Veelgestelde vragen graven en saneren
Bij het saneren van de bodem is vaak ook sprake van andere activiteiten die gelijktijdig (in onderlinge samenhang) plaatsvinden. Bij een sanering van de bodem is bijvoorbeeld meestal ook sprake van het graven in de bodem en/of het toepassen van grond (leeflaag of aanvulgrond). In dat geval moet u voor dat zelfde project zowel meldingen doen voor de activiteiten Saneren van de bodem, Graven in de bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde en Toepassen van grond of baggerspecie. Dit kan ook gelden voor bijkomende activiteiten als het lozen van vrijkomend afvalwater of het onttrekken van grondwater (bemaling).
In het Omgevingsloket staan dan alle aanvragen en meldingen bij elkaar in 1 overzicht per project. Hiervoor moet u bij stap 3 (keuze activiteiten) van de aanvraag in het Omgevingsloket alle relevante activiteiten kiezen, zodat u daar de vragen voor kan beantwoorden en de documenten kunt toevoegen. Het is ook mogelijk om de meldingen en informatieplichten afzonderlijk te doen.
De Vergunningcheck uit het Omgevingsloket kan u daarbij helpen.
De meldtermijn bedraagt 4 weken voorafgaand aan de activiteit.
U kiest in het Omgevingsloket bij stap 3 'Saneren van de bodem - Melding (Rijk)'.
Daarnaast moet u ook voldoen aan een informatieplicht om het bevoegd gezag te informeren over de begrenzing van de locatie en de startdatum (4 weken voorafgaand aan de activiteit). En over de naam van de organisatie die de sanering uitvoert en die de milieukundige begeleiding doet (1 week voorafgaand aan de activiteit). U kiest in het Omgevingsloket bij stap 3 'Saneren van de bodem - Informatie (Rijk)'.
In de Aanvullingswet bodem Omgevingswet is overgangsrecht opgenomen voor verontreinigingen en saneringen. Overgangsrecht is onder andere aan de orde voor gevallen van verontreiniging die zijn beschikt als ernstig en spoedeisend. Overgangsrecht geldt ook voor saneringen waarvoor voor inwerkingtreding van de Omgevingswet een saneringsplan of BUS melding is ingediend en waarbij de betreffende sanering nog niet afgerond is. Meer uitleg over het overgangsrecht staat op de website van het IPLO: Overgangsrecht bij graven in en saneren van de bodem. Wilt u weten of voor de locatie waar u gaat graven overgangsrecht geldt, raadpleeg dan de website of het bodeminformatiesysteem van de gemeente, omgevingsdienst of provincie.
Melden
Melden van de activiteiten graven en saneren doet u via het onderdeel Aanvragen van het Omgevingsloket. Lees meer hierover op de website van het IPLO: Aanvraag of melding indienen in het Omgevingsloket.
Let op: U maakt dus geen gebruik meer van het meldpunt bodemkwaliteit of de formulieren van het Besluit uniforme saneringen (BUS) of de Wet bodembescherming (Wbb). Alleen als sprake is van overgangsrecht kunt u deze formulieren nog gebruiken.
Graven in de bodem met een kwaliteit kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarden bodemkwaliteit
Er geldt alleen een informatieplicht voorgaand aan de activiteit. In het Omgevingsloket kiest u in stap 3 van de aanvraag voor 'Graven in bodem met een kwaliteit onder of gelijk aan de interventiewaarde bodemkwaliteit - Informatie (Rijk)'.
Graven in de bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarden bodemkwaliteit
Er geldt zowel een meldings- als een informatieplicht voorafgaand aan de activiteit en een informatieplicht na afloop van de activiteit.
- Voor het verrichten van de melding voorafgaand aan de activiteit kiest u in het Omgevingsloket bij stap 3 van de aanvraag voor 'Graven in bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit - Melding (Rijk)'.
- Voor het verrichten van de informatieplicht voorafgaand aan de activiteit kiest u in het Omgevingsloket bij stap 3 van de aanvraag voor 'Graven in bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit - Informatie (Rijk)'. Hiermee informeert u het bevoegd gezag over de startdatum en de begrenzing van de locatie. En over de namen van de organisatie die het werk uitvoert en de milieukundige begeleiding uitvoert.
