IPLO Uitgelicht juli 2025
In deze editie onder andere aandacht voor Belgische postcodes in het DSO, de opslag van koolzuurcilinders, wat te doen bij intrekking van een vergunning en de bemonstering van afvalwater.
In IPLO Uitgelicht gaan we maandelijks in op wat ons opvalt aan de vragen die we krijgen. Daarnaast bieden we inzicht in feiten en cijfers, zoals de vraagaantallen, de verdeling over de verschillende onderwerpen en het bezoek aan deze website.
Vraag van de maand
Kan de gemeente een gebiedsgerichte omgevingsvergunning voor flora- en fauna-activiteiten krijgen op basis van een soortenmanagementplan (SMP)?
Dat kan mogelijk wel, maar de vorm die de voorkeur van de wetgever heeft is de Vrijstelling vergunningplicht flora- en fauna-activiteit in programma, omgevingsverordening, Omgevingsregeling.
Bij de gebiedsgerichte omgevingsvergunning is de gemeente de vergunninghouder, maar inwoners die hun woning laten isoleren of een dakkapel laten bouwen voeren de flora- en fauna-activiteit uit. Daardoor is niet duidelijk wie tegen wie handhavend kan optreden bij overtreding van de eisen uit de omgevingsvergunning.
Gemeenten en provincies hebben de neiging om voor de gebiedsgerichte omgevingsvergunning te kiezen, omdat ze gewend zijn aan de gebiedsgerichte ontheffing uit de Wet natuurbescherming. Terwijl het door de wetgever aangereikte instrument meer voordelen biedt: het past beter in het stelsel van de Omgevingswet, geeft meer juridische zekerheid, biedt meer duidelijkheid over wie tegen wie handhavend kan optreden en geeft vaak minder administratieve rompslomp.
Wat opviel in juli
Asbest
Als particulier asbest verwijderen
De meeste vragen die bij ons over asbest binnenkomen, zijn van particulieren. Vaak willen zij weten of en hoe ze asbest zelf mogen verwijderen.
De Strategie Aanpak asbestdaken en de start van de publiekscampagne Asbestvrij dak waren aanleiding om voor te sorteren op mogelijke vragen. Daarom hebben we de overzichtspagina Praktische informatie over verwijderen asbest bijgewerkt, mede op basis van de feedback die we kregen. De pagina wordt veel bezocht, omdat veel gemeenten ernaar verwijzen wanneer inwoners vragen hebben. Zij vinden hier onder meer:
- verwijzingen naar een praktisch stappenplan voor asbestverwijdering
- de spelregels voor particulieren
- informatie over de kosten van asbestverwijdering
- video's over asbest van Milieu Centraal
Vragen over eHerkenning in relatie tot het LAVS
Het Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS) maakt gebruik van eHerkenning. Als een bedrijf zijn naam of bedrijfsvorm aanpast of fuseert met een ander systeem, kan dat leiden tot een ander KVK-nummer. De combinatie van bedrijfsnaam en KVK-nummer is belangrijk. Aanpassingen werken namelijk ook door naar achterliggende systemen zoals het LAVS.
Door zo'n wijziging kunnen medewerkers soms niet meer bij hun lopende projecten in het LAVS. Vaak is er zulke gevallen een aanpassing nodig in het asbestcertificaat, en moet het eHerkenningmiddel daarop worden aangepast. De helpdesk begeleidt de vraagstellers hierbij en zet waar nodig projectgegevens over. Meer informatie vindt u op de pagina Veelgestelde vragen over eHerkenning en het LAVS.
Tweefactorauthenticatie eHerkenning EH2 ingevoerd
Vanaf 1 juli 2025 is het niet meer mogelijk om in te loggen met eHerkenning (EH) zonder tweefactorauthenticatie. Dit gaat niet alleen op voor het LAVS, maar ook voor het inloggen op andere overheidsdiensten.
Aanvankelijk had het team LAVS gecommuniceerd dat gebruikers van het LAVS moesten overstappen van EH2 naar EH2+. We volgden de berichtgeving daarover op de site van eHerkenning. De helpdesk van LAVS werd door een attente gebruiker gewezen op het feit dat het nog steeds mogelijk is om met betrouwbaarheidsniveau EH2 in te loggen. Die moet dan wel voorzien zijn van tweefactorauthenticatie. Met deze extra beveiligingslaag voldoet een EH2-inlogmiddel aan de verplichtingen, betrouwbaarheidsnormen en veiligheidseisen van een digitaal inlogmiddel. Vergelijkbaar dus met EH2+.
