
Paragraaf titel |
Paragraaf Bal |
---|---|
Lassen van metalen | 4.16 |
Solderen van metalen | 4.17 |
Mechanisch en thermisch bewerken van metalen | 4.18 |
Mechanisch bewerken van steen | 4.19 |
Mechanisch bewerken van diverse materialen | 4.20 |
Reinigen, lijmen en coaten van diverse materialen | 4.21 |
Oplosmiddeleninstallatie | 4.34 |
Kleinschalig tanken | 4.39 |
Grootschalig tanken | 4.40 |
Vullen van gasflessen met propaan of butaan | 4.101 |
Opslaan van goederen | 4.104 |
Laden en lossen van vaartuigen en drijvende werktuigen | 4.107 |
Lozen van koelwater (bij niet vergunningplichtige activiteiten) | 4.110 |
Verduurzaming van het energiegebruik | 5.4.1 |
Daarnaast kunnen voor de functioneel ondersteunende activiteiten nog eigen regels en vergunningen gelden. Kijk hiervoor in de betreffende paragraaf van het Bal of in regels van gemeente, provincie of waterschap.
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist voor maken van materialen, eindproducten of halffabricaten
Er geldt een vergunningplicht voor het lozen van koelwater met een warmtevracht van meer dan 50 MW op een oppervlaktewater.
Vaak zijn in een bedrijf ook andere paragrafen met milieubelastende activiteiten uit hoofdstuk 3 van het Bal van toepassing. Voor die activiteiten kan ook een vergunningplicht gelden.
Informeren van het bevoegd gezag
Het bedrijf moet uiterlijk 4 weken van tevoren algemene gegevens aanleveren bij het bevoegd gezag Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Hierbij gaat het bijvoorbeeld om naam, adres, begrenzing van de locatie en begindatum van de activiteit.
In hoofdstuk 2, 4 en 5 van het Bal staat per activiteit aangegeven of het bedrijf nog andere informatie moet aanleveren.
De indieningseisen voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden voor maken van materialen, eindproducten of halffabricaten
Niet alle regels voor het maken van materialen, eindproducten en halffabricaten staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
- het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen
- een eventuele omgevingsvergunning
- lokale regelgeving. Met lokale regelgeving bedoelen we bijvoorbeeld het omgevingsplan van de gemeente, de omgevingsverordening van de provincie en de waterschapsverordening van het waterschap. Welke lokale regels gelden voor een bepaalde locatie kunt u het beste checken met het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket.
Meer informatie
Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag kan zowel het Rijk, een provincie, een waterschap als een gemeente zijn. Onder de Omgevingswet heeft ieder instrument een bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dat het instrument inzet, is ook het bevoegd gezag voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, meldingen en het toestaan van afwijken van algemene regels.
Lees hier verder over bevoegd gezag.