- Voor het verrichten van de informatieplicht na afloop van de activiteit kiest u in het Omgevingsloket bij stap 3 van de aanvraag voor 'Graven in bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit - Informatie (Rijk)'. Vervolgens kiest u in stap 4 voor de optie 'Het graafwerk is klaar'.
Saneren van de bodem
Er geldt zowel een meldings- als een informatieplicht voorafgaand aan de activiteit en een informatieplicht na afloop van de activiteit.
- Voor het verrichten van de melding voorafgaand aan de activiteit kiest u in het Omgevingsloket bij stap 3 van de aanvraag voor 'Saneren van de bodem - Melding (Rijk)'.
- Voor het verrichten van de informatieplicht voorafgaand aan de activiteit kiest u in het Omgevingsloket bij stap 3 van de aanvraag voor 'Saneren van de bodem - Informatie (Rijk)'. Hiermee informeert u het bevoegd gezag over de startdatum en de begrenzing van de locatie. En over de namen van de organisatie die het werk uitvoert en de milieukundige begeleiding uitvoert.
- Voor het verrichten van de informatieplicht na afloop van de activiteit kiest u in het Omgevingsloket bij stap 3 van de aanvraag voor 'Saneren van de bodem - Informatie (Rijk)'. Vervolgens kiest u in stap 4 voor de optie 'De sanering is klaar'.
De verantwoordelijkheid voor de melding- of informatieplicht ligt bij degene die de activiteit gaat uitvoeren. Voor graven en/of saneren is dat degene die opdracht geeft voor de uitvoering van de activiteit. Maar het kan ook degene zijn die de activiteit feitelijk uitvoert, bijvoorbeeld de uitvoerend aannemer. De opdrachtgever en de opdrachtnemer moeten daarom samen afspreken wie de melding doet en de informatie aanlevert. Beide kunnen aangesproken worden door het bevoegd gezag als de meld- of informatieplicht niet gedaan is.
Het is ook toegestaan dat iemand anders de melding doet en informatie geeft, bijvoorbeeld een adviseur. U kunt in het Omgevingsloket iemand machtigen voor uw project. Zo kan iemand anders voor u een melding doen. U kunt een persoon machtigen, maar ook een bedrijf. Dit noemen we de gemachtigde. Als u iemand machtigt, dan krijgt de gemachtigde een code om in te loggen in uw project.
Nee, onder de Omgevingswet volstaat een ondertekening of machtiging door de initiatiefnemer van de activiteit. Ondertekening door de eigenaar is dus niet meer nodig, zoals nu nog wel verplicht op grond van het Besluit uniforme saneringen.
Er is in het Bal geen maximale termijn opgenomen. Wel eist het Bal dat als gegevens uit de melding of informatieplicht wijzigen, de initiatiefnemer het bevoegd gezag hierover moet informeren. Dat geldt ook voor de startdatum van de activiteit. Gaat een activiteit uiteindelijk toch niet door? Informeer dan ook het bevoegd gezag hierover.
Als de eerder bij een melding of informatieplicht ingediende gegevens of bescheiden wijzigen, bent u verplicht om de wijzigingen via het Omgevingsloket door te geven. U kunt dat doen door een nieuwe aanvraag te doen via het Omgevingsloket voor hetzelfde project. U doet dan voor hetzelfde project een nieuwe melding of geeft informatie, waarbij u in stap 4 van de aanvraag kiest voor de optie 'veranderen of uitbreiden van een activiteit'. Hierbij kunt wél eventueel de informatie van de eerdere aanvraag kopiëren. Lees meer in het Helpcentrum van het Omgevingsloket over een ingediend verzoek aanvullen en over een ingediend verzoek kopiëren.
Indien u niet de eerdere melding heeft ingediend of u bent gemachtigd namens een opdrachtgever, dan is het handig om dit aan te geven in de gewijzigde aanvraag. Meer informatie over het machtigen en hoe dit stapsgewijs in zijn werk gaat, staat in het Helpcentrum van het Omgevingsloket en op de website van het IPLO: Persoon of organisatie machtigen in het Omgevingsloket.