We hebben de pagina Wat u moet weten over eHerkenning en LAVS daarop aangepast. Voor vragen over eHerkenning kunnen gebruikers terecht bij hun eHerkenningleverancier.
Bodem
Meer vragen over omgevingsplan
Gemeenten zijn volop bezig hun omgevingsplan aan te passen. Daardoor krijgt de helpdesk steeds vaker vragen over het opnemen van aangepaste regels in het omgevingsplan voor bouwen op een bodemgevoelige locatie.
Voor het bouwen van een bodemgevoelig gebouw op een bodemgevoelige locatie gelden sinds 1 januari 2024 regels uit de bruidsschat. Deze maken deel uit van het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Gemeenten moeten beslissen of zij deze regels zo houden of dat ze deze aanpassen naar specifieke regels voor hun gemeente. Die komen dan in het nieuwe deel van het omgevingsplan.
Gemeenten zijn bijvoorbeeld op zoek naar mogelijkheden om een saneringsplicht op te leggen bij het bouwen van een bodemgevoelig gebouw op een bodemgevoelige locatie.
De webpagina's bouwen op een bodemgevoelige locatie en bruidsschatregels en overgangsrecht zijn naar aanleiding van de vragen aan de helpdesk uitgebreid en verduidelijkt.
Staalslakken
Op 23 juli 2025 is de Tijdelijke regeling verbod en vergunningplicht toepassing LD- en ELO-staalslak in werking getreden. Overheden en initiatiefnemers vragen zich af hoe de tijdelijke regeling geïnterpreteerd moet worden.
De informatie over de tijdelijke regeling voor staalslakken is daarom verder uitgebreid met nieuwe vragen en antwoorden, waaronder: Hoe verhoudt de tijdelijke regeling zich tot eventuele decentrale regels?
Bouw
Vergunningplicht bij kelderbouw in gevolgklasse 1?
We kregen deze periode de volgende interessante vraag: is een bouwwerk in gevolgklasse 1 dat wordt voorzien van een kelder technisch vergunningplichtig? Of kan dit worden afgehandeld onder de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), gevolgklasse 1 kwaliteitsborging?
Vanwege de kelder valt het bouwwerk onder het criterium 'niet op de grond staat' van paragraaf 2.25 onder a, Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Daardoor valt het in principe onder de vergunningplicht voor de technische bouwactiviteit van artikel 2.25 Bbl.
Toch kan er alsnog een vrijstelling gelden op basis van artikel 2.27 Bbl. Zo valt een grondgebonden woning (inclusief een kelder) onder gevolgklasse 1 (artikel 2.17, lid 3, onder a). In dat geval is er geen vergunningplicht voor het technisch bouwen (artikel 2.27, lid 1, onder a, in combinatie met artikel 2.17, lid 3, onder a). Maar het bouwwerk valt wel onder kwaliteitsborging en is onder andere bouwmeldingsplichtig. Daarnaast moet een kwaliteitsborger worden ingeschakeld die controleert of het aan de bouwtechnische regels van het Bbl voldoet.
Plaatsen van airco-buitenunits
In de zomerperiode krijgt onze helpdesk regelmatig vragen vragen over het plaatsen van een airco-buitenunit. Die gaan vaak over de eisen tot de perceelgrens en het geluid dat ze mogen maken (aantal decibel).
Vergunning nodig?
Allereerst is het verstandig om te achterhalen of een vergunning nodig is voor de airco. Dat kan via de Vergunningcheck. De regels kunnen namelijk per gemeente verschillen.
Volgens de regels over het technische deel van het bouwen (de bouwkwaliteit) geldt: als de draagconstructie niet wijzigt, is het vergunningvrij. In de meeste gevallen is voor een airco dus geen vergunning voor de technische bouwactiviteit nodig. Is niet helemaal duidelijk of de draagconstructie wijzigt, dan bepaalt de gemeente dit.
Voor het ruimtelijke deel (inpassing in de leefomgeving) geldt: volgens landelijke regels is een airco die op de grond staat vergunningvrij als die niet hoger dan 1 meter is en de oppervlakte niet meer dan 2 m2 bedraagt. De eis van 1 meter moet vanaf de grond worden gemeten. Voor een airco die niet op de grond staat, gelden de regels in het omgevingsplan van de gemeente in kwestie.
