Inhoud deze pagina
Wat u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Van vaartuigen (waaronder schepen) op binnenwateren kunnen verschillende afvalwaterstromen ontstaan. Er is onderscheid tussen pleziervaart en beroepsvaart. Onder beroepsvaart vallen ook cruise-, hotel- en passagiersschepen.
Definitie van binnenwateren
Dit zijn oppervlaktewaterlichamen die deel uitmaken van de binnenwateren als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Wet grenzen Nederlandse territoriale zee. Hieronder vallen alle wateren landinwaarts gemeten vanaf de laagwaterlijn langs de kust. Deze laagwaterlijn (de lijn van 0 meter NAP) vormt de grens tussen de zee en de binnenwateren.
Pleziervaart
Aan boord van pleziervaartuigen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) komt huishoudelijk afvalwater vrij. Dit bestaat uit toiletwater en uit ander afvalwater dat afkomstig is van huishoudelijke werkzaamheden, zoals afvalwater van een keukenblok of een schrobputje. Paragraaf 17.2.1 van het Bal bevat regels ten aanzien van dit afvalwater. Lees verder over pleziervaart.
Beroepsvaart
Lozingen van delen van de lading of van scheepsafvalstoffen vallen niet onder de regels van hoofdstuk 17 van het Bal. Ook lozingen van huishoudelijk afvalwater afkomstig van binnenvaartschepen en zeeschepen in havens niet. Daarop zijn regels van het Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart van toepassing. Op termijn zullen regels van het Scheepsafvalstoffenbesluit in het Bal worden opgenomen.
Alle andere lozingen vanaf beroepsvaartuigen op een oppervlaktewaterlichaam zijn vergunningplichtig. Zie artikel 17.18 Bal. Het is niet mogelijk hier maatwerkvoorschriften voor te stellen, er kunnen alleen vergunningvoorschriften worden gesteld. Maatwerkregels zijn wel mogelijk, ter uitwerking van de specifieke zorgplicht.
Behandelen van scheepshuiden
Bij het behandelen van scheepshuiden kan afvalwater ontstaan. Voor deze lozingen staan geen rijksregels in hoofdstuk 17 van het Bal. Als de lozing plaats vindt op een rijkswater, dan geldt een vergunningplicht. Dit staat in artikel 6.55 van het Bal.
Voorschriften voor deze lozingen staan dan in de vergunning. Voor lozingen op regionale wateren kunnen waterschappen voor deze activiteit regels stellen in de waterschapsverordening.
Wanneer de regels van toepassing zijn
De regels uit hoofdstuk 17 van het Bal regelen lozingen van vaartuigen (waaronder schepen) op binnenwateren. Binnenwateren kunnen zowel in beheer zijn bij het Rijk als bij een waterschap.
Bevoegd gezag
Voor lozingen op binnenwateren in beheer bij het Rijk is het bevoegd gezag Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).
Waterschappen ook bevoegd gezag
Bij een lozing op regionale wateren is het dagelijks bestuur van het betreffende waterschap het bevoegd gezag.
Maatwerkvoorschrift waterschap
Het betreffende waterschap kan een maatwerkvoorschrift stellen of beslissen op de aanvraag voor een gelijkwaardige maatregel of vergunning. Dit staat in artikelen 17.3 en 17.4 van het Bal.
Maatwerkregels waterschap
Waterschappen zijn op grond van artikel 17.7 bevoegd om
maatwerkregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) te stellen in de waterschapsverordening over de specifieke zorgplicht en de regels in afdeling 17.2.Het eerste lid bepaalt ook dat over bepalingen in dit hoofdstuk waarin lozingsactiviteiten worden aangewezen, geen maatwerkregels kunnen worden gesteld. Deze bepalingen, bijvoorbeeld artikel 17.15, geven aan op welke activiteiten de algemene rijksregels zijn gericht.Waterschappen kunnen die reikwijdte niet aanpassen.
Gegevens naar bevoegd gezag sturen
In bepaalde gevallen moeten schippers gegevens naar het bevoegd gezag sturen. Bijvoorbeeld bij ongewone voorvallen.
Daarnaast kan het voorkomen dat het bevoegd gezag zelf gegevens opvraagt. Bijvoorbeeld om te zien of gestelde maatwerkvoorschriften nog toereikend zijn wanneer er technische ontwikkelingen zijn.
Specifieke zorgplicht
Voor lozingen van afvalwater vanaf schepen geldt de specifieke zorgplicht. Dit staat in In artikel 17.6 van het Bal. Dit houdt in dat de schipper nadelige gevolgen voor het oppervlaktewater zoveel mogelijk moet voorkomen of beperken. Dit betekent bijvoorbeeld dat de schipper geen milieuonvriendelijke schoonmaakmiddelen gebruikt.
De specifieke zorgplicht uit hoofdstuk 17 sluit voor een groot deel aan bij de specifieke zorgplicht uit hoofdstuk 2.
Naast de specifieke zorgplicht gelden regels voor ongewone voorvallen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Maatwerk
Met een
maatwerkvoorschrift Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) kan worden afgeweken van afdeling 17.2.