De gemeente is in de meeste situaties bevoegd gezag voor de milieubelastende activiteiten uit het Bal, zo ook voor graven in en saneren van de landbodem. Omdat de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-taken) van milieubelastende activiteiten een basistaak betreft, zal de melding meestal binnenkomen bij de betreffende Omgevingsdienst. Uitvoering van toezicht en handhaving vindt dan ook plaats door de Omgevingsdienst. Zie voor meer informatie de webpagina Bevoegd gezag algemene rijksregels milieubelastende activiteit.
Er zijn enkele uitzonderingen waarbij de gemeente geen bevoegd gezag is. Zo is de provincie het bevoegd gezag voor de milieubelastende activiteit als de activiteit functioneel ondersteunend is voor een complex bedrijf. Daarnaast blijft het bevoegd gezag Wbb (provincie en 29 grote gemeenten) bevoegd gezag als sprake is van overgangsrecht en de Wet bodembescherming van toepassing blijft.
Het komt soms voor dat er in opdracht van 1 of van meerdere organisaties op dezelfde locatie of gebied werkzaam zijn en daarbij ook in de bodem graven. Bijvoorbeeld als de gemeente de riolering gaat vervangen en nutsbedrijven tegelijkertijd gas, elektra, glasvezel en openbare verlichting gaan aanleggen.
Net zoals onder de huidige regelgeving is het advies om hier een zo praktisch mogelijke afspraak over te maken tussen het bevoegd gezag, de opdrachtgevers en de uitvoerende organisaties. Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid voor het naleven van de regels en het voldoen aan de meld- en informatieplicht bij degene die de activiteit uitvoert. Daaronder kunnen zowel de opdrachtgever als de organisatie die het werk uitvoert worden verstaan. Bij overtreding van de regelgeving (zowel Bal als decentrale regels in het omgevingsplan) zal het bevoegd gezag zich ook tot hen beiden kunnen richten. Het bevoegd gezag zal zelf een afweging moeten maken tot welke organisatie(s) zich richt. Daarbij kan het meenemen welke organisatie(s) redelijkerwijs de regelgeving hadden moeten naleven en/of het meest nalatig zijn geweest.
Als sprake is van een coördinerende opdrachtgever en/of aannemer, ligt het meer voor de hand om 1 melding te doen door die coördinerende organisaties, dan als er geen coördinatie plaatsvindt. Als er minder coördinatie is, liggen afzonderlijke meldingen misschien meer voor de hand. Over wie wijzigingen t.o.v. eerdere meldingen aan het bevoegd gezag doorgeeft, kunnen ook onderling afspraken gemaakt worden. Dit zelfde geldt voor de milieukundige begeleiding en het evaluatieverslag als dat van toepassing is.
De uitvoering van de activiteit valt verplicht onder erkenning in de volgende situaties:
- milieubelastende activiteit graven > I (paragraaf 4.120 Bal);
- milieubelastende activiteit saneren van de bodem (paragraaf 4.121 Bal);
- bodemsanering onder het overgangsrecht voor de Wet bodembescherming;
- grondwatersanering die geregeld is in een omgevingsplan, omgevingsverordening of een omgevingsvergunning;
- herstel van de bodemkwaliteit naar aanleiding van een eindonderzoek bodem (na uitvoering van een milieubelastende activiteit), op basis van de zorgplicht of ongewoon voorval (met uitzondering van de eerste 24 uur na ontstaan van de verontreiniging als onverwijld optreden nodig is);
- een ingreep in de waterbodem (baggerwerk of onderhoudswerk) met een omvang van ten minste 1.000 m3 in de waterbodem met de bodemkwaliteitsklasse 'sterk verontreinigd'. De aanwijzing van de werkzaamheid staat in bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit 2022 onder categorie 11. Daarin staat ook vermeld welke versie van de Beoordelingsrichtlijn (BRL) en onderliggende protocollen zijn aangewezen.