Op de pagina Vergunningvrije airco's en warmtepompen vindt u meer uitleg en verwijzingen naar het technische en het ruimtelijke deel van bouwen.
Geluid
Er gelden ook regels voor het geluid dat de airco maakt (aantal decibel). Voor een airco die buiten staat bij een woning, geldt: als de woning (met de installatie) direct grenst aan een andere woning, mag het geluidsniveau van de installatie maximaal 40 dB zijn. Dat geldt zowel voor verbouw als voor nieuwbouw. Voor andere bouwwerkinstallaties kunnen wel verschillen zijn voor verbouw of nieuwbouw.
Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)
Belgische postcode levert problemen op bij aanvraag
Vanuit België kregen we vragen over het afronden van een aanvraag in het DSO. De daar woonachtige vragenstellers wilden een vergunning aanvragen voor een perceel op Nederlands grondgebied. Het invullen van de aanvraag via Europese eHerkenning gaf geen problemen, totdat ze de aanvraag wilden insturen. Het systeem bleef toen vragen om de postcode aan te passen. Blijkbaar werd een Belgische postcode niet herkend.
Sinds 15 juli is dit opgelost. De gebruiker geeft in stap 2 aan om welk perceel het gaat binnen Nederland (het is niet mogelijk om een perceel buiten Nederland te tekenen). Met de nieuwe release is nu het mogelijk om een Europese postcode in te vullen wanneer de gebruiker inlogt via de knop Europees erkend inlogmiddel (eIDAS).
Goede informatiebronnen over dergelijke kwesties vindt u op de volgende pagina's:
- Bekende problemen (known issues) en Opgeloste bekende problemen
- Release-informatie DSO
- Wensen voor ontwikkeling van het DSO
Links naar documenten in Regels op de kaart veranderen
Vanaf 2 juli 2025 veranderen de links (url's) naar documenten in Regels op de kaart. De unieke documentcode in de links verandert dan. Dit heet ook wel het document-ID. De oude links werken nog minimaal 3 maanden. Heeft u links naar documenten opgeslagen? Of gebruikt u links naar documenten in communicatie, bijvoorbeeld op uw website? Pas deze dan op tijd aan.
Meer informatie vindt u op de pagina Links naar documenten in Regels op de kaart veranderen vanaf 2 juli.
Externe veiligheid
Ondergrenzen koolzuurcilinders met CO2
In de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) gaat PGS 15 over opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. In PGS 15 versie 2021 vielen koolzuurcilinders bij drankenhandels en horecagelegenheden buiten het toepassingsgebied. Deze uitsluiting is in PGS 15 versie 2025 versie niet meer opgenomen. We kregen de vraag of koolzuurcilinders nu buiten de werkvoorraad opgeslagen moeten worden volgens PGS 15.
Het klopt inderdaad dat drukhouders met CO2, ofwel koolzuurcilinders, bij horecagelegenheden en koolzuurcilinders met een doelmatige drukontlastvoorziening niet meer specifiek zijn uitgezonderd bij distributiebedrijven zoals drankengroothandels. Deze vallen nu ook onder de algemene ondergrens van 1.000 kg in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
De inschatting is dat dit in de meeste gevallen geen gevolgen heeft. Het gaat namelijk om een grens in kilogram gas in vloeibare vorm. Dat betekent dat de hoeveelheid omgerekend moet worden. Het gewicht van de metalen cilinder zelf telt niet mee. Pas bij grote hoeveelheden is er op basis van artikel 3.27 van het Bal sprake van een milieubelastende activiteit waarbij het verplicht is aan de PGS 15 te voldoen.
Meer informatie
Geluid
Geluidsoverlast van padel voorkomen
Padel is populair en de sport komt geregeld in het nieuws. Onze helpdesk krijgt dan ook regelmatig vragen over geluidsoverlast en welke regels gelden voor padel. Padel moet voldoen aan de regels over geluid in het omgevingsplan. Meestal zijn dat waarden op geluidgevoelige gebouwen, zoals woningen. Als de gemeente vindt dat deze regels inmiddels onvoldoende bescherming bieden (mogelijk omdat voorheen alleen tennis werd uitgeoefend), past zij die regels aan. Als het omgevingsplan padel nog niet toelaat op de beoogde locatie, kan de gemeente het omgevingsplan wijzigen.