Milieukundige begeleiding onder de BRL SIKB 6000 onder erkenning is verplicht bij de volgende situaties:
- Milieukundige processturing bij het uitvoeren van de milieubelastende activiteit graven > I (paragraaf 4.120 van het Bal) als sprake is van één of meerdere van de volgende situaties uit artikel 4.1233 van het Bal):
- een deel van de verontreinigde grond niet wordt teruggebracht in het ontgravingsprofiel, maar zal worden afgevoerd*;
- op de locatie al een afdeklaag in de vorm van een leeflaag of een andere duurzame afdeklaag aanwezig is en de ontgraving dieper reikt dan deze laag;
- sprake is van meerdere partijen die overeenkomstig artikel 4.1230 gescheiden moeten worden gehouden (oftewel verschillende kwaliteitsklassen). - Milieukundige processturing en -verificatie bij het uitvoeren van de milieubelastende activiteit saneren van de bodem (paragraaf 4.121 van het Bal);
- Milieukundige processturing en -verificatie bij uitvoering van een bodemsanering onder het overgangsrecht voor de Wet bodembescherming;
- Milieukundige processturing en -verificatie bij het uitvoeren van een grondwatersanering die geregeld is in een omgevingsplan, omgevingsverordening of een omgevingsvergunning;
- Milieukundige processturing en -verificatie bij herstel van de bodemkwaliteit naar aanleiding van een eindonderzoek bodem (na uitvoering van een milieubelastende activiteit), op basis van de zorgplicht of ongewoon voorval (met uitzondering van de eerste 24 uur na ontstaan van de verontreiniging als onverwijld optreden nodig is);
- Milieukundige processturing bij een ingreep in de waterbodem (baggerwerk of onderhoudswerk) met een omvang van ten minste 1.000 m3 in de waterbodem met de bodemkwaliteitsklasse ‘sterk verontreinigd’
De aanwijzing van de werkzaamheid staat in bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit 2022 onder categorie 8. Daarin staat ook vermeld welke versie van de Beoordelingsrichtlijn (BRL) en onderliggende protocollen zijn aangewezen.
* Voor het eventueel moeten uitvoeren van milieukundige begeleiding bij de milieubelastende activiteit graven > I staat in de artikelsgewijze toelichting van artikel 4.1233 van het Bal vermeld:
“Omdat het praktisch gezien bijna nooit mogelijk is om alle grond weer terug te brengen in het profiel van ontgraving wordt hiervoor een ondergrens gehanteerd van 25 m3. Dit wil zeggen dat wordt voldaan aan de genoemde voorwaarde als ten hoogste 25 m3 verontreinigde grond niet kan worden teruggeplaatst en van de locatie moet worden afgevoerd”.
Voor het graven in de bodem in een omvang kleiner dan of gelijk aan 25 m3 stelt het Bal geen regels. De gemeente kan in het omgevingsplan wel regels opnemen over kleinschalig graven. Het is echter niet mogelijk om een erkenningsplicht op te nemen in het omgevingsplan. In het tijdelijk deel van het omgevingsplan staat een paragraaf over kleinschalig graven boven de interventiewaarde bodemkwaliteit (paragraaf 22.3.7.2 bruidsschat omgevingsplan).
Voor de uitvoering van de activiteit kleinschalig graven geldt geen erkenningsplicht voor de BRL SIKB 7000. Voor de milieukundige begeleiding is eveneens geen erkenningsplicht voorgeschreven. Wel is in artikel 22.130 van de bruidsschat bepaald dat milieukundige begeleiding volgens de BRL SIKB 6000 verplicht is als een bij een eerder uitgevoerde bodemsanering aangebrachte afdeklaag (bijvoorbeeld leeflaag) wordt doorgraven. Oftewel de ontgraving reikt tot in de restverontreiniging die nog aanwezig is onder de afdeklaag.
Decentrale overheden mogen een erkenningsplicht ook niet voorschrijven in het omgevingsplan, omgevingsverordening of waterschapsverordening als deze afwijkt van de aanwijzing van de werkzaamheden in het Besluit bodemkwaliteit en bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit 2022. Zij mogen wel voorschrijven dat iets volgens een normdocument moet worden uitgevoerd. Dit staat uitgelegd op de webpagina Erkenningsplicht bij activiteiten op of in de bodem, maatwerk en gelijkwaardigheid en in het Informatieblad maatwerkregels in het omgevingsplan van het programma Bodembeheer van de Toekomst.