Waarden stellen
De gemeente kan padel ook toestaan op een locatie met een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA). Zo kregen wij een vraag van een ambtenaar over een vergunningaanvraag BOPA van een tennisvereniging om uit te breiden met padel. Om te zorgen voor een aanvaardbaar geluid (artikel 5.59 Bkl), wilde hij waarden voor geluid bij woningen voorschrijven. Niet alleen voor het equivalente geluid, maar ook voor het kenmerkende 'pok-geluid'. Om aan die waarde te voldoen was een geluidscherm nodig.
Geluidsscherm mogelijk maken
Een voorschrift met waarden stellen kan niet zomaar. Het moet voor de tennisvereniging ook mogelijk zijn om daaraan te voldoen. Het op dat moment geldende omgevingsplan staat op tennisparken vaak geen bouwwerken toe. En een scherm is ook een bouwwerk. Het is dus ook nodig om dat scherm toe te staan met een voorschrift in de BOPA. Hierbij is van belang dat het scherm ruimtelijk inpasbaar is. Hierbij kunnen bijvoorbeeld verkeersveiligheid (zicht) en beeldkwaliteit een rol spelen. Daarnaast kan er, afhankelijk van de omgeving van het scherm, ook een omgevingsvergunning technisch bouwen nodig zijn. Een integrale afweging is dus noodzakelijk.
Zie voor meer informatie over de beoordeling van geluid de pagina Waarden en flexibiliteitsmogelijkheden voor beschermen gezondheid en milieu.
Milieubelastende activiteiten
Plicht ter verduurzaming van het energiegebruik
Binnen het thema Energiebesparing zijn de belangrijkste onderwerpen de Erkende maatregelenlijst (EML) en de Plicht ter verduurzaming van het energiegebruik.
We merken dat het lastig blijft om het energiegebruik te bepalen binnen een groter bedrijf, een grotere instelling of een bedrijfsverzamelgebouw. Op de pagina Plicht ter verduurzaming van het energiegebruik vindt u rekenvoorbeelden onder de tussenkop Voorbeelden bepalen energiegebruik. Inclusief verduidelijkende infographics.
Activiteiten in de natuur
De vragen over activiteiten in de natuur waren de afgelopen periode divers van karakter, zoals:
- Mag ik bloemen in het wild plukken?
Dat is niet zo zwart-wit te zeggen. Het hangt van de soort, locatie en gevolgen af. - Moet ik een onderzoek laten doen naar vleermuizen bij het isoleren van een woning?
Ja, dat moet. Dat volgt uit de specifieke zorgplicht. In 2023 heeft de Raad van State een uitspraak gedaan over isolatie en het onderzoek naar soorten. Ook de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in een kamerbrief over natuurinclusief isoleren aandacht besteed aan de verhouding tussen isoleren en de specifieke zorgplicht van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), met name op pagina 3, 10 en 11. - Welke regels gelden er voor iemand die jaagt in het bijzijn van een jachthouder?
Meer hierover leest u op de pagina's Gebruik van een geweer, Vrijstelling vergunningplicht flora- en fauna-activiteit en Rijksregels jacht. - Is er een vergunning nodig voor het vangen van bepaalde dieren voor onderzoek?
Dat ligt eraan of het dier beschermd is of niet. Meer informatie vindt u op de overzichtspagina Omgevingsvergunning flora- en fauna-activiteit en Onderzoek doen naar beschermde soorten (RVO.nl).
Casus bedrijf dat werkzaamheden uitbreidt
We kregen een vraag over een opslag- en transportbedrijf dat valt onder de milieubelastende activiteit Opslag- en transportbedrijven, groothandel en containerterminal (paragraaf 3.8.6 Bal). Het bedrijf gaat zijn werkzaamheden uitbreiden: het gaat als nevenactiviteit producten van metaal maken door middel van lassen en zagen. Hierbij zijn onder andere emissies naar de lucht en geluid te verwachten. Maar de algemene regels in paragraaf 4.18 van het Bal over 'thermisch en mechanisch bewerken van metaal' zijn niet op de kernactiviteit van dit opslag- en transportbedrijf van toepassing, zo geeft de vraagsteller aan. Deze zijn namelijk slechts van toepassing op de milieubelastende activiteit Metaalproductenindustrie (paragraaf 3.4.4 Bal) en Metaalrecyclingbedrijf (paragraaf 3.5.4 Bal). De vraag was: moet het bevoegd gezag die regels nu voorschrijven bij maatwerk?