SIKB heeft de BRL SIKB 6000 en BRL SIKB 7000 en onderliggende protocollen aangepast aan de Omgevingswet. Certificaathouders kunnen stapsgewijs of in 1 keer overstappen naar de aangepaste versies van de Beoordelingsrichtlijnen. Daarvoor heeft SIKB 2 versies gemaakt: een beleidsarme versie (met enkel aanpassingen aan de nieuwe regelgeving) en een beleidsrijke versie (met daarnaast ook andere inhoudelijke wijzigingen) vastgesteld. Per 1 januari 2024 moeten alle certificaathouders overstappen naar de beleidsarme versies met de onderliggende protocollen. En tot 1 januari 2026 hebben de certificaathouders de tijd om over te stappen naar de beleidsrijke versie met de onderliggende protocollen.
Let op: De uitvoering en de milieukundig begeleiding van activiteiten onder de nieuwe regelgeving onder de Omgevingswet, moet vanaf 1 januari 2024 plaatsvinden onder de nieuwe protocollen 6005, 6006, 7005 en 7006. Het is niet mogelijk om hiervoor de ‘oude’ protocollen 6001, 6002, 7001, 7002 en 7004 te gebruiken. Die oude protocollen blijven nog wel te gebruiken voor saneringen die onder het overgangsrecht vallen zo lang de certificaathouder nog de beleidsarme versie van de BRL blijft gebruiken (dus tot uiterlijk 1 januari 2026). Dus om activiteiten onder de nieuwe regels van de Omgevingswet te mogen uitvoeren of milieukundig te begeleiden, is een wijziging van de erkenning noodzakelijk. Hiervoor moet u eerst uw certificerende instelling vragen uw certificaat te wijzigen. U kunt zich daarvoor richten tot uw certificerende instelling. Daarna kunt u een wijziging van de erkenning aanvragen bij Rijkswaterstaat.
Meer informatie over de overgangssituatie voor de BRL SIKB 6000 staat op de website van SIKB:
- Schematisch overzicht overgangssituatie BRL SIKB 6000 vs5 (SIKB)
- Factsheet BRL SIKB 6000, de Omgevingswet en Rbk 2022: veranderingen per 1 januari 2024 (SIKB)
- Downloaden van de verschillende versies van de BRL SIKB 6000 en onderliggende protocollen: BRL SIKB 6000 Milieukundige begeleiding van (water-)bodemsaneringen en nazorg (SIKB)
Meer informatie over de overgangssituatie voor de BRL SIKB 7000 staat op de website van SIKB:
- Schematisch overzicht overgangssituatie BRL SIKB 7000 vs6.0 naar vs7.0 (SIKB)
- Factsheet BRL SIKB 7000, de Omgevingswet en Rbk 2022: veranderingen per 1 januari 2024 (SIKB)
- Downloaden van de verschillende versies van de BRL SIKB 7000 en onderliggende protocollen: BRL SIKB 7000 Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem (SIKB)
Het onttrekken van grondwater is een wateronttrekkingsactiviteit. Op de website van het IPLO staat meer uitleg over de regelgeving voor wateronttrekkingsactiviteiten. Meestal zal de onttrekking niet vergunningplichtig zijn maar gelden er decentrale regels voor wateronttrekkingsactiviteiten uit de waterschapsverordening en over de informatieplicht voor grondwateronttrekkingen en infiltraties. Het waterschap is dan het bevoegd gezag.
Voor het lozen van vrijkomend afvalwater bij graven en saneren zijn de regels en het bevoegd gezag afhankelijk van de lozingsroute. De regels voor het lozen op of in de bodem of op het riool staan in het omgevingsplan. De regels voor het lozen op regionaal oppervlaktewater staan in de waterschapsverordening. De regels voor het lozen op rijkswater of de Noordzee staan in de hoofdstukken 6 en 7 van het Bal. Meer informatie staat op de webpagina over de lozing van afvalwater bij graven en saneren van de bodem.