Ons antwoord luidde als volgt: er kunnen verschillende milieubelastende activiteiten uit het Bal tegelijkertijd op een bedrijf van toepassing zijn. De term kernactiviteit is niet bedoeld om een 'hoofdactiviteit' in het bedrijf aan te wijzen. Zo werkt de systematiek van het Bal niet. De term kernactiviteit is er om het onderscheid te maken tussen de kernactiviteit en de functioneel ondersteunende activiteiten.
Lees voor meer informatie over de systematiek van het Bal de overzichtspagina Opbouw en werking hoofdstuk 3 milieubelastende activiteiten in het Bal, en de daaronder liggende pagina De aanwijzing van milieubelastende activiteiten in het Bal.
Paragraaf 3.4.4 van het Bal heeft geen ondergrens voor het maken van producten van metaal, dus het bedrijf zal ook onder die paragraaf vallen.
Voor deze activiteit gelden in ieder geval ook de regels van het omgevingsplan voor geluid en geur. Daarnaast kan het bevoegd gezag maatwerkvoorschriften stellen voor deze activiteit of rechtstreeks handhaven op de specifieke zorgplicht in bepaalde gevallen. Zie de pagina Specifieke zorgplicht milieubelastende activiteit.
Vragen over Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie)
In 2024 is de herziening van de Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie) gepubliceerd. Daarbij is de originele Rie uit 2011 gewijzigd. Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) verwijst voor de aanwijzing van de vergunningplicht van IPPC-installaties rechtstreeks naar activiteiten uit bijlage I van de Rie. Bevoegd gezagen vragen zich af of de gewijzigde richtlijn al is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving.
Het antwoord is: nee. In de Omgevingswet is het begrip Richtlijn industriële emissies gedefinieerd als een statische en niet als een dynamische verwijzing. Logisch, want in de herziene Rie staat er in sommige paragraafnummers een totaal ander onderwerp dan in de originele Rie. Daardoor is wel de verwarring ontstaan over welke Rie (2011- of 2024-versie) het gaat.
Kortom, met 'Richtlijn industriële emissies' in het Bal wordt nog de Richtlijn uit 2011 bedoeld en niet de herziene Richtlijn uit 2024. Het begrip Richtlijn industriële emissies moet eerst in de Omgevingswet aangepast worden voordat er in de Nederlandse wetgeving verwezen wordt naar de herziene Richtlijn industriële emissies. Nederland heeft nog tot 1 juli 2026 om dit in de Omgevingswet te verwerken.
Systematiek en Ruimte
Meer belangstelling voor omgevingsplanactiviteit
We zien een stijging van het bezoek aan de pagina's over het omgevingsplan en de omgevingsplanactiviteit. Een mogelijke reden hiervoor is dat eind mei de overzichtspagina omgevingsplanactiviteit geheel is vernieuwd. Ook de pagina's die hieronder liggen krijgen meer bezoekers, zoals de buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA).
Wat te doen bij intrekking vergunning
We kregen afgelopen maand meerdere keren de vraag welke procedure geldt bij intrekking van een vergunning: de reguliere of de uitgebreide procedure.
De procedure voor intrekking is dezelfde procedure als voor de voorbereiding van een besluit op een aanvraag om het verlenen van een omgevingsvergunning voor diezelfde activiteit. Dit volgt voor de reguliere procedure uit artikel 16.62, lid 2, van de Omgevingswet. Voor de uitgebreide procedure volgt dit uit artikel 16.65, lid 2, van de Omgevingswet. Dit wordt nogmaals aangegeven in de aanhef van lid 1 van artikel 10.24 van het Omgevingsbesluit.
Daarbij is niet van belang met welke procedure de vergunning in het (verre of recente) verleden is verleend. Het gaat om de vraag welke procedure nú van toepassing is op een besluit aanvraag omgevingsvergunning. Diezelfde procedure geldt ook voor de intrekking.
Water
Bemonstering afvalwater
In juni kreeg de helpdesk een vraag van een omgevingsdienst over een analyserapport van een afvalwaterlozing door een bedrijf waarvoor de omgevingsdienst het bevoegd gezag is. Het rapport was door een afvalwaterdeskundige gecontroleerd. Daarbij bleek dat de genomen afvalwatermonsters niet correct waren uitgevoerd. De omgevingsdienst heeft de vergunninghouder hierover geïnformeerd. Het bedrijf is het er niet mee eens.
De omgevingsdienst wilde weten of in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) een verplichting is opgenomen om waterrapporten te laten beoordelen door het bevoegd gezag. Ook als het bedrijf niet vergunningplichtig is.
Met de komst van de Omgevingswet, en daarbinnen het Bal, zijn de meeste wettelijke verplichtingen rondom meting en bemonstering vervallen. Voor een aantal activiteiten geldt nog wel een verplichting om te meten en te bemonsteren. Het bevoegd gezag kan deze verplichting ook opnemen in de vergunning. De vergunningverlener kan daarbij in de vergunning of in een maatwerkvoorschrift vastleggen dat het onderzoek moet plaatsvinden en hoe de vergunninghouder dit moet uitvoeren.
Meer informatie hierover, inclusief de NEN-normen, vindt u op de pagina Meten, bemonsteren en analyseren van afvalwater.
Rioolwaterzuiveringsinstallaties
Nog meer uitleg over bemonstering, maar dan bij rioolwaterzuiveringsinstallaties: waterschappen en Rijkswaterstaat hebben vragen over het meten en bemonsteren van het effluent van rioolwaterzuiveringsinstallaties. In het Bal staan hiervoor regels. Zo heeft de beheerder van het zuiveringtechnisch werk verplichtingen rond monsternames en analyses.
Vragenstellers willen meer weten over de frequentie, het soort monstername en toepassing van de tabellen met verschillende waarden. Zo was er een vraag over bemonstering van biochemisch zuurstofverbruik (BZV), chemisch zuurstofverbruik (CZV) en onopgeloste stoffen: 'Wanneer er meerdere overschrijdingen zijn op 1 bemonsteringsdag, wordt dit dan als 1 overschrijding/overtreding beschouwd?' Het antwoord daarop: in artikel 4.608 van het Bal is voor BZV, CZV en onopgeloste bestanddelen bepaald welke emissiegrenswaarden gelden. Primair gelden de emissiegrenswaarden van de tweede kolom van tabel 4.608a. Afhankelijk van het aantal monsters dat jaarlijks wordt genomen, mag een aantal monsters (opgenomen in tabel 4.608c) afwijken van de waarden in de tweede kolom. Daarvoor gelden dan de waarden in de derde kolom.
Voor alle monsters geldt dat de emissiegrenswaarden van zowel de tweede als de derde kolom worden getoetst op basis van etmaalmonsters. Een etmaalmonster is een representatief genomen monster op 1 dag (24 uur). Worden er meerdere monsters op 1 dag genomen? Dan worden ze samengenomen. Dat samengenomen monster moet aan de emissiegrenswaarden voldoen. Als er meer overschrijdingen op 1 dag zijn, dan geldt dat als hetzelfde etmaalmonster.
Meer over bemonstering en emissiegrenswaarden vindt u op de pagina Lozing van afvalwater uit rioolwaterzuiveringsinstallaties (paragraaf 4.49 Bal).
Feiten en cijfers
Website en helpdesk
- De IPLO-website had in juli 541.572 paginaweergaven en 203.670 sessies.
- Bij de helpdesk zijn 2.696 vragen behandeld.
Verdeling vragen per onderwerp
De vragen gingen over de volgende onderwerpen:
- Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) 36%
- Regels voor activiteiten 12%
- Bodem 11%
- Bouwen 10%
- Systematiek wetgeving en Ruimte 9%
- Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS) 7%
- Water 6%
- Veiligheid 4%
- Geluid 4%
- Overig* 1%
Taartdiagram van verdeling vragen aan IPLO in juli 2025

*Overig (1%): Ruimtelijke plannen, invoeringsondersteuning, overig, onbekend
Stel uw vraag aan een expert van IPLO
Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is het kenniscentrum van de overheid dat uitleg geeft over de Omgevingswet, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de regelgeving voor de leefomgeving. Op de website geven onze experts informatie over deze onderwerpen. En via de helpdesk beantwoorden we vragen van gemeenten, provincies, waterschappen en brancheorganisaties. Onze helpdesk is bij voorkeur bereikbaar via het contactformulier.
Ondernemers en inwoners met vragen over de Omgevingswet, het Omgevingsloket en de leefomgeving kunnen terecht bij hun gemeente.